Kathleen Vandenhoudt ( 27) is wekelijks te zien in het nieuwe BRTN-programma ?Kinderen niet toegelaten?. Ze zingt er telkens een hit uit het jaar dat de praatgasten 16 waren.

Karen De Pooter / Foto Hypnovisuals

Sinds ’89 ben ik fatsoenlijk met muziek bezig. Op dat moment wist ik : nu wil ik er echt voor gaan. Op school bracht ik er weinig van terecht. Ik was eigenlijk meer rebel dan leerling. Wat ik zelf als 16-jarige zoal uitspookte ? Op café gaan, roken, dingen die niet mochten. Ik liep rond met m’n haar omhoog. Ik hing veel op straat rond, we hadden een soort bende én een garagerockgroepje aanleunend bij de snelle punk. Eigenlijk speelde ik daar gitaar, hoewel ik maar twee akkoorden kende. Op een bepaald moment verliet de zanger de groep, net voor een optreden op een soort boerenkermis in Diest. Er zouden heel wat vrienden op afkomen. Ik heb dan maar gauw alle teksten ingestudeerd. En dat was dan mijn debuut : ik begon te zingen… en ze trokken de stekker uit. Iedereen is aan de kassa zijn geld gaan terugvragen.

Ik was blij verrast toen men mij uitkoos voor Kinderen niet toegelaten. Ik vermoed dat men vooral viel voor het naïeve, het spontane, hoewel sommige andere kandidaten zangtechnisch enorm sterk waren. Ik ben een gevoelsmens, leef op moods en zing ook zo. Het innerlijke in een lied naar buiten halen, vind ik fantastisch. Het is niet speciaal mijn doel om op televisie te komen, maar het is een prachtige ervaring.

Leren hoe je je voor de camera gedraagt, werken met Ad Cominotto. Je maakt echt een tijdrit door de geschiedenis van de muziek. We vragen telkens een lijst op met de hits uit het jaar dat in die uitzending centraal staat, en beluisteren hopen cd’s. Welk nummer we uiteindelijk kiezen, hangt van verschillende factoren af : is het iets dat mij ligt, is het gemakkelijk te brengen in duo, met een sobere begeleiding ? We proberen een eigen versie te zoeken zonder te ver van de lijn af te wijken. Ik probeer zo’n nummer een beetje naar me toe te trekken door te zoeken of ik er iets van mezelf in terugvind. Nee, ik ben niet bang dat mensen mijn versie niet zullen respecteren. Ze weten wat ze kunnen verwachten : het is een formule die elke week terugkomt. En we leven toch in een periode dat covers schering en inslag zijn.

Vóór dit programma heb ik 101 dingen uitgeprobeerd : café chantant, een meidengroep, blues met The Trouble 3, optredens met Roland. Om rond te komen had ik ook andere jobs. Zo stond ik bijvoorbeeld een jaar in voor het onderhoud in een school voor dove kinderen. Ik heb dat nooit tegen mijn zin gedaan, maar op een bepaald moment wilde ik absoluut alleen met mijn stem werken : desnoods wat studiowerk, een reclamespot… Bij The Trouble 3 voelde ik de drang om zelf iets te maken. Je zit alleen in een kamertje en er wordt iets geboren waarover je tevreden bent. Dat is een zalig gevoel, een ontlading. Dat blijft je motiveren. Teksten schrijven is iets waar ik mee ga slapen en mee opsta. De eerste keer gaat dat over een lief dat je hebt verloren of andere problemen. Later begin je te merken dat je toch iets meer te vertellen hebt. Je teksten worden gefundeerder. Ik luister veel naar hoe andere mensen schrijven. Alhoewel ik zelf in het Engels schrijf, kan dat even goed naar Franse teksten zijn. Naar Francis Cabrel of zelfs Jean-Jacques Goldman. Ik wil weten hoe ze het klaarspelen om in zo weinig woorden zo duidelijk en zo menselijk te zijn. Vanaf januari ga ik met mijn eigen nummers ook optreden, alleen op akoestische gitaar.

Ik heb het geluk gehad mensen te ontmoeten die mij zelfvertrouwen en kansen hebben gegeven, onder wie Roland, Pieter Jan Desmet en Jan de Bruyn. Zij hebben veel ervaring en toch kijken ze niet op me neer. Dat heb je nodig als je verder wil gaan.

Ik heb nooit geloofd in de mythe van rock-‘n-roll. Echte rock-‘n-roll is in je kamertje zitten tussen vier muren, mengpaneel bij de hand, gitaar in aanslag, hopen paperassen en hard werken.

Bookingen : Backline, tel. (09) 224.12.55.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content