Nu ook giganten Zara en H&M mindere cijfers noteren, nadat al verschillende andere grote fast fashion-ketens dat deden, is het tijd om even stil te staan bij een belangrijke vraag: worden we fast fashion moe?
Inditex SA, de onderneming achter winkelketen Zara, kondigde vorige week aan dat haar rendabiliteit vandaag op het laagste niveau staat in acht jaar, grote concurrent Hennes & Mauritz AB moest vertellen dat de maandelijkse verkoop voor het eerst in vier jaar tijd gedaald is. De mededelingen zorgden voor een daling van beide aandelen. Ook andere ketens, zoals GAP en Banana Republic zagen onlangs een daling in hun verkoop.
De megaretailers waren decennia lang plaatsen die iedereen nu en dan wel eens bezocht, bijvoorbeeld omdat er basisstukken te vinden waren die je gemakkelijk met andere kleren kon matchen. Tegenwoordig lijken dergelijke merken echter minder kledij te ontwerpen die mensen graag willen dragen, zo getuige de dalende verkoopscijfers.
Een eerste verklaring daarvoor zou liggen bij de ontwerpers zelf. Sommige merken gaven afgelopen zomerseizoen al toe dat er extra inspanningen nodig waren voor hun producten. Een woordvoerder van Ann Taylor zei bijvoorbeeld dat hun kledinglijn “een proces onderging waarbij de pasvorm zou worden aangepast om een modernere invalshoek uit te stralen”. Banana Republic moest nog toegeven dat het een blazer had ontworpen waarvan het onmogelijk was om hem te dragen.
Ook de grote opkomst van online winkels is volgens Business of Fashion een belangrijke bedreiging voor de grote fast fashion-winkels. Bovendien, ook aldus BoF, zouden consumenten steeds liever geld uitgeven aan andere zaken dan kleren. Ten slotte staan ook steeds meer mensen stil bij de consequenties van fast fashion op het milieu en mensenrechten.
Of er effectief een trend is ingezet, is nu nog koffiedik kijken. Zo zegt Inditex dat haar dalende groeimarge vooral veroorzaakt werd door wisselvallige koersen. En voor de duidelijkheid: noch Zara, noch H&M zijn verlieslatende bedrijven.
