Natuur
Kameroen staat bekend om zijn gevarieerde natuur en rijke dierenwereld. Dé blikvanger is Mount Cameroon, een actieve vulkaan die 4095 meter direct uit de zee oprijst. Het is daarmee meteen de hoogst berg in West-Afrika. De vulkanische activiteit zorgt voor een zeer vruchtbare bodem waardoor de flora en daardoor ook de fauna zeer gevarieerd is. Aan de kust mangrovebossen en moerassen, op de hellingen altijdgroene bossen en boven de 2000 alpenweiden. Dieren die er leven zijn onder andere bosolifanten, chimpansees en kameleons.
Maar het meest bijzondere is de vulkaan zelf met zijn kraters, meertjes, grotten, watervallen en lavastromen. De Mount Cameroon is, anders dan bijvoorbeeld de Kilimanjaro, niet kegelvormig, maar eerder een groot rotsmassief. Daardoor heb je geen klimervaring nodig om naar de top te wandelen.
Trektochten vertrekken in het stadje Buea, een mooi koloniaal stadje op 1000 meter hoogte met een zeer aangenaam klimaat. Je hebt een trekking permit nodig om de Mount Cameroon te beklimmen en je mag niet alleen gaan, enkel samen met een gids. Je hebt zo’n 20 uur nodig om de top te bereiken.
Het populairste nationale park is Waza in het noorden van Kameroen. In dit open natuurgebied met graslanden en moerassen leven olifanten, giraffen, antilopen, gazellen, leeuwen en een enorme hoeveelheid vogels zoals struisvogels, pelikanen, adelaars en kraanvogels. Het park is geopend tussen half november en half juni en je mag het enkel bezoeken samen met een gids. Leeuwen observeer je het beste in de maand april.
Ook Benoue National Park in het westen op de grens met Nigeria wordt redelijk druk bezocht. De natuur is hier veel heuvelachtiger en dichter begroeid waardoor het moeilijker is om dieren te zien. Maar in de droge tijd trekken de meeste dieren zoals krokodillen, nijlpaarden, olifanten en leeuwen naar kleine meertjes waar nog water in staat. Zeker voor vogelliefhebbers is dit een niet te missen park: er leven meer dan 300 soorten vogels. Ook dit park mag je enkel samen met een gids bezoeken. Het is toegankelijk van december tot en met mei.
Het ontoegankelijke Korup National Park is een uniek natuurfenomeen. Het is het oudste tropische regenwoud in de wereld. Het overleefde zelfs de IJstijd toen vrijwel alle andere tropische regenwouden opdroogden en verdwenen. In Korup loop je door een soort levend museum van 60 miljoen jaar oud met unieke flora en fauna. Er groeien bijvoorbeeld de meeste verschillende soorten bomen binnen één park in heel Afrika. Daarom loopt er een groot project van het Wereldnatuurfonds om dit woud te beschermen.
Het Dja Faunal Reserve is ook een tropisch regenwoud en heeft tot nu toe goed weten te overleven. Zo’n negentig procent van de oorspronkelijke omvang is nog altijd intact. Om het park heen loopt de Dja River die een soort natuurlijke grens vormt. Binnen het park liggen mooie watervallen en grotten met prehistorische schilderingen. Ook in dit park wordt veel gedaan om de natuur en de grote primaten die er leven te beschermen.
Nog meer tropische bossen vind je in Campo Ma’an, sinds 2000 een nationaal park om de bedreigde laaglandgorilla’s te beschermen. In dit park op de grens met Equatoriaal Guinea komen nog maar heel weinig toeristen. Je mag het park enkel in samen met een gewapende begeleider, maar het is de moeite waard, zeker de indrukwekkende Memvé-Elé watervallen die nog maar door weinig buitenlanders bezocht zijn.
Het Bouba Ndjidah National Park ligt in het uiterste noorden en staat vooral bekend om de zwarte neushoorn. Daarnaast leven er olifanten, buffels, leeuwen, antilopen en werden er fossielen van dinosaurussen gevonden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier