Lut Teck (48) is hoofdredacteur van De Brakke Hond, het driemaandelijks literair tijdschrift ?met neus” dat zij samen met Lex Grobben (46) oprichtte, en dat aan zijn vijftigste uitgave toe is.

Griet Schrauwen Foto : Lieve Blancquaert

Naar aanleiding van ons 50ste nummer voerden we een verjonging van de redactie door. Die moest er komen : het valt niet te ontkennen dat wij te oud worden om echt voeling te hebben met de generatie van de twintigers. De nieuwelingen de jongste is 27 brengen een andere mentaliteit, meer lucht en vers bloed. Omdat we met de tijd meewillen, zit De Brakke Hond sinds nummer 48 op Internet, en hebben we daarvoor ook een digitale redactie. Wij zijn nu in totaal met 17 betrokken bij het maken van het blad. Het is nochtans klein begonnen. In ’81-’82 gaven Lex en ik les in dezelfde school. Lex gaf Nederlands, ik Engels. Hij had eenpoëziegroep, en daaruit ontstond het plan om met een literair tijdschrift te beginnen. Er bestonden er wel enkele, maar die waren oubollig, zwaar op de hand, academisch en veeleisend. Ze publiceerden uitsluitend werk van gearriveerde schrijvers, debutanten stonden in de kou. Beginnelingen, ook grafici, wilden wij een podium geven.

We namen ruim de tijd om De Brakke Hond op poten te zetten. De naam van het tijdschrift is inderdaad geïnspireerd door Brakke Grond, het Vlaams cultureel centrum in Amsterdam. We zochten een naam die in het oor bleef hangen, en toch niets te maken had met literatuur. Op een schoolreis werden we in de Brakke Grond zo slecht ontvangen om niet te zeggen schandalig dat we besloten : die draaien we een loer. De Brakke Hond, dus. Achteraf ontdekten we dat een brakke hond een bestaand begrip is. Een brak dier is niet bestemd om ermee voort te kweken. En een brak is een jachthond die zoekt naar loslopend wild, een snuffelaar. Nog toepasselijk ook. We besteedden een heel jaar aan de voorbereiding. Een vzw oprichten, is tijdrovend als je dat nooit eerder deed. Ik organiseerde de literaire redactie, Lex de grafische. We gaven een groot feest om fondsen te werven. Om een cliënteel op te bouwen, leurden we met abonnementen : alle vrienden en kennissen, tantes en nonkels moesten eraan geloven. En dan moesten we nog iets te verkopen hebben : we verzamelden stukken. In het begin werd niemand betaald, maar al na een jaar kregen we subsidies : de adviescommissie keurde De Brakke Hond meteen goed. Sindsdien krijgt iedereen die bij ons publiceert een honorarium. Tot 1000 fr. per bladzijde, en met een verhaal zit je algauw aan 10, 15 pagina’s : dat is lang niet slecht betaald. Wij, de redactieleden, werken gratis. We hebben er nooit onze broek aan gescheurd, maar er ook nooit een cent aan verdiend. Dat mag ook niet, als vzw. Wat we verdienen, investeren we in het blad : de kwaliteit van het papier is verbeterd, we drukken nu in vier kleuren in plaats van in twee.

Een literair tijdschrift maken, is veel werk voor weinig resultaat : De Brakke Hond heeft een oplage van 700, vooral abonnementen, en telt gewoonlijk bij de 200 bladzijden. Vroeger was het maar half zo dik, en gedrukt in grote letters. Alle dagen komt er kopij binnen. Vooral met een verhalenwedstrijd krijgen we een vracht lectuur toegestuurd. Velen voelen zich geroepen, weinigen worden uitverkoren. Een groot deel is gewoon niet te lezen, maar er zitten ook pareltjes tussen. We nemen alle teksten door met zijn vijven. Minstens drie van ons moeten iets goed vinden eer we overgaan tot publicatie. Lezen, vergaderen, contacten met de drukkerij : wij tellen de uren nooit, maar dat loopt op. Het is als een hobby : je moet er plezier aan beleven of je houdt het niet vol. Plezier is voor mij het ontdekken van iets moois. Het is leuk als iemand die bij De Brakke Hond debuteerde later prijzen behaalt of succesvol wordt. Wij publiceerden werk van grafici als Jan Fabre en Bruneau. Kristien Hemmerechts was een van onze eerste literaire ?ontdekkingen”. Zij had enkel in het Engels gepubliceerd, Een zuil van zout was nog niet uit. Het zijn er ondertussen zoveel. Om er een paar te noemen : Bart Plouvier, Wim Neetens, Koenraad Goudeseune, Rita Demeester en Didi de Paris, Jean-Marie Berckmans. Maar wij publiceerden ook schitterende verhalen van mensen die in het schrijfbedrijf nooit als auteur naar voren komen. Een copywriter of een verpleger bijvoorbeeld, die één keer een prachtig verhaal schrijft en daarna nooit meer.

Redactiesecretariaat, Postbus 388, 2800 Mechelen 3.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content