Wat kunnen modestudenten winnen met hun afstudeercollectie?
De komende dagen stellen modestudenten hun afstudeercollecties voor; kleding waar ze met bloed zweet en tranen aan gewerkt hebben en nu terecht voor beloond worden. Maar wat kunnen studenten mode zoal winnen? En wat betekenen die prijzen voor hen in dit economische milieu?
Het schooljaar zit er bijna op. Cursussen worden opgeborgen, pennen dichtgeschroefd en ook de studenten aan de verschillende mode-academies verwijderen de laatste rijgnaden. De komende dagen stellen ze namelijk hun afstudeercollecties voor; kleding waar ze met bloed zweet en tranen aan gewerkt hebben en nu terecht voor beloond worden. Maar wat kunnen studenten mode zoal winnen? En wat betekenen die prijzen voor hen?
Los van de -ongetwijfeld- grote eer en prestige die deze onderscheidingen met zich meebrengen is de prijzenpot de laatste jaren geëvolueerd naar een cluster met allerlei nuttige tools en indrukwekkende kansen waarmee jonge ontwerpers aan hun leven als designer kunnen beginnen. Zo kunnen ze een professionele naaimachine winnen, een eigen schoen of kleine collectie in productie brengen, portfolio’s en fotoshoots verwezenlijken, een prestigieuze etalage veroveren of hun ontwerpen over de Miele catwalk zien schrijden.
Een extra stimulans“Zulke prijzen zijn natuurlijk een extra stimulans voor studenten die een jaar lang hard werken”, zegt Katarina Van Den Bossche, docente ontwerp aan de Antwerpse Academie. “Het is een financieel ruggensteuntje waarmee ze ook nog eens contacten kunnen leggen die in hun verdere loopbaan belangrijk kunnen zijn.” De vele opmerkingen over de Belgische mode die in een dip zou zitten wuift Van Den Bossche weg. “Er is al zoveel over gezegd en geschreven geweest; veel onzin vooral. We zitten in een economisch moeilijke tijd waarin veel droevige dingen zijn gebeurd, maar die crisis is een globaal probleem dat zich heus niet enkel beperkt tot onze beroepscategorie”, aldus Van Den Bossche. “Mode gaat door en onze jonge ontwerpers doen fantastische dingen. We zien oud-studenten belanden bij grote modehuizen als Dior en Balenciaga en sommigen hebben ook het geluk te kunnen scoren met hun eigen ding.”
Dat het voor jonge ontwerpers die net op de markt komen niet makkelijk is staat buiten kijf, maar dat geldt in feite voor iedere beroepscategorie. Wie een vak aangeleerd krijgt en dat plots moet gaan beoefenen op de arbeidsmarkt krijgt vroeg of laat te maken met onverwachte administratieve rompslomp en financieel gehannes dat in wezen niets te maken heeft met wat er op school wordt aangeleerd. En net voor dat laatste worden de academies nu op de vingers getikt. Mode-ontwerpers zouden namelijk niet kunnen omgaan met de bedrijfskant van hun beroepskeuze, een verwijt dat in de schaduw van Verheyden en Van Beirendonck nodeloos over en weer wordt geslingerd. “Men moet dat relativeren”, zegt Van Den Bossche. “Onze studenten zijn zo goed mogelijk voorbereid wanneer ze afstuderen. Gedurende hun hele periode aan onze school worden ze intensief begeleid en krijgen ze te maken met de hoge werkdruk en het soms zenuwslopende creatieproces. Natuurlijk is er aan hun stiel ook een businesskantje verbonden, maar daar kunnen we ons niet op focussen.” Wie dus pleit voor een vak ‘factureren’ op de mode academies van België kan dat maar beter ook verplicht maken in alle andere professionele bachelors en masters.
Iedereen moet doen waar hij of zij het beste in is
Ook Stijn Verlinden van het persagentschap Pure is het hier volmondig mee eens. “Mode-ontwerpers moeten creëren; dat is dan ook wat ze moeten leren op school. Voor alle andere zaken doen ze beter beroep op anderen. Laat een designer ontwerpen, een boekhouder de boekhouding doen en een marketingpersoon de PR afhandelen. Zo doet iedereen waar hij of zij het beste in is.” Vanuit deze filosofie richtte Verlinden dan ook met zijn Pure-partner Tom Tack en de mensen van het grafisch ontwerpbureau Codefrisko de Pure/Codefrisko prijs op. De winnende vierdejaarsstudent aan La Cambre mag samen met de experts van Pure, Codefrisko en Benoit Bethume tijdens zijn of haar laatste jaar werken aan een volledige presentatie- en communicatiekit met een portfoliowebsite, visitekaartjes en een gedrukte voorstelling. “Communicatie is nu eenmaal een belangrijk aspect van de job”, licht Verlinden toe. “Het is een machtig werktuig om jezelf te profileren en te verkopen, zaken die voor een beginnend ontwerper essentieel zijn maar waar hij of zij misschien niet op de eerste plaats mee bezig is. Vandaar dat wij onze expertise willen koppelen aan de expertise van een jonge designer, omdat we geloven dat er op die manier de beste teams ontstaan.”
Uiteraard steekt ook Knack Weekend een beginnend designer een hart onder de vaardig ontworpen riem met een uitgebreide fotoreportage in de Knack Weekend editie ‘Mode: Dit Is Belgisch’. “Het is interessant om jong talent een platform aan te bieden en te kijken hoe die persoon zich daarna ontpopt en evolueert”, vertelt hoofdredactrice Lene Kemps. “Het is dus niet zo dat we na die fotoreportage klaar zijn met hen; we blijven hun traject op de voet volgen en zijn trots wanneer ze het goed doen. Noem het een soort petite faiblesse”, lacht Kemps.
Katrin Swartenbroux
De prijzen voor de Antwerpse modestudenten De prijzen voor de Brusselse modestudenten
De Antwerpse modestudenten stellen 7, 8 en 9 juni hun ontwerpen voor in Hangar 29. Die van het Brusselse La Cambre doen hetzelfde op 8 en 9 juni in de Hallen van Schaarbeek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier