Waarom vooral mannen bepalen wat vrouwen zullen dragen
Gendergelijkheid is in heel wat sectoren een nobel streven, maar jammer genoeg nog steeds een utopie. De modeindustrie is geen uitzondering, met voornamelijk mannen die zowat alle belangrijke functies -zowel zakelijk als creatief- binnen de business voor hun rekening nemen. Best ironisch aangezien vrouwen de overgrote meerderheid zijn binnen hun klantenbestand.
Ondanks de woekerende trend van genderneutraliteit op de catwalks zijn achter de schermen van de sector de vrouwen toch behoorlijk in de minderheid. Karl Lagerfeld is creatief directeur bij Chanel, Demna Gvasalia bij Balenciaga, Alessandro Michele bij Gucci, Alexis Martial en Adrien Caillaudaud bij Carven, Guillaume Henry bij Nina Ricci en Jonathan Saunders bij Diane von Furstenberg, maar de cijfers van Business of Fashion gaan verder dan deze klinkende, gevestigde namen waar eender welk modehuis zich maar wat graag mee zou willen vereenzelvigen.
Het modeplatform analyseerde de designers van de vrouwenmodemerken die de komende weken hun collecties voorstellen in New York, Londen, Milaan en Parijs. Daaruit bleek dat vooral mannen bepalen wat vrouwen zullen dragen.
Van de 371 ontwerpers die de tekenpen vasthouden bij de 313 merken die BoF onder de loep nam is slechts 40,2% van het vrouwelijke geslacht. Vreemd genoeg is dit onevenwicht ook afhankelijk per stad:
Van de merken die in de Franse hoofdstad showen hebben slechts 37% een vrouwelijke designer aan het hoofd, in Milaan ligt dat percentage nog lager: 31% van de creatief directeurs die er hun werk presenteren tijdens de modeweek is vrouwelijk.
In New York en Londen waar voornamelijk merken showen die aantrekking hebben bij een jonger publiek, tonen er wél meer vrouwen hun werk, respectievelijk zo’n 47,3% en 40,5%. In Parijs en Milaan, waar de traditionelere en meest prestigieuze labels showen, is het poverder gesteld. Van de merken die in de Franse hoofdstad showen hebben slechts 37% een vrouwelijke designer aan het hoofd, in Milaan ligt dat percentage nog lager: 31% van de creatief directeurs die er hun werk presenteren tijdens de modeweek is vrouwelijk.
Geen grote rol
Het gebrek aan vrouwelijk leiderschap is bijzonder frappant aangezien de meeste mensen die werkzaam zijn bij modehuizen wél vrouwen zijn. Ook onder de modestudenten zien we nog steeds heel veel vrouwen. Volgens BoF was 85% van de studenten die in 2014 startte aan het New Yorkse Fashion Institute of Technology vrouwelijk. Aan de Antwerpse Academie waren dit jaar drie van de zes masterstudenten vrouwelijk, in het eerste bachelorjaar was vorig schooljaar 66% van de studenten vrouwelijk.
“Er zijn ontzettend veel vrouwen waar al die modebedrijven op steunen, maar het lijkt gewoon dat slechts heel weinig van die vrouwen doorstoten naar de top”
“Er zijn ontzettend veel vrouwen waar al die modebedrijven op steunen, maar het lijkt gewoon dat slechts heel weinig van die vrouwen doorstoten naar de top”, aldus ontwerpster Phoebe English aan Business of Fashion. “Vrouwen krijgen wel degelijk jobs in de sector, ze mogen gewoon geen grote rol spelen.”
Is dat dan vooral te wijten aan het feit dat de meeste van deze modelabels gerund worden door mannen? Begin deze zomer schreven we al hoe de meeste CEO’s en andere topmanagers van grote modebedrijven mannelijk zijn en nu zegt ook BoF dat van de 50 grootste modehuizen ter wereld slechts 14% geleid werd door een man.
Zo is er onder de twaalf managers die deel uitmaken van het ‘executive committee’ van het grote luxeconglomeraat LVMH slechts één vrouw aangesteld – Chantal Gaemperle, verantwoordelijke voor human resources. Van de 15 mode- en lederwarenhuizen onder hun wimpel hebben enkel Donna Karan en Loewe vrouwelijke CEO’s. Deze trend zet zich voort in het creatieve gedeelte van de sector. Afgezien van Maria Grazia Chiuri’s aanstelling als artistiek directeur bij Dior in juni hebben slechts drie van deze 15 labels een vrouw die de creatieve touwtjes in handen houdt: Phoebe Philo bij Céline, Carole Lim bij Kenzo en Florence Torrens bij Thomas Pink. (Danielle Sherman stapte in mei nog op bij Edun.)
Bij Kering LVMH’s grootste concurrent, is het niet veel beter gesteld. Drie van de negen luxemerken onder de Kering vlag hebben momenteel een vrouwelijke CEO: Isabel Guichot bij Balenciaga, Francesca Bellettini bij Yves Saint Laurent en Sarah Crook bij Christopher Kane. Aan de creatieve zijde kan het conglomeraat slechts op twee vrouwelijke toppers rekenen: Stella McCartney met haar namesake label en Sarah Burton bij Alexander McQueen.
De modesector is dus duidelijk één waar mannen domineren en de keuzes maken, en dus blijkbaar ook minder snel voor een vrouw kiezen om de zakelijke of creatieve directeursstoelen op te vullen.
Moederschap als barrière
Bovendien de verwachtingen dat een vrouw uiteindelijk zal kiezen voor het moederschap en de bijhorende verplichtingen die daarop volgen (en nog steeds voornamelijk door de vrouw gedragen worden) een grote barrière voor succes – ook in de mode-industrie.
“Carrières vragen vandaag de dag steeds meer van mensen: langere werkuren en vooral: constant bereikbaar zijn, tijdens alle uren van de dag”, zegt Allyson Stokes, assistent-professor aan het departement Knowledge Integration aan de University of Waterloo. “En deze hoge verwachtingen en opofferingen worden alleen maar hoger wanneer je een topfunctie bekleedt”, aldus Stokes aan Business of Fashion.
Ik heb twee dochters opgevoed, mijn eigen bedrijf opgestart, kleding ontworpen en elke dag probeerde ik al mijn werknemers te voorzien van brood op de plank. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik niet genoeg tijd had in mijn dag om al mijn rollen te vervullen, als baas, als ontwerpster, als moeder
Het gigantisch drukke werkschema van de creatief directeur is ondertussen welbekend nadat onder meer Alber Elbaz en Raf Simons er een boekje over open deden. Een persoonlijk leven naast hun job was niet meer aan hen besteed, aan sociale verplichtingen kwamen ze niet meer toe, laat staan dat zo’n topdesigner aan een familie kan beginnen.
“Vrouwen krijgen heel wat verschillende taken in hun schoot geworpen en moeten verschillende functies bekleden” bekende ook ontwerpster Vera Wang. “Ik heb twee dochters opgevoed, mijn eigen bedrijf opgestart, kleding ontworpen en elke dag probeerde ik al mijn werknemers te voorzien van brood op de plank. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik niet genoeg tijd had in mijn dag om al mijn rollen te vervullen, als baas, als ontwerpster, als moeder.” Het is een noodkreet die we wel vaker horen bij succesvolle vrouwen, en het feit dat er een houdbaarheidsdatum op onze vruchtbaarheid staat helpt uiteraard niet.
Het creatief directeurschap wordt vaak toegewezen aan een ontwerper wanneer die tussen de 30 en de 45 jaar oud is. Als de vrouw in kwestie daarvoor dus nog niet aan kinderen is begonnen mag ze het al bijna vergeten. Sommige vrouwen slagen erin hun persoonlijke leven rond hun carrière te boetseren, slechts weinigen slagen erin hun job te buigen naar hun noden, zoals Phoebe Philo van Céline. Ze liet de designstudio van Parijs naar haar thuisstad Londen verhuizen om toch af en toe tijd met haar man en drie kinderen te kunnen doorbrengen. In 2012 schrapte het label zelfs de hele AW12 runway show om de druk voor de toen hoogzwangere Philo te verlichten – een mooi gebaar van Céline naar de designer die het label weer op de kaart heeft gezet en tot één van de meest succesvolle merken binnen de LVMH-portefeuille deed uitgroeien.
Perceptie
Heel wat heeft ook te maken met perceptie en de manier waarop mannen en vrouwen zich doorgaans gedragen op de werkvloer, zegt Stokes. “Mannen zijn mondiger en durven meer risico’s nemen – en zullen het feit dat ze een risico nemen ook luider verkondigen dan vrouwen. Ze durven ook sneller om opslag of een promotie vragen”, zegt Stokes.
Toen ik nog studeerde waren heel wat mannelijke studenten ontzettend zelfverzekerd en zo gedroegen ze zich ook. Zij waren ook de mensen die gingen aankloppen bij de grote, populaire modehuizen voor een job en een stage
“Toen ik nog studeerde (aan Central Saint Martins nvdr) waren heel wat mannelijke studenten behoorlijk zelfverzekerd en zo gedroegen ze zich ook. Zij waren ook de mensen die gingen aankloppen bij de grote, populaire modehuizen voor een job en een stage”, herinnert Phoebe English zich. “Ik denk dat je ontzettend moedig moet zijn om jezelf naar voor te schuiven voor belangrijke posities bij zo’n grote huizen.”
Toch stemt de recente aanstelling van Bouchra Jarrar bij Lanvin en Maria Grazia Chiuri bij Christian Dior (als eerste vrouw aan het hoofd van dat label) ons optimistisch over de toekomst. “Hoewel de overgrote meerderheid in de sector nog steeds mannelijk is zijn er stilaan meer vrouwen die een belangrijke rol mogen spelen”, laat Brits ontwerpster Mary Katrantzou optekenen door BoF.
Kantrantzou won de 2015 BFC/Vogue Fashion Fund, Aurora James van Brother Vellies mocht de 2015 CFDA/Fashion Award mee naar huis nemen en Johanna Senyk van Wanda Nylon won de ANDAM prijs – en dat in een landschap waar mannen meestal niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk met de prijzen aan de haal gingen.
“Ik vraag me af of er ondertussen een nieuw tijdperk is aangebroken. Het talent was altijd al aanwezig, maar vrouwelijke designers krijgen steeds meer erkenning en visibiliteit” zegt Floriane de Saint Pierre, die headhunter is voor grote modemerken. “Ik denk dat gender steeds minder een rol gaat spelen, maar wel de visie van de ontwerper, en hoe die gepaard gaat met een merk.” Logica en luxelabels, ooit zullen ze zich met elkaar verzoenen.
(via Business of Fashion, LedBetter en W Mag)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier