Jesse Brouns

‘Als ik tijdens de modeweken om me heen kijk, zie ik overal sterke vrouwen’

Er waait al even een feministische wind door het modelandschap. Onze mannelijke modejournalist maakt het mee vanop de eerste rij en geeft er zijn visie op.

Hoe je het ook draait of keert, het zijn barre tijden voor de mensenrechten – en in het verlengde daarvan: voor de vrouwenrechten.

In Amerika staat (onder meer, zoveel is duidelijk) de vrije keuze voor abortus op losse schroeven. In Rusland werd enkele weken geleden de wetgeving op huiselijk geweld verzacht: wie zijn vrouw of kind in elkaar slaat, riskeert voortaan niet langer gevangenisstraf. In andere delen van de wereld is seksisme min of meer ingeburgerd. In Japan worden vrouwen nog altijd beschouwd als tweederangsburgers. In het Midden-Oosten en Afrika is de situatie niet onmiddellijk rooskleurig – waar te beginnen? En in ons eigen, al bij al behoorlijk liberale, land hebben we in het recente verleden wel een openlijk homoseksuele premier gehad, maar nog nooit een vrouwelijk staatshoofd.

En in het wonderland dat mode heet? De sector is altijd relatief behoudsgezind geweest en een aantal aspecten van de textielindustrie kan zelfs kwaadaardig worden genoemd: er is slavenarbeid (die arme Karl Lagerfeld, straks negentig en nog altijd zwoegen als een Brabants trekpaard), dierenmishandeling (die arme krokodillen), milieuvervuiling, gekonkelfoes met dictators en onfrisse regimes. Maar de sector creëert jobs. In Bangladesh, en in de Verenigde Staten, waar LVMH-baas Bernard Arnault (Vuitton, Dior, Givenchy en wat dies meer zij) Donald Trump heeft beloofd om snel een aantal nieuwe fabrieken te bouwen. De sector organiseert zich sinds enkele jaren ook om de situatie van arbeiders in lagelonenlanden te verbeteren, of de nog veel te hoge ecologische voetafdruk te verminderen. Maar de mode voert nog vaak propaganda voor heteronormatieve rolpatronen. In advertenties worden vrouwen – in de praktijk vooral meisjes van een jaar of zestien – nog heel vaak afgebeeld als pure lustobjecten. Dat geldt overigens ook voor jongens, maar daar wordt doorgaans minder schandaal van gemaakt.

Als ik tijdens de modeweken om me heen kijk, zie ik overal sterke vrouwen

Wat denken gewone vrouwen van dergelijke campagnes? Is zo’n nimf echt in staat om beha’s of handtassen aan te smeren? De godganse familie Kardashian die poseert voor Balmain: heeft dat effect op de verkoopcijfers of geeft het het merk een affectieve meerwaarde? En in het verlengde daarvan: is Kim Kardashian een feministisch icoon, of toch gewoon een bimbo? En Melania Trump – is het op zich geen grote stap voor het vrouwendom dat een derderangse oostblokmannequin met een toch enigszins louche reputatie First Lady van het Westen is geworden? Hm, wie weet.

Op ongeveer hetzelfde moment dat in Washington en elders in de wereld honderdduizenden vrouwen tegen Trump marcheerden, sloot in Parijs Jean Paul Gaultier zijn coutureshow af met een jonge blonde bruid die van een schommel in een korenveld in de armen van een gespierde adonis sprong, en vervolgens werd afgevoerd in een kruiwagen. En ze leefden nog lang en gelukkig … Ontwerpers zijn soms een beetje kleurenblind. Maar ze hebben gewoonlijk wel het hart op de juiste plaats. Gaultier, bijvoorbeeld, heeft meer dan wie ook gedaan voor de homoseksuele zaak: je kunt hem hoogstens een zwak voor driestuiversromantiek verwijten. Bij een coutureshow hoort nu eenmaal een bruid.

In de mode, en elders, werd er tot voor kort zelden gesproken over feminisme. Misschien omdat het woord uit de mode was. Misschien ook omdat de hele strijd voor vrouwenrechten gevoerd was, en grotendeels gewonnen leek. De tijd dat een couturier bijna altijd een monsieur was, is al lang voorbij, en er waren überhaupt altijd uitzonderingen: Jeanne Lanvin, Coco Chanel, Elsa Schiaparelli, Claire McCardell. Als ik tijdens de modeweken om me heen kijk, zie ik overal sterke vrouwen. Van mijn collega’s van de Belgische pers tot Anna Wintour, en van de meisjes op de catwalk (die zonder uitzondering beter worden betaald dan de jongens) tot Miuccia Prada bij Prada, Rei Kawakubo bij Comme des Garçons, Phoebe Philo bij Céline, Chitose Abe bij Sacai, Bouchra Jarrar bij Lanvin, en Maria Grazia Chiuri bij Dior.

Er wordt in de mode niet heel vaak openlijk geprotesteerd, maar het gebeurt soms wel. Katharine Hamnett verdiende in de eighties een plek in de modegeschiedenis met haar T-shirts met een boodschap: Frankie says no of Choose life, de slogan werd later gerecupereerd door de antiabortusbeweging, tot ontsteltenis van de ontwerpster. Vivienne Westwood protesteert nog altijd regelmatig (Free Assange!), en Walter Van Beirendonck brengt soms mode met een boodschap (van de transparante trui met de tekst Stop terrorising our world tot de Woest-collectie van vorig seizoen). Ik zal allicht wel enkele pioniers over het hoofd zien. Zo zou je Saint Laurents smoking als feministisch manifest kunnen zien. En gaf Sonia Rykiel vrouwen in de jaren zeventig hun bewegingsvrijheid. Maar al bij al zijn de verwijzingen naar vrouwenemancipatie op de catwalk een recent fenomeen. Chanel gaf in september 2014 een show in de vorm van een feministische betoging. Cara Delevingne en andere modellen liepen met luidsprekers en borden met teksten als Women’s rights are more than alright, Be different of We can match the machos over de catwalk.

De mode voert nog vaak propaganda voor heteronormatieve rolpatronen

Maria Grazia Chiuri stopte in haar debuutcollectie voor Dior een T-shirt met als opschrift We should all be feminists, een citaat uit een lezing van auteur Chimamanda Ngozi Adichie, die tijdens de show ook frontrow zat, daar waar we in het verleden eerder Bernadette Chirac gewoon waren, of wijlen Claude Pompidou. Veel mensen vonden dat opschrift silly, ik aanvankelijk ook. Oké: Chiuri was de eerste vrouwelijke ontwerper van Dior, maar dat huis stond nu ook niet onmiddellijk op de eerste rij in de strijd voor vrouwenrechten. Dior, dat is toch vooral het ideaal van de rodeloperjurk, en in de J’adore Dior-campagnes voeren goud en glitter de hoofdtoon. Het T-shirt, dat naar verluidt 700 euro kost (nog meer dan een DHL-lijfje van Vetements, tada! ), werd later gedragen, en gepost, door Rihanna en Nathalie Portman. Goed, dat zijn allebei uithangborden van het merk, naar we kunnen aannemen fors betaald, al is dat in dit geval niet zo belangrijk. Rihanna droeg ook een hoodie met opschrift This p***y grabs back. En Portman droeg haar T-shirt op de Women’s March van Los Angeles: ze voegde als het ware de daad bij het woord. Collega-popster Ariana Grande poseerde op Instagram in een sweatshirt met de beeltenis van Nobelprijswinnaar (op haar zeventiende!) Malala Yousafzai en de tekst Fight like a girl. Madonna ging naar de mars met een ander citaat: Feminism is the radical notion that women are people. Gloria Steinem was iedereen voor: zij droeg haar I had an abortion-T-shirt al in 2004. En dan is er nog het T-shirt dat zegt The future is female: de eerste versie daarvan dateert van circa 1972.

Zijn die feministische T-shirts flauw? Zijn ze hypocriet? Nee. Ze spreken de waarheid: we should all be feminists. De rest doet er in feite niet toe. Je kunt alleen maar hopen dat die foto’s van de Dior-modellen, van Rihanna en van Nathalie Portman de wereld rondgaan, van Washington D.C. tot Medellín, en van Jakarta tot Koeweit, en dat ze hier en daar iemand aanzetten tot nadenken. En misschien wordt de toekomst dan echt vrouwelijk. En dat we dan, eens het zover is, kunnen zeggen: oef, awel, het werd tijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content