Hoe ‘schoon’ waren onze kleren in 2016?
De modewereld is een van de meest vervuilende industrieën op aarde. Naast het milieu lijdt ook de mens hieronder. Gelukkig zorgen enkele pioniers voor verbetering en springen de grote spelers ook op de kar. Hoe eerlijk en milieuvriendelijk waren onze kleren het voorbije jaar? We zochten het uit.
Laat ons van wal steken met een citaat van trendwatcher Li Edelkoort uit een lezing die ze gaf tijdens Business of Fashion’s Voices in Oxfordshire: ‘De lage prijzen van kleding uit ketens impliceren dat ze weggegooid mogen worden, zoals een condoom, in plaats van gekoesterd te worden. Dat leert jonge consumenten dat mode geen waard heeft.’ Edelkoort vindt het absurd dat de echte waarde van kledij niet weerspiegeld wordt in de prijzen van modemerken. Een behoorlijk pessimistisch begin van dit verhaal, maar helaas nodig om met de voeten op de grond te blijven. Neen, onze mode was in 2016 nog niet zo duurzaam als we zouden willen.
De lage prijzen van kleding uit ketens impliceren dat ze weggegooid mogen worden, zoals een condoom.
Maar was het dan alleen maar kommer en kwel? Dat ook niet bepaald. Er waren talloze initiatieven, evenementen, lezingen, artikels en mensen die aantoonden dat de groep die zich bewust bezighoudt met eerlijke mode breder is dan de niche. We vroegen enkele duurzame mode-experts om hun licht te werpen op het voorbije jaar aan de hand van verschillende thema’s, die hieronder worden uitgediept.
Oproep tot transparantie
De controle op menswaardige werkomstandigheden en de impact op het milieu bleef ook het voorbije jaar moeilijk. ‘Het gebrek aan transparantie in de keten kost levens’, klinkt het bij de experts.
In april 2016, op Fashion Revolution Day, werd daarom de Fashion Transparancy Index van Fashion Revolution en Ethical Consumer de wereld in gestuurd. Drie jaar na de Rana Plaza ramp in Bangladesh, waarbij 1.134 mensen om het leven kwamen, willen de organisaties de transparantie van de mode-industrie in kaart brengen. Wanneer een kledingstuk volledig traceerbaar is – van het rauwe materiaal waaruit het gemaakt wordt tot het afgewerkte product – kunnen merken, overheden en consumenten nagaan of alles eerlijk verloopt en wie verantwoordelijk kan worden gesteld indien dit niet zo is.
Een voorbeeld van waarom transparantie in de volledige keten zo belangrijk is, is het nieuwsfeit dat Syrische (kind)vluchtelingen illegaal aan het werk worden gezet in kledingfabrieken en moeten werken in mensonwaardige omstandigheden. De merken die samenwerkten met deze fabrieken beweerden dat ze geen weet hadden van deze praktijken.
In het Fashion Transparancy Index rapport deden de organisaties onderzoek naar veertig bekende merken. Ze gaven hen de kans om een vragenlijst in te vullen, maar kregen slechts van tien merken antwoord. De rest werd beoordeeld op basis van info die ze openbaar maken, want open communicatie is heel belangrijk in de strijd om transparantie. De best scorende merken uit het onderzoek waren H&M, Inditex en Levi Strauss & Co.
Dit wil niet zeggen dat het duurzame merken zijn, maar wel dat ze erg hun best doen om zo duidelijk mogelijk te communiceren, waarvoor ze alvast een pluim verdienen. In de categorie van slechtst scorende merken stonden opvallend veel high-end modebedrijven, waaronder Chanel, Hermes en Fendi. Zij communiceren even slecht als Forever 21 en Claire’s Accessories.
Enkele laagtepunten
- ‘Het succes van de grote ketens met goedkope niet-kwalitatieve kledij blijft groot. Dit is niet alleen niet duurzaam omwille van de niet ecologische productie en onethische arbeidsomstandigheden, maar ook een probleem omwille van de massaconsumptie. Goedkope niet-kwalitatieve kleding zet aan tot meer kopen waardoor we meer grondstoffen nodig hebben en dus zwaarder wegen op het milieu.’ – Karlien Wouters
- De pioniersshop Today is a Good Day in de Antwerpse Nationalestraat sloot dit jaar de deuren na faillissement.
- Syrische (kind)vluchtelingen werden illegaal aan het werk gezet in kledingfabrieken.
- (Dodelijke) ongelukken in textielfabrieken in ontwikkelingslanden, zoals een brand in een Indiase fabriek, waarbij dertien doden vielen.
Belofte maakt schuld
Na de Rana Plaza ramp werden er veel beloftes gedaan door modemerken, maar drie jaar later werden die nog niet (volledig) ingelost. ‘Het was een jaar van gebroken beloftes’, stelt Sara Ceustermans van de Schone Kleren Campagne. ‘Na de instorting van de kledingfabriek in Bangladesh in 2013 beloofden de kledingbedrijven om de Bengaalse fabrieken veiliger te maken. Helaas liepen de renovaties grote vertragingen op, waardoor nog steeds tienduizenden kledingarbeid(st)ers in onveilige fabrieken moesten werken. Na acties in het voorjaar werd een deel van de vertraging gelukkig weggewerkt. Dit was duidelijk een geval van ‘ethical washing’. Ze communiceren dat ze inspanningen doen om de kledingfabrieken veiliger te maken, maar in de praktijk komt er veel te weinig van terecht.’
Merken communiceren dat ze inspanningen doen om de kledingfabrieken veiliger te maken, maar in de praktijk komt er weinig van terecht.
Bovendien zijn er heel wat merken of retailers die de woorden ‘duurzaam’, ‘ethisch’ en ‘ecologisch’ in de mond nemen zonder bewijsmateriaal te leveren, zoals certificaten. Karlien Wouters van Fairtrade Belgium licht toe: ‘We zien dat meer en meer merken met termen als eerlijk en fair beginnen jongleren, zonder label of tastbaar bewijs. We vinden die externe controle toch cruciaal om zowel voor de boeren, arbeiders als consumenten garanties te kunnen bieden.’ Dat duurzame mode populairder wordt bij de consument is positief, maar wanneer merken buzzwoorden gaan gebruiken en mensen om de tuin leiden met loze beloftes om meer winst te maken, is dat problematisch.
Onderzoek naar biokatoen
In 2016 werd biokatoen onder de loep genomen door Rank A Brand, in opdracht van het Wereldnatuurfonds (WWF), Solidaridad en Pesticides Action Network UK (PAN). ‘Uit ons onderzoek blijkt dat enkele grote bedrijven zoals IKEA, C&A, H&M en Adidas stappen hebben gezet met betrekking tot beleid en gebruik van duurzaam katoen, maar dat er nog veel verbeterd moet worden op vlak van transparantie over beleid, afname en traceerbaarheid van duurzaam katoen. Bedrijven als Foot Locker, Auchan, Hermès en Ralph Lauren scoorden erg slecht door geen informatie over dit onderwerp openbaar te maken’, vertelt Radboud van Delft, directeur van Rank A Brand.
Uit onderzoek blijkt dat enkele grote bedrijven zoals IKEA, C&A, H&M en Adidas stappen hebben gezet met betrekking tot beleid en gebruik van duurzaam katoen.
De organisaties die het onderzoek uitvoerden, roepen retailers en merken op om tegen 2020, of sneller, 100% duurzaam katoen te gebruiken. De markt van biokatoen is immers bedreigd door het tekort aan afnemers.
In België zijn er wel enkele merken en bedrijven die een pluim verdienen. ‘Een merk van eigen bodem dat mooi en transparant weet te communiceren is Stanley & Stella. Hoewel het merk meer dan zevenhonderd verkooppunten in Europa heeft en in de top tien van grootste afnemers van biokatoen ter wereld staat, is het merk in België niet altijd even gekend’, weet Jasmien Wynants van het FFI ons te vertellen. Ook JBC en C&A (gesticht in Nederland, maar momenteel bevindt de hoofdzetel zich in Vilvoorde) leveren inspanningen op gebied van biokatoen.
Maar het is niet de mode waarin er het hardst wordt geïnvesteerd in biokatoen. ‘De leiding wordt vooral genomen door publieke aankopen (door steden, OCMW’s, universiteiten) van werkkledij of ander textiel. Daar zit de grootste groei. In totaal werd er in 2015 (de cijfers van 2016 zijn nog niet afgesloten) 21% meer Fairtrade katoen verkocht door producenten. Dat kwam voornamelijk in de werkkledingmarkt terecht’, weet Karlien Wouters uit ervaring.
Fair Fashion Festiviteiten
Een van de vrouwen die duurzame mode al jaren op de kaart zet en ook in 2016 weer een pioniersrol op zich nam is Safia Minney, de oprichtster van het duurzame modemerk People Tree. Ze zakte dit jaar af naar de Vooruit in Gent om te praten over duurzame mode en wist een volle zaal te trekken. Ook wij waren erbij en konden haar interviewen. Tijdens het evenement stelde ze haar boek ‘Slow Fashion: Aesthetics Meets Eethics’ voor en verklapte ze dat ze aan het werken is aan een nieuw naslagwerk over moderne slavernij. Daarvoor rondde ze intussen een succesvolle Kickstartercampagne af.
De talloze fair fashion events tonen aan dat duurzame mode het geitenwollensokkenimago van zich af heeft geschud.
Maar het bezoek van Safia Minney was zeker niet het enige evenement in België dat erop wees dat de ethische consument in 2016 niet meer in een nichehokje geduwd kan worden. ‘Ik heb het gevoel dat er steeds meer vraag is vanuit de consument naar duurzame mode. Het Fair Fashion Fest in Gent had meer dan 3700 bezoekers. Daarnaast toonde het MOOI Festival in Antwerpen dat duurzame mode veel meer is dan wat er traditioneel mee geassocieerd wordt. Duurzame mode is er voor iedereen: of je nu van high-end designs houdt, je geld graag uitgeeft aan tijdloze kwalitatieve basisstuks of liever tweedehands koopt. Ook initiatieven zoals de kledingbibliotheek Les ReBelles d’Anvers die in 2016 als pop-up in Antwerpen opdook en The Empty Shop waar in de kerstperiode kleren een tweede leven kregen waren een succes’, vindt Jasmien Wynants. Het regende duurzame mode-evenementen in 2016. Een positieve ontwikkeling die aantoont dat duurzame mode het geitenwollensokkenimago van zich heeft afgeschud.
Ook wij hielden in 2016 een duurzaamheidsdebat, met onder meer de Brusselse ontwerpster Ilke Cop die dit jaar volledig terecht de Future of Fashion Award in ontvangst mocht nemen. Een ander Belgisch duurzaam label dat in de prijzen viel in 2016 is Rombaut, het veganistische schoenenmerk. Het merk werd uitgeroepen tot Beste Nieuwkomer tijdens de PETA Fashion Awards.
Enkele hoogtepunten
- Fashion Revolution Day was ook dit jaar weer een succes, met heel wat deelnemers wereldwijd.
- ‘Veel steden in Vlaanderen organiseerden ‘fair fashion’ events, zoals Hasselt, Gent, Mechelen, Sint-Niklaas en Antwerpen. Dat er veel volk op afkomt toont aan dat er veel interesse is in het thema.’ – Sara Ceustermans
- Emma Watson toonde opnieuw haar fair fashion hart en bracht samen met het duurzame modemerk Zady een collectie op de markt.
- ‘In april 2016 lanceerde JBC een tweede Cradle to Cradle collectie en voor de gelegenheid nam het FFI hun duurzaamheidsinspanningen onder de loep. Daaruit bleek dat JBC niet enkel focust op projecten met communicatiewaarde, maar ook achter de schermen de verduurzaming doorvoert.’- Jasmien Wynants
- De winnaar van de H&M Design Award is Richard Quinn, een jonge ontwerper die inzet op duurzame mode met haute couture-eigenschappen.
- Er kwamen niet duurzame shopadresjes bij, zoals Supergoods in Gent en F.A.A.M in Antwerpen. Ook openden Bruno Pieters en La Fille d’O flagship stores in Antwerpen.
- ‘Textielontwerpster Lotte Martens maakte een installatie met textieloverschotten die de fysieke vertaling is van het online Close The Loop platform van het FFI. Deze installatie tourt volgend jaar door binnen- en buitenland om designers en bedrijven aan te sporen om actie te ondernemen.’ – Jasmien Wynants
- ‘ReaGent: Er kan nog zoveel gedaan worden in de ‘biotech’-sfeer. In Gent opende er een lab waarin je kan experimenteren met het ‘groeien’ van materiaal dat je als alternatief voor textiel kan inzetten. Schoenontwerpster Kristel Peeters experimenteert al in dit labo, dat actief op zoek gaat naar samenwerkingen met ontwerpers uit mode en design. Textiel gemaakt uit paddenstoelen of thee is geen verre toekomstmuziek meer.’ – Jasmien Wynants
- ‘De samenwerking van Post-Couture met alumni van de Antwerpse mode-academie: Het Post-Couture Collective werkt aan een wereldwijde community van ontwerpers die bereid zijn open source patronen aan te bieden die je dan voor een klein bedrag kan aankopen en downloaden. Met dat patroon stap je naar een ‘makerspace’ bij jou in de buurt waar je je eigen kleding stuk op maat laat lasercutten en je het zelf in elkaar kan zetten zonder dat je daarvoor enige technische ervaring moet hebben. Dit jaar ontwierpen 5 beloftevolle alumni van de Antwerpse Modeacademie een aantal stuks om te tonen dat het kan.’ – Jasmien Wynants
- De winnaars van de Global Change Award bieden innovatieve oplossingen voor enkele problemen waar de de mode-industrie mee kampt op gebied van duurzaamheid.
Hoe maken we van 2017 een duurzaam jaar?
Yana Gaevskaya van Femme Collective ziet de toekomst groen in, indien alle partijen de mogelijkheden die zich voordoen aangrijpen. ‘Volgens Pantone wordt de kleur van 2017 ‘Greenery’.‘ Na annus horribilis 2016 kunnen we wel een fris groen gebruiken om het nieuwe jaar in te zetten met een schone lei, zoals de lente die een nieuw begin inluidt.
‘De evolutie komt in een versnelling, maar de grootste opportuniteiten blijven nog onaangeroerd. Tot nu toe worden voornamelijk oude businessmodellen gebruikt om duurzame mode de wereld in te sturen: pop-ups, webshops, nichemerken die duurzaamheid als hun USP gebruiken en afzonderlijke duurzame modecollecties bij de grotere ketens. Er zijn nog zoveel innovaties om te ontginnen in de duurzame mode. Ondernemers, bestaande merken en retailers kunnen samenwerken om nieuwe duurzame initiatieven tot stand te brengen. Merken kunnen meer inzetten op beleving en educatie van hun consument, want tenslotte koopt men niet meer enkel een product, maar ook een beleving. De manier waarop en waarom we shoppen zal één van de grootste katalysators naar duurzaamheid zijn.
Bewustwording is heel belangrijk: de consument moet leren wat hij of zij echt nodig heeft, openstaan voor alternatieven en zich laten leiden door experts. Daarop kunnen retailers inspelen door de opportuniteiten van herstel, ruil, verhuuropties en recyclage aan te bieden. Modemerken kunnen dan weer innoveren op het vlak van technieken en materialen,’ verduidelijkt Yana Gaevskaya.
Opnieuw klinkt de boodschap bij de verschillende experts die hun mening gaven over het voorbije jaar dat we met onze portefeuille moeten spreken en merken moeten blijven vragen om duurzamer te werk te gaan. ‘Mijn raad voor 2017 is om samen druk blijven zetten op de modemerken én de overheid. Die laatste wordt te vaak vergeten in dit verhaal. De Belgische overheid zou transparantie kunnen verplichten aan kledingbedrijven. Of een convenant afsluiten met de sector, zoals in Nederland, waardoor kledingbedrijven verplicht zouden zijn om een actieplan te ontwikkelen om de arbeidsomstandigheden in de keten te verbeteren’, besluit Sara Ceustermans.
Houd de vinger op de knip voor merken die duidelijk lak hebben aan duurzaamheid.
Houd de vinger dus op de knip voor merken die duidelijk lak hebben aan duurzaamheid. Surf naar Rank a Brand om na te gaan welke merken wel hun best doen en steek deze een hart onder de riem. ‘In 2017 is het de bedoeling om opnieuw een groot onderzoek naar modemerken te doen. Iedereen kan dit onderzoek steunen en ons ook laten weten welke merken zij bij voorkeur onderzocht willen zien’, laten we ons vertellen door Radboud van Delft. En ook op de website van Close the Loop van het FFI vinden we uitgebreide informatie over merken en projecten, waarop we ons kunnen baseren wanneer we keuzes moeten maken over de inhoud van onze kledingkast.
Wordt 2017 het jaar waarin duurzame mode mainstream wordt? Waarschijnlijk niet, duurzame verandering gebeurt traag maar gestaag en de uitdagingen zijn niet van de poes. Maar dat er het komende jaar weer belangrijke stappen gezet zullen worden in de juiste richting, daar durven we ons hand wel voor in het vuur te steken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier