Belgische modebeloftes: 3 gloednieuwe labels om in het oog te houden
Ook in tijden van dalende verkoopcijfers, faillissementen en verduurzaming blijft een eigen label tot de verbeelding spreken. Drie nieuwkomers vertellen waarom zij de sprong wagen.
Julie Kegels: ‘Weten waarmee je bezig bent’
Julie Kegels studeerde in 2021 af aan de Antwerpse Modeacademie en proefde bij Meryll Rogge en Maison Alaïa onder Pieter Mulier van het runnen van een modebedrijf. Dit voorjaar hield ze tijdens de Parijse modeweek haar eigen label boven de doopvont.
2023 was een jaar vol verandering voor Julie Kegels (25). Niet alleen verliet ze het ouderlijk huis in Berchem en ging ze samenwonen met haar vriend, ze werkte ondertussen ook aan haar eerste eigen modecollectie 50/50: zowel speelse als elegante ontwerpen die in één silhouet telkens verschillende stijlen en de veelzijdigheid van vrouwen oproepen. De voorstelling ervan in Parijs eind februari zette Kegels op de kaart als een naam om in de gaten te houden en overtuigde meteen veertien verkooppunten, van Renaissance in Antwerpen en Tasoni in Zürich tot boetieks in de Verenigde Staten en Japan.
‘Ik heb altijd van mijn eigen modelabel gedroomd’, zegt Kegels. ‘Mede dankzij de steun van mijn ouders was mijn jeugd eigenlijk één lange voorbereiding daarop. Zo kreeg ik thuis enorm veel cultuur en geschiedenis mee. Na de schooluren had ik tekenles. Toch was het een verrassing toen ik op mijn achttiende mocht beginnen aan de modeopleiding. In mijn ogen was het ingangsexamen gewoon een gelegenheid om mezelf eens te testen.’
De Antwerpse ging het afgelopen jaar niet over een nacht ijs. Zo consulteerde ze talloze modeprofessionals en deed ze daarnaast beroep op de knowhow van haar vader Xavier die eind jaren tachtig, begin jaren negentig de tassenmerken Kipling en Hedgren oprichtte. ‘Ik wilde dit op eigen kracht doen, maar een modelabel uitbouwen is zo complex dat andermans ervaring me alleen maar kon helpen. Bovendien combineerde mijn vader het creatieve luik altijd met het zakelijke aspect, wat ik zelf ook heel belangrijk vind. Hoe graag ik ook ontwerp en met andere gepassioneerde jonge mensen samenwerk, je moet wel kennis hebben van de sales, productie, logistiek, distributie en boekhouding. Anders weet je gewoon niet waarmee je bezig bent. Er komt heel veel me op af en alles is nu de eerste keer, maar ik leer al doende en dat is fijn.’
Hoe de aanhoudende crisisberichten uit de mode-wereld bij haar binnenkomen? ‘Uiteraard maakt het me bang als ik lees dat er weer een label failliet is en dat de sector met een overaanbod kampt. Mijn eigen merk runnen ís ook een grote verantwoordelijkheid. Maar tegelijk volg ik gewoon mijn hart, alsof dit doen mijn instinct is of zo. En niet proberen om je allergrootste droom in vervulling te laten gaan, hoe jammer zou dat niet zijn?’
11PM: ‘Weerstand bieden aan pessimisme’
Pieterjan Van Biesen is directeur marketing en communicatie van het modehuis Natan in Brussel, Marie-Charlotte Vermeulen – nicht van Edouard Vermeulen – ontwerpt er de accessoires. Vlak voor de zomer lanceerden ze samen het genderneutrale 11PM.
‘Net als Marie-Charlotte wil ik mijn creatieve vleugels al langer uitslaan’, vertelt Pieterjan (36). ‘We zijn beiden supergelukkig in onze job bij Natan, maar we fantaseerden er de laatste jaren graag over om iets volledig van nul op te bouwen en carte blanche te hebben.’
Toch was ze er op haar eentje niet aan begonnen, benadrukt Marie-Charlotte (37): ‘Een eigen modelabel opstarten is erg intensief en brengt heel wat stress en onzekerheid met zich mee. Bovendien zijn we allebei wel amateur-tekenaars, maar wilden we ook zaken als patroon-tekenen onder de knie krijgen. Dan is het fijn wanneer je de werklast en moeilijkheden met iemand kunt delen. Onlangs zaten we tot een stuk in de nacht knopen te tellen, maar met z’n tweeën wordt zo’n vervelende klus toch leuk.’
De ‘tailored streetwear’ van het Brusselse duo – een combinatie van de klassieke kledingstijl van de een en de modegevoeligheid van de andere – omvat in totaal vierentwintig, vaak oversized items. Omdat ze op verschillende manieren gedragen kunnen worden, passen ze elk lichaam, benadrukt Van Biesen, ongeacht je lengte, breedte of gender. ‘Een nieuw modelabel lanceren heeft vandaag enkel zin als het een antwoord biedt op ethische vraagstukken en een mentaliteitswijziging in de hand werkt. Voor ons gaat dat dan over het hokjesdenken dat mensen verhindert om goed in hun vel te zitten, maar ook over de overconsumptie en wegwerpmentaliteit. Zo houden we onze collectie bewust beperkt en zetten we in op tijdloze ontwerpen die langer dan een seizoen beschikbaar zullen zijn.’
Ook afprijzingen zijn uit den boze bij 11PM. ‘Een hemd kost 350 à 400 euro en een broek 650 à 750 euro, maar daarvoor heb je wel een kwalitatief en duurzaam in Europa gemaakt stuk dat met de juiste zorg jaren meegaat. Dat is beter dan hopen brol te kopen die je maar enkele keren draagt en ook als brol behandelt.’
Een agent in Parijs, vergevorderde gesprekken in Nederland en een presentatie op de jongste modeweek in Kopenhagen: de ambities van het tweetal spreken voor zich. ‘Omdat we dit honderd procent op onze manier wilden doen, hebben we onze eigen spaarcenten geïnvesteerd’, legt Van Biesen uit. ‘Maar dat betekent ook dat we het echt moeten waarmaken. We weten dat er geen garanties zijn in de mode – sommige labels doen alles juist en slaan toch niet aan – maar we zullen onszelf alvast geen half werk moeten verwijten.’
‘Op een bepaald moment broed je zo lang op een idee dat je wel moet’, vult Vermeulen aan. ‘Anders blijf je altijd denken: what if? Hopelijk inspireren we anderen om weerstand te bieden aan pessimisme en eveneens hun dromen na te jagen. Hoe je het ook draait of keert, je hebt maar één leven, het is nu dat je het moet doen.’
Juraj Straka: ‘Niet in de val van het modesysteem trappen’
Na een indrukwekkend parcours als print-designer bij internationale modehuizen opende Juraj Straka vier jaar geleden zijn eigen textielstudio in Antwerpen. Eind vorige maand stelde hij zijn eerste collectie mannenhemden voor.
Zes jaar bij een dochteronderneming van Hermès in Lyon, vervolgens drie jaar bij Schiaparelli in Parijs en vier jaar bij Dries Van Noten in Antwerpen: de van oorsprong Slowaakse Juraj Straka (40) heeft al sinds zijn negentiende een abonnement op topjobs. Begin 2020 koos hij voor de vrijheid en richtte hij in Antwerpen zijn textielstudio JS op. Sindsdien ontwerpt hij grotendeels met de hand geschilderde prints voor merken als Essentiel Antwerp, Natan en Meryll Rogge.
‘Mijn liefde voor textiel en drukke prints dateert al van mijn kindertijd’, vertelt Straka. ‘In de jaren tachtig was leuke kleding amper te vinden in Tsjecho-Slowakije, dus zag ik de vrouwen in mijn familie voortdurend zelf spullen naaien, breien en haken. Bovendien hielden ze ook allemaal van kleur en bloemen, zodat ik ondanks de grauwe context toch in een heel vrolijke bubbel opgroeide.’
Een eigen merk stond nooit op zijn verlanglijst, bekent Straka. ‘Een printdesigner werkt in de schaduw en dat vond ik prima. Alleen was ik na de oprichting van mijn textielstudio ook mijn eigen sales- en pr-manager en wilde ik bij meetings met potentiële klanten iets dragen dat uitdrukte wat ik te bieden had. Wanneer ik een nieuwe collectie prints ontwikkelde, liet ik van een bepaalde stof dus altijd wat extra meters weven zodat ik er een hemd van kon maken. Daar kwamen telkens zulke enthousiaste reacties op dat ik er na drie jaar niet meer onderuit kon: hier zat meer in.’
De capsulecollectie die hij nu onder zijn eigen naam voorstelt, telt negen hemden die telkens in een beperkte oplage van hoogstens veertig stuks verschijnen. De stoffen worden geprint in Italië, waarna Slowaakse ateliers de hemden vervaardigen. ‘Een duurzame aanpak gaat voor mij niet alleen over het beperken van stock en enkel produceren wat je verkoopt, maar ook over het ontwikkelen van lokale economieën en iets teruggeven aan de gemeenschap. Daarnaast verkoop ik de hemden bewust enkel via mijn eigen website, anders lopen de kosten voor de eindconsument zo snel op dat je amper nog van een eerlijke prijs kunt spreken.’
Bovenal wil hij niet in ‘de val van het modesysteem’ trappen, benadrukt Straka. Zo zullen toekomstige collecties niet op vaste momenten verschijnen, maar wanneer hij daar zelf klaar voor is, en staat uitbreiding met swimwear of andere kledingstukken voorlopig niet op de agenda. ‘Ik draai lang genoeg mee om te weten hoe deze sector mensen verteert. Veel ontwerpers laten zich meeslepen door hun enthousiasme en ambitie, en anders is het wel het dwingende ritme van de modeseizoenen dat hun het mes op de keel zet. Dan schrijf ik liever mijn eigen regels. Dit is het eerste project waarbij ik van A tot Z alles zelf mag beslissen – ik heb me voorgenomen dat elke stap die ik zet me blij moet maken.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier