Ontwerpster Marie Adam-Leenaerdt verovert de modewereld

Ontwerpster Marie Adam-Leenaerdt verovert de modewereld: ‘Ik stel me altijd de vraag: zou ik dit zelf dragen?’

© Alessandro Garofalo/GF

Slechts een jaar geleden lanceerde Marie Adam-Leenaerdt haar label. Toch houdt ze deze maand al haar derde Parijse defilé en won ze het hart van de internationale modepers. Een portret van een Belgische topper die kans maakt op de felbegeerde LVMH-prijs. ‘Er is geen handleiding om een modemerk te lanceren.’

Vijf verkooppunten voor de eerste collectie, tien voor de tweede én ondertussen ook te vinden op de webshops van onder meer Net-A-Porter, Ssense en Bergdorf Goodman: de opmars van Marie Adam-Leenaerdt (27) kan niemand ontgaan. We hebben afgesproken in haar Brusselse atelier­studio, waar ons tussen inspirerend fotomateriaal en technische tekeningen ook een lithografie van haar vriend Romain Zacchi opvalt. Hedendaagse kunst valt niet weg te denken uit het leven van de 27-jarige ontwerpster. Daarnaast heeft ze ook een stevige boon voor de Belgische mode, en dan vooral voor het werk van Martin Margiela. Diens voorliefde voor constructie en deconstructie fascineert haar al jaren, bekent de oud-studente van La Cambre, die zelf niet tekent, maar ­ontwerpen meteen in 3D-maquettes uitvoert. Een tot mini-jurkje gevouwen servet dat ze haast als een talisman bewaart, vat mooi haar werkwijze samen. Het ­creatieproces anders benaderen, kleding her­uitvinden en spelen met codes: Marie Adam-Leenaerdt doet het met verve.

‘Het is mijn werk dat in de kijker moet staan, niet ik’, drukt de ontwerpster ons op het hart. Toch is de belangstelling voor de vrouw achter de kleding alleen maar toegenomen sinds het recente nieuws dat Adam-Leenaerdt geselecteerd werd voor de LVMH-prijs, een van ’s werelds meest prestigieuze modeprijzen. ‘Ik sta er zelf van te kijken hoever ik ben gekomen’, klinkt het oprecht. ‘Maar ik besef wel dat ik het laatste jaar enorm veel geluk heb gehad. Ik ben ook supergoed omringd. Mensen als Lucien Pagès (in de mode toonaangevend persattaché in Parijs, red.) en Etienne Russo van het creatieve agentschap Villa Eugénie hadden maar een paar dingen van me gezien, maar gaven me onmiddellijk hun vertrouwen en hebben me in januari ’23, amper vijf weken voor de Parijse modeweek, overtuigd om een show te organiseren – gekkenwerk.’ (lacht)

Je moet vooral de juiste mensen ontmoeten. Wilskracht en vastberadenheid spelen zeker een rol, maar uiteindelijk heb je een entourage nodig om succes mogelijk te maken.

Marie Adam-Leenaerdt

Dimitri Jeurissen, medeoprichter van het Brusselse ontwerpbureau Base Design, speelt achter de schermen al langer een belangrijke rol, vertelt Marie Adam-Leenaerdt. ‘Hij steunt me financieel, maar geeft me vooral waardevol advies.’ De twee leerden elkaar kennen toen de ontwerpster na een stage bij Balenciaga in Parijs terugkeerde naar Brussel. ‘Ik wilde toen mijn eigen ­label opzetten, maar had geen idee hoe ik daaraan moest beginnen. Dimitri had mijn werk op Instagram ontdekt en bracht me in contact met modeprofessionals die ons hun inzichten en vertrekpunten gaven. Er is immers niet slechts één manier om een modemerk te lanceren, laat staan een hapklare handleiding.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Je eerste defilé in Parijs is amper een jaar geleden. Wat herinner je je daar nog van?

‘Ik had aanvankelijk geen show gepland, dus moest ik alles snel herdenken en looks creëren. Op het moment zelf was ik dan ook vooral heel erg moe. Ik werk nooit de hele nacht door, maar ik had wel dagenlang op een hels ritme geleefd. Als alles dan achter de rug is en de druk plotseling wegvalt, is dat raar. Bovendien was het ook mijn verjaardag (27 februari, red.), waardoor er sowieso te veel dingen tegelijkertijd gebeurden. Uiteraard was het leuk om omringd te zijn door een team van professionals voor zaken als haar en make-up, en om hulp te krijgen van vrienden die niet eens in de mode zitten, maar het moment zelf heb ik niet helemaal kunnen vatten.’

Ontwerp van Marie Adam-Leenaerdt
© Alessandro Garofalo

Met alles wat er sindsdien gebeurde: wat is je geheim?

‘Nogmaals: ik denk dat je vooral de juiste mensen moet ontmoeten. Wilskracht en vastberadenheid spelen zeker een rol, maar uiteindelijk heb je een entourage nodig om succes mogelijk te maken. Al hoor ik ook vaak dat ik op het juiste moment gestart ben, en dat mijn collectie beantwoordt aan wat vrouwen echt willen omdat ze ook door een vrouw ontworpen is.’

Maakt dat anno ’24 nog zo’n groot verschil?

‘Mannelijke ontwerpers vertrekken misschien toch meer van een ideaalbeeld. Ik stel me eerder de vraag of ik mijn ontwerpen zelf zou dragen. Zo staat een mini-­jurk geweldig op een heel lang figuur, maar hoeveel vrouwen dragen dat? Ik in ieder geval niet. Zo ga ik met alles om: het is niet omdat ik van heel hoge hakken hou, dat ik ze zelf moet maken. De uitdaging is voor mij dan vaak om een midden­weg te vinden: wil ik een visueel verbluffend kledingstuk of accessoire ontwerpen dat een vrouw hooguit om de zoveel maanden zal dragen, of ga ik voor iets praktischers?’

Achter de schermen bij Ontwerp van Marie Adam-Leenaerdt

Droomde je er als kind al van om je eigen kledinglabel te hebben?

‘Helemaal niet. Ik wist echt niet wat ik wilde doen. Ik heb altijd van kleding gehouden dankzij mijn moeder, die vaak Dries Van Noten en vintage kocht en in haar jongere jaren haar volledige loon uitgaf aan pakken van Saint Laurent. Maar wat me als kind vooral aantrok, was winkeltje spelen, het maakte niet uit met wat. Ik had een fascinatie voor winkeltassen en vroeg speelgoedkassa’s als verjaardagscadeau. (lacht) Op een bepaald moment heb ik wel wat juwelen ontworpen, maar toen was er nog geen sprake van kleding maken.’

Ik denk dat je meer leert door zelf een merk op te starten dan door bij een mode­huis te blijven, je zult honderd-en-een problemen zelf moeten oplossen.

Marie Adam-Leenaerdt

Hoe kwam de modeopleiding van La Cambre dan op je pad?

‘In mijn laatste jaar middelbaar in Sint-Lambrechts-Woluwe bezocht ik twee scholen tijdens de opendeurdagen: Solvay en La Cambre. Ik had het moeilijk met wiskunde, dus begreep ik al snel dat Solvay niets voor mij was. La Cambre daarentegen vond ik geweldig, maar ik voelde me er niet klaar voor – ik had immers nog nooit iets genaaid in mijn leven. Nadien volgde ik een taalbad Nederlands waarvoor ik bij een oude dame in Antwerpen logeerde – een vreselijke ervaring waarbij ik me erg alleen voelde. Toen is de klik gekomen en heb ik besloten om toch maar deel te nemen aan het toelatingsexamen van La Cambre. Dat werd niets: ik kreeg het advies om eerst een voorbereidende kunstopleiding van een jaar te volgen. Ik leerde er zowel tekenen en schilderen als kunstgeschiedenis en raakte vervolgens wél door het toelatingsexamen, zowel aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen als aan La Cambre. Ik had geen keuzestress – ik wist dat La Cambre voor mij de juiste keuze was.’

Na het behalen van je diploma in 2020 liep je stage bij Balenciaga in Parijs. Hoe beviel dat?

‘Op zich is dat fantastisch natuurlijk: de ateliers zijn geweldig en er zijn amper grenzen aan de creativiteit. Na zes maanden werd me een vaste baan aangeboden, maar ik wist toen al dat ik niet voor een modehuis wilde werken. Ik had er constant het gevoel dat ik twee breinen nodig had: een voor alle ideeën die bij mijn werkgever pasten, en een ander voor ideeën waar ik zelf mee mee aan de slag wilde gaan. Daarnaast werkte ik bij Balenciaga enkel aan kleding, terwijl ik ook graag andere dingen zoals accessoires ontwerp en mee een globale visie wil uitstippelen.’

Maar je bleef ook niet in Parijs hangen.

‘In Parijs heb ik me nooit chez moi gevoeld. Ik miste het comfort van Brussel en de typisch Brusselse mix van mensen en culturen die me meer inspireert dan Parijs. Bovendien had ik mijn bekomst van routine. Lange werkdagen, pauzes op vaste momenten, merken dat je uitkijkt naar het weekend: in dienst van een groot modehuis is dat haast onvermijdelijk. Wanneer ik ’s avonds thuiskwam, leek het vaak alsof mijn hersenen het niet meer deden – ik miste een persoonlijke uitdaging, en tegelijk wilde ik nergens over nadenken.’

Heb je enig idee waar je met je modelabel naartoe wilt?

‘In mijn hoofd liggen de stijl en waar het merk voor staat nog niet vast. Ik ben echt al doende aan het leren: alles is voortdurend in onderzoek en ontwikkeling. Ik hoop ook dat het zo blijft, dat ik me vragen blijf stellen en evolueer in wat ik doe. De dingen haast mechanisch doen lijkt me triest. Ik ben soms vermoeiend voor mezelf omdat ik altijd uitdagingen zie en me voor driehonderd procent smijt, maar dat is wel wat ik leuk vind.’

De uitdaging is om een middenweg te vinden: wil ik een visueel verbluffend kledingstuk ontwerpen, of ga ik voor iets praktischers?

Marie Adam-Leenaerdt

Mis je het tekenen nooit om ideeën in beelden om te zetten?

‘Ik heb gewoon een ander werkproces. Ik maak soms snel een schets wanneer ik een idee moet overbrengen op anderen, maar om zelf te ontwerpen heb ik tastbare dingen nodig: kledingstukken, stof, karton en andere elementen die ik kan transformeren. Maar ik vind altijd een manier om mijn doel te bereiken. Vinted is ondertussen mijn onderzoeksbibliotheek. Ik vind er altijd bijzondere coupes en vormen, soms zelfs door gewoon naar de foto’s te kijken. Hoe ongelukkig kledingstukken er vaak bij liggen – dat inspireert me enorm.’

Ontwerp van Marie Adam-Leenaerdt
© Alessandro Garofalo

Welk advies zou je geven aan startende ontwerpers?

‘Daar heb ik niet genoeg ervaring voor, ik weet niet eens welk advies ik mezelf zou geven. (lacht) Maar ik zou zeggen: als je echt voelt dat je iets moet doen, denk dan niet te veel na, en doe het gewoon. Hoe dan ook denk ik dat je meer leert door zelf een merk op te starten dan door bij een modehuis te blijven, want je zult honderd-en-een problemen moeten oplossen. Maar je moet wel stevig in je schoenen staan, weten wat je wilt en het vuur van de overtuiging hebben. Half werk leveren werkt niet in dit vak, je moet er volledig voor gaan.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content