:: De leefregels van Baltasar Gracián zijn ook on line te vinden : http://web.inter.nl.net/users/mike/gracian/

:: Reacties : jp.mulders@skynet.be

Er zijn echt wel sléchte mensen”, zegt mijn huisarts, met een sissende nadruk die over haar degout geen twijfel laat bestaan. Ik schrik even, maar begrijp. Zelf bots ik ook geregeld tegen een medeburger aan die zich zo laaghartig, schurkachtig, snood of fielterig opstelt dat hij/zij mij vragen doet stellen bij de toekomst van de homo sapiens als soort. Steeds vaker krijg ik de indruk dat een duidelijke en onwrikbare scheidslijn de mensheid in twee kampen verdeelt : die van goede en die van kwade wil. Ik besef dat die woorden verdacht veel naar kerstbomen ruiken met kunstsneeuw erop. Toch omschrijven ze nog het best wat ik bedoel.

Mensen van goede wil zijn WYSIWYG, om het in computertermen uit te drukken : What You See Is What You Get. Kwaadwilligen daarentegen werpen rookgordijnen op en houden er verborgen agenda’s op na. Ze wikken en wegen hun woorden, en lanceren vervolgens wat ze denken dat hun het grootste voordeel zal opleveren. Het zijn de poseurs onder ons, de charlatans, de verkopers van gebakken lucht. De kapiteins van olietankers die van een milieuramp profiteren om vlug nog de ruimen te spoelen. De garagehouders die je een duur wisselstuk aansmeren dat ze zopas uit een stokoude occasie hebben gehaald. De hielenlikkers en de postjesjagers, die zich in vredestijd tot ellebogenwerk beperken maar als er oorlog uitbreekt hun buurman verklikken zonder een krimp. Om hoeveel procent van de bevolking het gaat, durf ik zo niet zeggen, maar je vindt ze overal en het lijkt wel of hun aantal groeit. Gelukkig kom je af en toe ook nog een handvol degelijk volk tegen.

“Alleen voor een paard is braafheid een gave”, hoorde ik onlangs iemand zeggen. Je kan inderdaad niet ontkennen dat kwaadwilligheid vaak grote voordelen oplevert. Dat is sinds mensenheugenis zo. Op mijn werktafel ligt een wonderlijk boekje uit 1647, mij ter beschikking gesteld door een kennis die het blijkbaar goed met mij voorhad : Handorakel en kunst van de voorzichtigheid, geschreven door de Spaanse jezuïet Baltasar Gracián. Een cynische, machiavellistische handleiding voor het manipuleren van mensen. Een blauwdruk voor het verwerven van macht. Graciáns aforismen zijn gebaseerd op lange en zorgvuldige observaties, eeuwen geleden, van menselijk gedrag. Het wonderlijke is dat de meeste van die 300 leefregels nu nog brandend actueel zijn. De tijden mogen dan veranderen, de mens doet dat duidelijk niet. “Met open kaart spelen is onelegant en dient geen enkel doel”, lees ik bijvoorbeeld in leefregel drie. Nummer zeven – “Niet uw meerdere overtreffen” – is bruikbaar voor de arbeidsmarkt : “Een verstandig man verhult de voordelen die hij van de natuur heeft meegekregen. Vorsten willen graag hulp ontvangen, maar niet overvleugeld worden. De raad die men hun geeft, moet de schijn hebben hen te herinneren aan iets wat zij waren vergeten, en zich niet voordoen als een onmisbare verheldering.” “Nooit de zere vinger tonen,” orakelt Gracián dan weer in advies nummer 145, “want daarop slaat iedereen maar al te graag. Uw leed leidt bij anderen alleen tot leedvermaak. Hun kwaadwilligheid loert op een zwak ogenblik om u in het verderf te storten. Zij steken hun voelhoorns uit om uw gevoeligste punten te vinden. U moet nooit laten blijken wat u erg vindt, en evenmin wat u genoegen doet, om te bewerkstelligen dat aan het eerste een eind komt en het andere voortduurt.”

Een gezellig wereldbeeld ? Dat zeker niet. Maar blijkbaar wel tijdloos en universeel. 350 jaar nadat ze werden opgeschreven, krijgt iedereen die op een werkvloer staat of al eens onder de mensen komt een gevoel van herkenning bij het lezen van deze aanbevelingen. Gracián mocht trouwens giganten als Schopenhauer en Nietzsche tot zijn persoonlijke fans rekenen.

Of de feministische schrijfster Germaine Greer daar ook toe behoort, weet ik niet, maar ze drukt zich alvast uit op een manier die Gracián instemmend zou doen grinniken. “Liefde is een vechtsport”, las ik in een interview naar aanleiding van het verschijnen van haar nieuwe boek De Jongen : “Het is het gevaarlijkste spel dat je kunt spelen, op welke leeftijd ook.” Raak geformuleerd vond ik dat. Ook in de liefde komt een flinke portie sluwheid van pas en wordt de minst voorzichtige niet zelden met een linkse hoek gevloerd. Jammer toch, dat Gracián een jezuïet was en niet verondersteld werd zich met het onderwerp in te laten. Anders had ik wel graag zijn Handorakel voor de liefde eens gelezen. Leefregel 1 daaruit kan ik me al levendig voorstellen : “Hou steeds een back-up achter de hand.”

JEAN-PAUL MULDERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content