Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Ze willen het niet aantrekken. Ze willen het niet meer uitdoen. Ze willen niet in het pashok. Ze komen er niet meer uit. Het is altijd wat in een kinderwinkel en toch houden ze van hun vak. Babyboom in Brugge, Kat in Brussel, Jacadi in Antwerpen en Annemieke in Mortsel.

LENE KEMPS

TRUI MOERKERKE

Anne Van Nieuwenburg : “Ze mogen rondhollen en spelen, ik ben een geduldig iemand”

Eigenlijk was ze vroedvrouw, maar omdat baby’s nu eenmaal op onregelmatige uren worden geboren, zocht ze na haar huwelijk en de geboorte van zoon Olivier naar een baan met iets makkelijker werkuren. Het werd Babyboom, met vooral Belgische merken : Da-Da, Zorra, Max & Lola, Minififi, Quick & Flupke, Topo en Van Hassels. Haar winkel bestaat nu zeven jaar, en nee, ze is het nog altijd niet beu. Anne : “Je moet tegen een stootje kunnen en wat rommel kunnen verdragen, anders hou je het niet uit. Ik heb er geen moeite mee. Dan mag ik mijn spiegel al elf keer hebben opgepoetst als er weer een kleintje vuile handjes op zet. Dan haal ik die poetsdoek gewoon voor de twaalfde keer boven. De kinderen mogen rondlopen en in de etalage kruipen, het kan me niets schelen. Je mag je daar trouwens niet over opwinden, want dan worden de moeders ongemakkelijk en het winkelen onplezierig. “

Anne verkoopt kleding voor de groep van nul tot tien jaar, maar werkt meestal met kinderen tussen vier en zes. “Het derde kleuterklasje en het eerste leerjaar, die krijg ik meestal over de vloer. Die groep had ik ook als baby als klant en ze zijn ouder geworden samen met de winkel. Het is een fijn gevoel als je klanten ziet meegroeien. “

Mama bepaalt de grenzen van de aankoop : de winkel en het budget. Kindlief vult de konkrete details in. Anne : “Elke ouder is anders. Sommige kinderen zijn zes en moeten dragen wat mama zegt. Anderen mogen als ze drie zijn al zelf kiezen. Als kinderen hun afkeer echt duidelijk laten blijken, zo van : “Dat trek ik niet aan, ik wil niet, ik zal niet”, wordt dat meestal wel door alle ouders aanvaard. Wie heeft elke morgen tijd voor een huilbui en een krachtmeting om het kind in het gehate kledingstuk te krijgen ? “

Kinderen grijpen naar tekeningen en stripfiguren. Mama’s houden het liever iets soberder. Mama’s houden van mini-volwassenen met broeken met bretellen, gilets, hemdjes en petten. Kinderen zien het liever iets simpeler. “Meestal worden ze het wel eens”, zegt Anne. “Een kind wordt graag bewonderd en is vatbaar voor komplimentjes. “

Voor het eerst wordt in kinderwinkels over de krisis gepraat. Anne : “We hebben lang niets gevoeld, maar nu laat de vermindering in koopkracht zich voelen. Ouders kopen bewust en doordacht. Uitspattingen zijn er niet meer bij. Ze kiezen nog steeds voor kwaliteit, dat blijft. Daarom ben ik niet bang voor de goedkopere ketens. Moeders merken dat je op lange termijn niets uitspaart. Een goed kledingstuk kan door het tweede en derde kind nog gedragen worden. Goedkope dingen meestal niet. “

Martine Halet : “Als ze van mijn etalage een glijbaan maken, grijp ik in. “

Tien jaar geleden was het een gekke inval. Nu is Kat voor kinderen van nul tot twaalf een vaste waarde in Brussel. Met merken als Oilily, Claude Vell, Claude Hontoir, Paul Smith, Liberto, Max & Lola en Tod’s. “Op zaterdag krijgen we vaak halve volksverhuizingen over de vloer”, zegt Martine. “Mama, oma, baby in de buggy, peuter op de arm, hond en kinderfiets. Dan kan er hier behoorlijk wat sfeer zijn. Maar beu worden ? Nooit. Mijn dochter is veertien, ze zegt dat ik van de kinderen in de winkel meer verdraag dan ik ooit van haar heb getolereerd. Ik blijf er kalm onder. Alleen als ze het hellend vlak dat als etalage dient, als glijbaan gebruiken, dan grijp ik in. “

Als de kinderen klein zijn, komt en beslist mama alleen. Vanaf vier jaar is het kroost er altijd bij en mogen ze meepraten. “Soms is het hels om totaal afhankelijk te zijn van de grillen van een kind. “Ik hou niet van knopen, ik kan niet tegen ritsen, ik wil geen kleefstrips. ” Tja, dat beperkt de mogelijkheden aanzienlijk. En dan is er natuurlijk het doorslaggevende argument : “Die trui prikt”. Wat wil je daartegen beginnen ? De meeste klanten zijn echter heel redelijk. Aanvallen van hysterie en stampwoede maak ik zelden mee. Ik zie veel vaker lieve dingen : hoe kleine meisjes alles gedaan krijgen van hun papa bijvoorbeeld. Soms denk ik dat die vaders zullen overlopen van trots of smelten van liefde, maar dat ze in elk geval vlekken zullen nalaten op de vloer. “

Jongens passen niet graag en willen het liefst onopvallende, klassieke, sportieve dingen : een jeans en een sweater. Kleine meisjes willen roze prinsessenjurken met kantjes en trekken zonder morren een hele kollektie aan. Meisjes van twaalf worden dan weer verlegen over hun lichaam en willen alles verstoppen onder een oversized T-shirt. Een broer-en-zus-duo kan op een mum van tijd de hele zaak op stelten zetten. Martine : “Ze moedigen elkaar aan : Van de trap springen, dat durf je niet, en dan zijn we vertrokken. “

Ook bij Kat laat de krisis zich voelen : “Er wordt gewoon minder gekocht. Folies zijn er helemaal niet meer bij, kopen gebeurt veel beredeneerder. “

Viviane Gaviser : “In januari zijn ze er al : de kommunietoeristen”

“Met snoep, een speelgoedje of een ballon, om het even. Je probeert een kind op z’n gemak te stellen. Natuurlijk krijg je kinderen over de vloer die hier de kasten uitladen. Maar dat maakt me niet zenuwachtig. Als je daar niet tegen kan, moet je er niet aan beginnen. ” Viviane Gaviser opende tien jaar geleden een Jacadi-kinderwinkel in Antwerpen. Ze heeft nu een tweede winkel in Wijnegem Shoppingcenter. Jacadi brengt klassieke kinderkleding, met vlot te kombineren basisstukken en een resem accessoires, van haarbanden tot schoenen en een parfum. “Ik had Jacadi al gezien in Brussel en in Frankrijk, toen ik inkopen deed voor m’n zoon. Ik vond dat zo’n winkel klassiek, maar betaalbaar ontbrak in Antwerpen. “

De prijzen van Jacadi werden aangepast “aan de portemonnee van de mensen. ” “We voelen de krisis”, geeft Viviane Gaviser toe. “Maar Jacadi heeft daar in de loop der jaren op ingespeeld door goedkoper te gaan produceren, zonder dat aan de kwaliteit geraakt werd. Dat is voor de winkels een pluspunt. “

Toch bestaat nog die ene gelegenheid waarbij nauwelijks met budgetten rekening wordt gehouden : het eerste-kommuniefeest. Viviane Gaviser kent het fenomeen van het “kommunietoerisme” : moeder, tante, grootmoeder komen met de kommunikant kiezen. “Kommuniefeesten zijn zeer belangrijk voor ons. Sommigen lopen in januari al langs en vragen de brochures. Dan wordt er gepast, en nog eens gepast. Ja, het lijkt op de zoektocht naar een bruidsjurk. ” Jongens-kommunikanten kan Jacadi aankleden voor 5000 frank, schoenen inbegrepen. Meisjes kosten gemiddeld iets meer, hoewel het niet veel scheelt. “Had ik duurdere stukken in huis gehad, dan had ik ze ook verkocht. “

In de paskamer krijgen de kinderen wel inspraak, maar volgens Viviane Gaviser beslissen de meeste ouders uiteindelijk zelf wat hun spruit zal aantrekken. “Al gebeurt het dat aan een jong kind met een fopspeen in de mond gevraagd wordt : vind je dat mooi of liever dat ? Het kind kan nog niet spreken, maar schudt het hoofd. Neen dus. En het kledingstuk wordt niet gekocht. Maar dat is een minderheid. “

Meisjes passen makkelijker dan jongens. “Ze zijn ijdel en willen maar al te graag iets nieuws. Jongens vooral die rond de vier jaar zijn gehecht aan hun oude kleren. Soms willen ze gewoon niet passen. Zelfs als hun oude jas werkelijk te klein is. Dan neemt de moeder de nieuwe jas mee. Zoonlief zal er thuis moeten aan wennen. ” Als moeder en kind het niet eens zijn over een kledingstuk, houdt Viviane Gaviser zich daar buiten. “Ik probeer wel met accessoires een haarband, een pet de aandacht wat af te leiden. Als je graag met kinderen omgaat is dat echt geen moeite. “

Momenteel zijn het drukke weken in kinderboetieks. Net voor de school begint, wordt de kinderkleerkast aangevuld. Tijdens het schooljaar is de zaterdag de topdag. Viviane Gaviser : “Op woensdagnamiddag is het minder druk dan vroeger. Want de kinderen hebben andere aktiviteiten. “

Greet Wouters : “Kinderen nemen makkelijker iets aan van ons, dan van hun ma”

Greet Wouters leidt sinds drie jaar Annemieke in Mortsel. Ze nam de boetiek over, Lut Vrolix werkte er al. Lut heeft acht jaar ervaring en doet samen met Greet de aan- en verkoop. Op zaterdag staan ze met vijf in de winkel. Gezellig druk is dan een understatement. Greet Wouters : “Dat hoort erbij. Kinderen moeten kunnen spelen. Het is hier vaak lawaaierig. Nee, niet alleen door de kinderen. De moeders kletsen ook graag. ” Lut Vrolix : “Die drukte valt ons niet eens meer op. “

Het aanbod van Annemieke met onder meer merken als Oilily, Baby Mini, Minififi, Petit Bateau, Van Hassels, Donaldson is sportief-klassiek, niet extravagant, wel modieus. “We gaan vanaf de geboorte tot en met een juniorkollektie, die uitloopt in een dameskollektie”, legt Greet Wouters uit. “Maar kinderkledij blijft het belangrijkst : we hebben schooluniformen, kommunikanten,…”. Het kommuniefeest, alweer. Lut : “Voor sommigen betekent dat feest veel stress. In december komen ze paniekerig vragen of ze nog niet te laat zijn. ” Greet : “Als ze iets zien, kopen ze meteen. Uit schrik dat ze niets meer zullen vinden. ” De kommuniekleding is doorgaans zeer draagbaar, om de dag na het feest al in de klas te dragen. Linnen en voile doen het goed, als het maar in de wasmachine en de droogkast kan. Voor geen 10.000 frank is de kommunikant van kop tot teen aangekleed. Greet : “Je kan natuurlijk feestjurken van 15.000 frank aanbieden. Maar wij vinden het beter de prijs enigszins te beperken. Zodat de klant nog een extra stuk kan kopen. Of broer en zus ook kan aankleden. “

Greet en Lut weten hoe ze het jonge volk moeten aanpakken. Greet : “We zetten ze op een tafel en kleden ze zelf aan en uit. Meisjes passen graag. Geen probleem om ze tien verschillende kombinaties aan te trekken. Jongens zien dat minder zitten. De moeders zorgen er trouwens voor dat de zoon niet te lang moet passen. Ze komen op voorhand kijken wat er binnen is. ” Volgens Greet Wouters hebben kinderen duidelijk een eigen wil, maar het is nog altijd de moeder die beslist. En : “Kinderen nemen wel makkelijker iets aan van ons, dan van hun ma. “

In de loop der jaren zag Lut Vrolix het aankooppatroon wijzigen. “Vroeger kwamen mensen in het begin van het seizoen. Ze kochten voor hun kinderen bijna alles in één keer. Nu zijn de aankopen meer gespreid. ” Greet : “Winterkleren worden meestal op voorhand gekocht. Voor zomerkleren ligt dat anders. Het weer is een belangrijke faktor : blijft het regenen, dan verkopen we veel minder zomer. Bovendien gaat het ekonomisch niet zo goed. Maar ik wil niet klagen. Qua omzet zijn we echt niet achteruit gegaan. We moeten er wel harder voor werken. De klanten willen echt service en omdat het seizoen langer duurt, moeten we bijvoorbeeld steeds voor toffe etalages zorgen. Kortom, de aandacht blijven trekken. “

Wat ondanks de emancipatie van de vaders niet veranderde, is de vestimentaire inbreng van al die pa’s. Greet : “Sommige vaders zijn er altijd bij en hebben hun zeg. Maar het gebeurt zelden dat ze alleen komen. Ik denk trouwens dat de moeders hun man liever thuis laten. Hij moet niet weten wat ze uitgeven. “

Anne Van Nieuwenburg van Babyboom : “Als kinderen hun afkeer echt duidelijk laten merken, wordt dat in de meeste gevallen doorde ouders aanvaard. “

Martine Halet van Kat : “Jongens passen niet graag en willen onopvallende dingen. Meisjes trekken zonder morren een hele kollektie aan. “

(Boven) Viviane Gaviser van Jacadi : “Meisjes kosten gemiddeld iets meer. ” (Onder) Greet Wouters van Annemieke : “Kinderen hebben een eigen wil, maar het is nog altijd de moeder die beslist. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content