In 1980, toen ik pas in New York woonde, was er veel meer seks in het straatbeeld. Duizenden straatprostituees hadden hun vaste stek. Reed ik ’s nachts van Greenwich Village naar de Brooklyn-brug, dan zag ik eerst tientallen blanke, lelijke, schaars geklede meisjes. Wat verder in dezelfde straat tippelden nog schaarser geklede maar mooiere meisjes en travestieten. Reed ik langs de West Village, dan passeerde ik links Christopher Street, waar duizenden mannen en jongens op warme avonden samenstroomden. Rechts werd er keihard gevreeën in de geparkeerde auto’s aan de West Village-pier en in de leegstaande pakhuizen. Wat verder in het Meat District, waar de vleesgroothandels zijn gevestigd, verkochten jongens en travestieten hun eigen vleeswaren openlijk in de straten en portieken. Op en rond Times Square paradeerden zwaar opgemaakte meisjes in strakke kledij onder het oog van de politie. Op Eight Avenue alleen al werkten er 1200 volgens Josh Alan Friedman, die ze telde voor zijn boek Tales of Time Square.

Homoseksclubs zoals de Mineshaft, gay bath houses en heteroseksclubs zoals Plato’s Retreat adverteerden openlijk. Van de eerste twee weet ik enkel dingen van horen zeggen, op een avondje in een lesbische club na, waar ik me de ziel uit het lijf heb gedanst en behalve intense tongzoenen geen seks heb gezien. Van mijn enkele uren in Plato’s Retreat herinner ik me het versleten meubilair, het onappetijtelijk uitziend buffet en het handjevol naakte, seks bedrijvende mensen tussen de nogal schaapachtig toekijkende, geklede rest. De wilde jaren zeventig waren er letterlijk voor mijn ogen aan het uitdeinen. Voor de sekshappenings zoals de Spermathon van pornoster Tara Alexander, die 83 heren na elkaar in haar vagina inviteerde, was ik onherroepelijk te laat. Verder floreerden in die tijd ook stripteasebars, peepshows, pornocinema’s, massage parlors en bordelen.

Een jaar of twee na mijn bezoek aan Plato’s Retreat maakte aids een definitief kruis over de seksclub. Tientallen andere ondergingen hetzelfde lot. New York ging een periode van kuisheid in. Quality of life-campagnes in vers opgepoetste buurten zoals Hell’s Kitchen en Times Square verjoegen de straatmeisjes naar afgelegen plaatsen. De combinatie van aids, een repressief politieoptreden en de opkomst van escortbedrijven en het Internet hebben hoertjes allerhande grotendeels verdreven uit het straatbeeld. Burgemeester Giuliani vaardigde nieuwe zoningwetten uit waardoor de meeste massage parlors en topless bars moesten sluiten. Tanende belangstelling, stijgende huur en druk van de burgemeester betekenden ook het einde van veel pornocinema’s. Zelfs het uitgaansleven voelt nu de wurggreep van de zedigheidsgolf.

Zelf was ik nooit een zware uitgaanster. Ik ben maar enkele keren in clubs geweest zoals Area, Limelight, Ritz en de Tunnel. Dat ik een groentje was, bleek tijdens mijn eerste bezoek aan het toilet in Area. Om te beginnen was ik verbaasd dat die ruimte uniseks was. In het preutse Amerika had ik zoiets nog nooit gezien. Dan was er de lange rij die heel traag opschoot hoewel er groepjes van twee en soms drie mensen in de hokjes verdwenen. “Wat doen ze daar toch?” vroeg ik aan een vriend met wie ik stond aan te schuiven. Hij schoot in een lach. “Drugs en seks”, antwoordde hij. Ik had het kunnen weten. New York was het mekka voor het alles-kan-nachtleven. De klant kon zijn gang gaan en de clubeigenaar liep weinig risico’s.

Maar of het kan verkeren. Drugs, alcohol voor minderjaren en liederlijk gedrag worden de laatste twee jaren niet langer getolereerd in de New Yorkse megaclubs. Net zoals de straatseksindustrie voelden de clubs de hete adem in hun nek van de politie en buurtactiecomités die in koor riepen: “Genoeg!” Wat hen ook wakker schudde was het proces dat Peter Gatien, de eigenaar van de Limelight en de Tunnel, verleden jaar aan zijn been kreeg. Hij werd ervan beschuldigd dat hij drugbazaars uitbaatte in zijn clubs. Hij werd vrijgesproken, maar het volstond om de clubs te overtuigen om strenge veiligheidsmaatregelen te treffen.

Wie high als een kakkerlak wil gaan dansen, kan dat natuurlijk nog altijd. Het is alleen veel moeilijker geworden om in de clubs zelf het nodige gerief te kopen of te consumeren. Mocht u plannen hebben om de bloemen buiten te zetten in oorden zoals de Sound Factory of de Tunnel, knoop dan het volgende in de oren. Elke club heeft nu een leger bodybuilders in dienst, sommigen in uniform, anderen in burger, die klanten die proberen drugs aan te smeren en geïnteresseerden onmiddellijk buiten gooien. Zichtbaar gedrogeerde of dronken uitgaanders mogen niet binnen. De rest wordt ervan verwittigd dat er binnen geen drugs zijn toegelaten. Vervolgens passeert men langs een metaaldetector, men wordt gefouilleerd en soms zelfs gefotografeerd. Zakken moeten leeggehaald worden, tassen worden onderzocht en pakjes sigaretten uiteengescheurd. En de toiletten? Verwacht u aan wc-controleurs die onder de deuren loeren om zeker te zijn dat u zich tot ontlasting beperkt. En probeer geen gezelschap mee te nemen. Dat is voltooid verleden tijd.

Jacqueline Goossens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content