In de kast van Nathalie De Schepper: ‘Mijn kledingkast is een minimuseum van wie ik ben’

In de kast van Nathalie De Schepper © Lotte Philipsen

We duiken in de garderobe van Nathalie De Schepper. Daar vinden we vooral Belgische mode en een eclectische mix aan kwalitatieve kleding.

We worden na een regenvlaag warm verwelkomd in het appartement van Nathalie De Schepper in de Antwerpse Tentoonstellingswijk. Ze deelt haar appartement met haar vriend Michiel, een kunstenaar, en de bordercollie Vanna.

Nathalie is PR & Communications Manager bij Flanders DC en blogt op Yayzine over mode, reizen en de mooie dingen des levens. Recent zetelde ze in de jury van de eerste Belgian Fashion Awards. Dat ze een jaloersmakende garderobe heeft, wordt meteen duidelijk na een blik op haar blog of Instagrampagina. Hoe ze die samenstelde komen we te weten tijdens een gesprek over de inhoud van haar kledingkast en haar standpunt over mode.

In de kast van Nathalie De Schepper: overall van Façon Jacmin en oorbellen van Wouters & Hendrix
In de kast van Nathalie De Schepper: overall van Façon Jacmin en oorbellen van Wouters & Hendrix© Lotte Philipsen

Wat is jouw visie over shoppen?

Nathalie De Schepper: ‘Ik zie shoppen niet als een hobby. Door mijn job, mijn opleiding tot modeontwerper en mode-experimenten als tiener is shoppen wel altijd een constante geweest in mijn leven. Niet zozeer shoppen op zich, daar heb ik geen tijd voor, maar wel de zoektocht naar stuks waarin ik mezelf herken en waar ik mezelf mee kan uiten. Ik word er blij van als ik iets moois gevonden heb, maar zie shoppen niet als therapie.

Als ik iets koop doe ik dat doordacht. Ik ben geen impulskoper. Meestal ben ik al een tijdje op zoek naar iets of past het binnen mijn mindset. Ik heb ook nooit spijt van een aankoop, net omdat ik goed nadenk voor ik overga tot kopen.

Shoppen heeft een negatieve bijklank, omdat het insinueert dat je van winkel naar winkel gaat om geld uit te geven aan dingen die je eigenlijk niet nodig hebt.’

Heb je een goede kennis van je eigen stijl?

Nathalie De Schepper: ‘Ja, maar die is niet zo makkelijk te definiëren. Het is wel grappig dat mensen vaak zeggen dat mijn outfit echt iets voor mij is. Mensen herkennen mijn stijl dus, maar het is moeilijk om de vinger erop te leggen.

Ik zou zeggen dat ik een erg eclectische stijl heb, die vaak vrolijk en behoorlijk opvallend is. Ik ben zeker geen minimalist (lacht). Sportief zou ik mijn stijl niet noemen. Niet dat ik geen sneakers heb of ik niet aan sport doe, maar wanneer ik niet aan het sporten ben, zal je mij niet in een sportoutfit betrappen.

Ik ben zeker geen minimalist.

Om je eigen stijl te ontdekken moet je jezelf afvragen in welke kledingstukken uit je garderobe je het gelukkigst bent en waarom. Is het de snit, de print, het materiaal of de kleur? Kleding waar je blij van wordt en die je graag draagt is een goede leidraad in het kiezen van nieuwe outfits. Voorts vind ik niet dat er regels zijn in de mode.

Als iets strookt met wie je bent, dan is dat zo en dan hoef je niet na te denken over kleuren die passen bij jouw uiterlijk of die worden aangeraden door anderen.

Be yourself, kopieer de stijl van anderen niet en koop niet alles wat trendy is.

Ik zie mijn outfits als de ideale gespreksopener. Het is voor mij de ideale manier om mezelf uit te drukken. Mijn boodschap? Be yourself, kopieer de stijl van anderen niet en koop niet alles wat trendy is. Dat zal je uiteindelijk gelukkiger maken.’

Heb je vaste adresjes/merken waar je telkens naar teruggrijpt?

Nathalie De Schepper: ‘Absoluut, die heb ik altijd gehad. Ik hou bepaalde merken in de gaten. Ik ben sinds enige tijd afgestapt van de fast fashion ketens. Nu ik ouder en wijzer word, kies ik resoluut voor merken die ik wil steunen.

Mode heeft voor mij sowieso weinig te maken met wat de ketens doen. Zij kopiëren trends, maar daar ga ik niet naar op zoek. Door mijn job ben ik wel op de hoogte van wat er leeft en wat trendy is, maar ik koop liever zonder me af te vragen of iets wel ‘in de mode’ is.

Ik koop liever zonder me af te vragen of iets wel ‘in de mode’ is.

Mijn kleding moet lang meegaan, het is een soort archief voor mij. Mijn kledingkast is een minimuseum van wie ik ben. Als ik een kledingstuk niet waardig genoeg vind om deel uit te maken van mijn verzameling koop ik het niet.

Sinds mijn job bij Flanders DC, focus ik meer op Belgische merken. Ook daarvoor was ik al fan van Belgische mode, maar dankzij mijn werk verdiep ik me er nog meer in. Lokale merken kopen is een ideale manier om onze Belgische economie te steunen.

Het is ook leuk dat ik dankzij mijn job de mensen achter de merken beter leer kennen. Zo vind ik Julia June, Façon Jacmin en Dcember Bags hele mooie merken en draag ik ook de bezielers ervan een warm hart toe. Ik denk dat als je het verhaal achter een merk kent, je er ook sneller aan zal denken wanneer je iets nieuws nodig hebt.

In de kast van Nathalie De Schepper: in Julia June
In de kast van Nathalie De Schepper: in Julia June© Lotte Philipsen

De meeste Belgische multimerkenwinkels kopen ‘greige’ kleding in – kleding die er niet meteen uitspringt qua kleur of stijl. Dat is typisch Belgisch om brave keuzes te maken. Daarom ga ik graag shoppen bij Baby Beluga in Antwerpen, een multibrand boetiek die heel goed aansluit bij mijn stijl en wat specialere stuks durft inkopen.

Ik shop ook wel vaak online, omdat ik niet zoveel tijd heb om te gaan winkelen. Bij een duurdere aankoop, zoals een handtas, is het anderzijds ook wel leuk om in het echt de kwaliteit te ontdekken.

Zo heb ik een tas van Marvais gekocht bij Renaissance nadat ik ze online was tegengekomen. Ik heb ze gepast en werd overtuigd doordat ze past bij mijn stijl en van goede kwaliteit is.

Internationale merken die ik in de gaten hou, zijn onder andere Sézane en Nanushka. Het Franse merk Sézane vind ik interessant omdat ze tussenschakels uitschakelen en zo een hoge kwaliteit kunnen aanbieden die toch betaalbaar blijft. Ze produceren in dezelfde fabrieken als enkele high end labels.

Als ik dan toch iets koop in de ketens, is dat bij de specialere collecties. Zo heb ik wel wat stuks van de H&M Conscious, Studio en Design Award collecties.

Zou je jezelf een bewuste shopper noemen?

Nathalie De Schepper: ‘Ja, dat zeker. Vooral omdat ik geen impulsieve aankopen doe. Ik kan het duurzame aspect ook niet meer negeren. Hoe ouder ik word en hoe meer ik bezig ben met mode, hoe sterker ik de nood voel voor een duurzame mode-industrie. Dat gevoel evolueert en is zeker niet iets dat op een radicale manier in mijn leven is gekomen. Ik zie mijn bewustwording alleen maar groeien de komende jaren.

Ik zie mijn bewustwording alleen maar groeien de komende jaren.

Ik heb de voorbije jaren ook een detox gedaan in mijn kledingkast. Als je jonger bent, kan je niet altijd even kwalitatieve stuks kopen. Je hebt er het geld misschien niet voor en denkt er nog niet zo hard over na. Om wat zuurstof te creëren in mijn kast heb ik gekeken naar welke kledingstukken ik niet meer droeg en daar een andere bestemming voor gezocht.

De stuks die nog niet versleten waren heb ik via closet sales verkocht of aan vriendinnen gegeven. Goede doelen die op zoek zijn naar specifieke kledingstukken, zijn ook een goede bestemming.

In de kast van Nathalie De Schepper
In de kast van Nathalie De Schepper© Lotte Philipsen

Wat je moet doen met kleding die echt versleten is, is niet makkelijk te achterhalen. Je hebt containers en sommige winkels, zoals H&M, nemen gebruikt textiel terug, maar wat er dan precies mee gebeurt, is niet altijd even duidelijk.

Het is best om te streven naar een kast waar je niets uit wil of moet wegdoen. Voor je dat bereikt zal je waarschijnlijk wel even een detox moeten doen, zoals ik, maar probeer na de detox geen miskopen meer te doen en streef naar een mooi gecureerde garderobe.

Koester je kleding en draag er zorg voor. Koop houten kapstokken, was je kleding niet te vaak en gebruik geen wasverzachter. Denk na over de materialen die je in handen hebt en kijk voor je iets koopt naar het was-etiket en de afwerking. Het is jammer dat de materiaalkennis van vroeger wat verloren is gegaan. Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat je wol best niet wast, maar gewoon moet laten verluchten.

Het is best om te streven naar een kast waar je niets uit wil of moet wegdoen.

Ideaal zou zijn als merken zelf de verantwoordelijk nemen voor het afval dat ze creëren en kleding die stuk is of die klanten niet meer willen gewoon terugnemen en verwerken tot iets nieuws. Close The Loop is heel interessant en zou veel meer moeten toegepast worden.

Een merk zoals HNST is daarin een mooi voorbeeld. Tom Duhoux heeft een manier gevonden om met een zeer hoog percentage gerecycleerde denim nieuwe jeansitems te produceren. Ook het brillenmerk w.r.yuma is in dat opzicht interessant. Ik heb via een crowdfunding een bril besteld omdat ze zonnebrillen maken via een 3D-printer met honderd procent plastic afval.

In de kast van Nathalie De Schepper: jurk van Pluto on the Moon
In de kast van Nathalie De Schepper: jurk van Pluto on the Moon© Lotte Philipsen

Waarom nemen zo weinig merken die verantwoordelijkheid denk je?

Nathalie De Schepper: ‘Het probleem is dat veel merken tijdens hun opstartfase niet nagedacht hebben over deze problemen. Nu zijn ze te bang of vinden ze het te moeilijk om hun keten te verduurzamen.

Het zou standaard moeten zijn voor een nieuw modemerk om duurzaam te produceren. Het is zonde dat er nog merken worden opgestart die die kans niet aangrijpen.

Het is fijn dat ik dankzij mijn job vragen kan stellen aan modemerken over duurzaamheid en hen tips kan geven. Zo heb ik het gevoel dat ik persoonlijk kan proberen het verschil te maken.

Als consument kan je het grotere plaatje niet meteen aanpakken, maar je kunt wel een sneeuwbaleffect creëren

Het is ook leuk om voortdurend bij te leren en zelf dingen te ontdekken die je kunt doen. Als consument kan je misschien het grotere plaatje niet rechtstreeks aanpakken, maar je kunt wel een sneeuwbaleffect creëren. Op je eigen manier verschil maken en het voorbeeld geven kan op termijn wel effect hebben. Ik vind het excuus dat het gedrag van een individu geen verschil kan maken dan ook heel jammer.

Tijdens Earth Overshoot Day werd er dit jaar berekend wat de impact zou zijn als we allemaal wat minder vlees zouden eten, de auto eens zouden laten staan, één vliegreis minder zouden maken en minder lang zouden douchen. De impact was immens en het beste bewijs dat kleine beetjes wel degelijk helpen als we de handen in elkaar slaan en samen proberen duurzamer te leven.

In de kast van Nathalie De Schepper
In de kast van Nathalie De Schepper© Lotte Philipsen

Vooral het feit dat je er andere mensen mee kunt inspireren vind ik belangrijk. Begin bij jezelf en begin met iets kleins. Voor je het weet volgen andere dingen. Als iedereen een eigen ritme zoekt, lukt het wel. Deel je ervaringen en tips, communicatie is zo belangrijk. Ook de media spelen hier een grote rol. Als het in de media gaat over mode, mag het voor mij wat meer gaan over de verantwoordelijkheid van merken en de maatschappelijke context.

Ik heb steeds vaker het gevoel dat er twee kampen gaan ontstaan: people who give a fuck and people who don’t give a fuck.

Bij Flanders DC hebben jullie een campagne genaamdIk Koop Belgisch’. Wat mogen we daar juist onder verstaan?

Laat ons wat minder bescheiden zijn en het lokale talent bewonderen.

Nathalie De Schepper: ‘Kort gezegd willen we dat Belgen trots zijn op Belgische mode en design en de lokale economie steunen. Het is voor Belgische labels erg moeilijk om te concurreren met internationale bedrijven. Het is jammer dat er weinig ruimte is voor lokale initiatieven. Laat ons allemaal wat minder bescheiden zijn en het lokale talent echt bewonderen.

Mijn collega Jasmien Wynants zegt vaak: ‘Elke euro die je uitgeeft, is een stem die je uitbrengt over hoe je wilt dat de wereld eruitziet.’ Het is belangrijk om in het achterhoofd te houden dat je iets goedkeurt door er geld aan te geven.

Ik ben een positivo, dus ik zie nog erg veel potentieel in de Belgische modemarkt.

Er is wel animo voor Belgische mode, maar studies wijzen uit dat men nog niet altijd weet welke merken Belgisch zijn. We hebben dus nog wat werk aan de winkel en daarvoor dient de ‘Ik Koop Belgisch’-campagne. Merken en winkels kunnen on- en offline aanduiden dat ze Belgische mode verkopen en zo de consumenten informeren. Ook buitenlande klanten kunnen daardoor aangetrokken worden. Zo heeft Belgische mode een heel goede naam in andere landen en is de Aziatische consument echt gek op onze mode. Hopelijk schijnt dat ook af op Belgische klanten.

Ik ben een positivo, dus ik zie nog erg veel potentieel in de Belgische modemarkt. De nieuwe generatie consumenten lijkt ook bewuster om te gaan met hun koopkracht. Dat stemt me gelukkig.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content