Parijs dag 2: de grunge in Dries Van Noten
Knackweekend zag voor u in Parijs de shows van Dries Van Noten, Damir Doma, Rochas, Felipe Oliveira Baptista en Gareth Pugh
De modecaravaan heeft het dit seizoen in Parijs bijna uitsluitend over de tweekamp, later deze week, tussen Raf Simons en Hedi Slimane, bij respectievelijk Dior en Saint Laurent Paris (vroeger gewoon Yves Saint Laurent). Dat wilt niet zeggen dat andere ontwerpers zich zomaar gewonnen geven.
Zoals Dries Van Noten, die gisteren een meer dan uitmuntende collectie toonde. De ontwerper gebruikte opnieuw de garage in de wijk Montparnasse waar hij in het verleden al een aantal keren zijn shows onderbracht: een donkere, bijna claustrofobische ruimte — de absolute tegenpool van de opulente erezaal van het Hotel de Ville, waar hij recent ook een paar keer ontving.
Het idee achter de collectie was in feite typisch Van Noten: hij combineerde elementen die je eigenlijk niet samen verwacht.
Dit seizoen gooide hij onder meer ruitjesstoffen, pyjamas’s, bloemenprints, transparante nachtjapons, luipaardprints, en punkkettingen in zijn mixer. Het resultaat had iets van de punkgarderobe (of eerder nog: grunge), maar was tegelijk ook luxe. Chic, maar ook heel cool.
Een inspiratiebron? Misschien de legendarische foto van Kurt Cobain– die ook al ter sprake kwam bij de show van Raf Simons voor komende zomer; Van Noten en Simons brengen overigens allebei jurken (bij Simons: voor mannen) die er aan de voorkant totaal anders uitzien dan aan de achterkant). Adembenemend!
Damir Doma blijft zijn damescollecties verfijnen. Hij heeft een forse, enthousiaste fanclub (en een eigen boetiek in de prestigieuze rue Saint-Honoré), maar hij wordt ook niet verafgood als een Haider Ackermann, met wie zijn werk af en toe vaag verwant is. De mode van Damir Doma kan worden vergeleken met wat Christophe Lemaire doet bij Hermès, maar hij is hedendaagser, puurder ook. Luxe voor 2012, en verder.
Dat Marco Zanini, hoofddesinger van Rochas, houdt van retro is geweten. De Beach Boys op de soundtrack en een allegaartje van strakke, witte accessoires doen denken aan de jaren zestig van Courrèges. Maar dat zou te beperkt zijn. De nadruk lag op klassieke, vrouwelijke silhouetten, maar met een sportieve twist: rechte poloshirts op hoepel-, koker-, en minirokken. Het kleurenpalet varieerde van zachte pastels tot bruin en fuchsiaroze.
Felipe Oliveira Baptista toonde drie weken geleden in New York zijn collectie voor Lacoste, waarvan hij artistiek directeur is. In Parijs showt hij zijn eigen collectie, voor de zomer geïnspireerd door hiphop. Het basissilhouet is een wijd vallende, kantoenen shirt op bijpassende broek: eerst in solide blauw en kaki, later in kleurblokken en zelfs camouflageprints. Dezelfde technieken werden later in de show ook toegepast op jurken, met wisselend succes.
Bij Gareth Pugh, een zeldzame overgebleven goth (al vindt de Britse ontwerper zelf allicht van niet), hangt een geur van kaarsen in een kerk. Op de soundtrack klinkt een Spaanse versie van Roy Orbison’s Crying, en daarmee is eigenlijk alles gezegd. Pugh kijkt terug naar Spanje van lang geleden, ergens tussen inquisitie en Goya, met tussenstop op een stierengevecht. Pugh kan verbluffende, erg complexe kleren maken, maar het is allemaal wat letterlijk.
Op sommige modellen zijn traantjes geschilderd: ze zien er uit, in hun vuurrode jurken, als de huilende zigeunerinnen die je vaak op schilderijen in kringloopwinkels vindt.
Van onze redacteurs in Parijs; Jesse Brouns & Ellen De Wolf
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier