Modeontwerpster Aleksandra Paszkowska beschouwt zichzelf als een ‘feestbeest’. Rond een grote tafel in een groene stadsjungle onder glas verzamelde zij haar beste vrienden. Op het menu : op voorhand bereide en voorverpakte lekkernijen.

:: Y-dress ? Antoine Dansaertstraat 102, 1000 Brussel, tel/fax 02 502 69 81.

www.ydress.com.

Slurp Wine bar, Oude Graanmarkt 31, 1000 Brussel.

Jean-Marc, www.mifleurs.be

Peter Neven, www.exitrecor.com

Annick, nickynoise.multimania.com.

Y -dress (uitgesproken op z’n Engels : why ?) is het merk dat modeontwerpster Aleksandra Paszkowska bedacht toen ze als styliste afstudeerde aan Ter Kameren. Het zegt veel over deze wat aparte figuur in het modewereldje en de conceptuele manier waarop zij te werk gaat. De naam refereert ook aan de klanknabootsingen uit stripverhalen die zij zo graag gebruikt.

Rond de grote houten feesttafel zit haar ‘leefwereld’ verenigd. Alle aanwezigen zijn op een verschillend moment in haar leven gekomen, of beter gezegd in haar werk, want dat betekent veel voor haar. Vincent en Anne zijn de architecten van haar boetiek in de Dansaertstraat. Vincent is de tweelingbroer van een van haar vrienden kunsthistorici, die ze voor het eerst heeft ontmoet in een huis van Horta, toen zij er, net als hij, mensen rondleidde. Ze had hem evengoed kunnen tegenkomen in het kasteel van Seneffe, een van haar favoriete tuinen. Stilaan is er een vriendschapsband gegroeid met Vincent “die niets overhaast doet. Ook voor een project neemt hij de tijd voor hij iets uittekent.”

Jean-Marc, de eigenaar van de serre, de groene stadsjungle waar de tafel gedekt staat, verdient de kost met het verhuren van planten voor evenementen. Hij legt ook prachtige miniatuurtuinen aan, één à twee vierkante meter groot, op z’n Japans, maar dan heel extreem. Aleksandra leerde hem kennen bij een bizarre gelegenheid. “Voor een van onze projecten wilden Gilles (mijn vriend) en ik geraniums fotograferen die we op allerlei manieren lieten ontploffen : met behulp van rotjes, door erop te schieten… Want de bak met geraniums leek ons het typebeeld van een bepaalde maatschappij, het symbool waarop we moesten schieten. Jean-Marc kwam voorbij en nam de planten mee om ze te verzorgen. Het is die liefde voor planten die onze aandacht heeft getrokken. Toen we de boetiek openden, stelde Jean-Marc spontaan voor om een tuintje aan te leggen op het koertje. Zo kon hij nagaan hoe planten kunnen overleven bij mensen zonder groene vingers.”

De man met het jongste dochtertje van Jean-Marc op zijn knieën is Fred. Hij maakt ceramiek, onder meer gebouwtjes en meubeltjes voor de miniatuurtuinen. Aan de andere kant zit Linda, Aleksandra’s vriendin van Modo Bruxellae, die promotie maakt voor Brusselse modeontwerpers. En dan is er Annie, een Chinese uit Macao, yogalerares en muze van Peter. “Peter is de man van de muziekgroep Neven. Hij representeert veel van wat wij allemaal in ons hebben. Hij is zelfstandig en produceert zijn platen in lowtech, dat wil zeggen met weinig technologische middelen. Hij is de spilfiguur van Neven maar werkt nu eens samen met de ene, dan met de andere. Dat geldt ook voor Annick, bijgenaamd NickyNoise.”

Annick Nölle is plastisch kunstenares, maar projecteert tekeningen en video’s tijdens de concerten van Neven. Samen maken ze ook installaties, combinaties van muziek en beelden. Je vindt ook video’s van Annick op de cd’s van Peter.

Blijft nog de gast die zorgt voor spijs en drank, restaurateur Dominique. “Hem heb ik ontmoet op het platteland, waar hij samen met vrienden aan een culinaire marathon was begonnen. Drie dagen lang heeft hij gekookt. Hij is dol op zijn beroep én op wijn. Hij is ook een van de vennoten van de Slurp Wine Bar in het centrum van Brussel, een van mijn favoriete plekjes. Achter de toog staan nog wijnfreaks zoals hij. Omdat Dominique ook een ‘gastronomisch’ restaurant heeft, Les Amis du Cep, wordt het eten voor de Slurp daar vooraf bereid en vacuüm verpakt toegeleverd. Iedereen vindt het bijzonder lekker. Niemand vermoedt dat het opgewarmde kost is uit kleine zakjes. Zo ben ik op het idee gekomen van deze vooraf bereide en verpakte maaltijd, maar dan in gastronomische versie.”

Vacuüm verpakt

Aleksandra – Aleks voor de vrienden – komt dan ook op de proppen met een vacuüm verpakte tafelset (servet, mes en vork). Sommigen vinden hem meteen geschikt voor dubbel gebruik : haal de inhoud eruit en gebruik de verpakking als tafelmatje. “Maar dat was niet de bedoeling”, zegt Aleks. “Het eten is vacuüm verpakt, alles is vervoerbaar, ik wou alleen de lijn consequent doortrekken.” Aleks kent goede adressen voor vacuümverpakkingen. Ze gaat daarvoor naar het slachthuis van Anderlecht of naar grote slagerijen. Op dat gebied is ze immers niet aan haar proefstuk toe, haar beroemde T-shirts met mouwen in Y-vorm worden ook vacuümverpakt verkocht “om het beeld dat ik voor ogen had te kunnen behouden. Op een gewone kapstok vallen de mouwen naar beneden en verdwijnt het beeld.”

De bestekken worden uitgepakt en Dominique verdwijnt in de keuken. Hij heeft een grote kookpan meegebracht en evenveel zakjes risotto als er gasten zijn, plus nog één of twee zakjes voor de grote honger. “Omdat het herfst is, heb ik gekozen voor vergeten groenten, verschillende wortels, gewoon al dente gebakken. Ik had de risotto natuurlijk ook met ganzenlever kunnen bereiden, wat veel feestelijker is. Maar het achterliggende idee was dat je deze maaltijd overal zou kunnen eten, op een simpele manier, bijna zoals een picknick.”

Hij verschijnt opnieuw in de serre met een (water)fles die hij uit de koelkast heeft gehaald. In de fles zit koude soep, een soort van groene gazpacho van boontjes, gebonden met verse geitenkaas. De kopjes staan klaar. Het volstaat de soep erin te gieten en ze op te drinken met een rietje. Heerlijk ! De kopjes worden snel bijgevuld.

Iedereen heeft ondertussen al nieuwsgierig naar de grote weckpotten zitten kijken. En dan komt de vraag : “Chef, wat zit daarin ?” Antwoord : “Ganache van chocolade met kruiden en olijfolie. Het dessert dus, kant-en-klaar. Straks hoef je alleen maar een lepel te nemen en te proeven.” Daarbij schenkt Dominique een Montlouis 1995, een loirewijn gevinifieerd zoals een droge Vouvray. Een zeldzame wijn, die enkel voor goede vrienden wordt uitgeschonken.

Aleksandra : “Ik heb gekozen voor deze vooraf bereide maaltijd omdat ik het sektesfeertje rond bio en vegetarisme een beetje beu ben. Ik wilde bepaalde stereotiepe beelden doorbreken. Maar daarom ga je mij nog niet tegenkomen bij het rek met bereide maaltijden in de supermarkt. Ik kook nog liever een aardappel of knabbel op een wortel.”

Dat betekent echter helemaal niet dat Aleksandra niet houdt van feesten, lekker eten en mensen ontmoeten. Integendeel. “Voor ons is dat bijna een must. Wij moéten er ’s avonds uit. Rond tien uur moeten wij de deur uit, de bloemetjes buiten zetten. Wij zijn bijna als plichtsbewuste ambtenaren, altijd op post, maar dan om te feesten.”

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

Als voorgerecht is er een koude soep die makkelijk op voorhand te maken en te vervoeren is.

Om de lijn consequent door te trekken zijn ook het bestek en de servetten luchtledig verpakt.

Een kookpan, water en vacuümzakjes met bereide risotto : zo krijg je in een handomdraai een heerlijk gerecht op tafel.

Het kant-en-klare dessert, de ganache van chocolade met kruiden en olijfolie, gepresenteerd in weckpotten, prikkelt van bij het begin de nieuwsgierigheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content