‘Een harde tante’, zo wordt over haar gefluisterd. ‘Ik ben een survivor’, corrigeert Marie Daulne van Zap Mama. ‘Altijd geweest. Als mijn broer me pijn deed, zei mijn moeder : verdedig je. De beste les ooit.’ Een verbetenheid die haar tot de straffe muzikante maakte die ze is. Bewijst nog maar eens de nieuwe cd ‘Supermoon’.

Zingen deed ze. En hoe. Daar op de Grote Markt in Brussel. Op 11 juli 2007, de Vlaamse feestdag, jawel. “Het publiek zag geel van de Vlaamse Leeuwen. Het kneep mijn keel dicht. ‘Jezus, ik word er bang van’, zuchtte een Vlaamse vriend naast me in de coulissen. Wat moest ík dan zeggen : zwart én Franstalig, ik spreek amper een woord Nederlands. Maar tegelijk voelde ik : je dois le faire. Ik móét het podium op. Ik was er op uitnodiging van Will Tura. Hij heeft dat zo straf gedaan : mij lief op het podium geroepen, samen gezongen terwijl hij me vasthield en me dan de gelegenheid gegeven om een nummer alleen te zingen. Je hebt geen idee wat Will daarmee gerealiseerd heeft. Fantastisch.”

The African Queen

Toen ze in 1991 met – het toen nog a-capellacollectief – Zap Mama onze grote dorst naar wereldmuziek laafde, werd Marie Daulne prompt het gezicht van een multicultureel België. Een niet te onderschatten verantwoordelijkheid, vindt ze zelf. “Ik voel me een medium waarlangs mensen ‘het vreemde’ kunnen ontdekken. Vooral die gemengde generatie waarvan ik een van de eerste bekende gezichten was, stootte nogal eens op onbegrip. Ik heb het mensen vaak uitgelegd. ‘Mijn vader was blank, net als jouw vader. Mijn moeder Congolees. Het resultaat : dat ben ik. Gemengd, dus. Niet zwart : in Congo ben ik blank. Niet blank : hier ben ik zwart. En toch ben ik Belgisch. Net als jij.’ Ik wil mensen via mij en mijn muziek geruststellen bij dat idee.”

Zestien jaar later brengt Zap Mama al lang geen wereldmuziek meer: “Wereldmuziek is zo passé. Sinds haar vorige cd Ancestry in Progress staat Zap Mama voor krokante R&B, schalkse hiphop en doorzwete neosoul. De vorige plaat echode nog de klanken van New York, waar ze toen net enkele jaren had gewoond. En waar ze dikke maatjes werd met een handvol groten onder wie David Byrne, Erykah Badu, The Roots, Lenny Kravitz en Tom Cruise, stuk voor stuk, zo ontdekte ze, devote fans van haar. The African Queen, noemde New York haar liefkozend.

Hoe belangrijk waren die New Yorkse jaren?

Daulne : New York heeft me zuurstof gegeven. Ademruimte om de artieste in mezelf terug te vinden. Hier in België ging het op de duur áltijd over mijn Belgisch-Congolees bloed. Dat was vollédig anders in New York. Daar heeft iedereen gemengd bloed. En dus werd ik maar op één ding aangesproken : mijn muziek. Je hebt geen idee hoe bevrijdend dat was. Ze vonden me interessant, non pas parce que j’étais spéciale, mais pour ma specialité. Maar goed, op de duur kreeg ik het ook daar op mijn heupen. Dat ‘sterrenleven’ van mijn vrienden-muzikanten kwam me zo de keel uit. Niemand is daar echt. Alles is fake.

De kauwgumgeneratie

Ze zucht geërgerd, wringt driftig haar theezakje uit, en gooit een dikke staart met lange dunne vlechten over haar schouder. Ze glimlacht. En ook weer niet : de VS consumeer je beter met mate, heb ik vlug ondervonden.

Geen spijt toch dat u dat internationale sterrenleven zelf de pas hebt afgesneden ?

Geen beetje. Het gaat me echt daar niet om. Ik wil muziek maken. En zo mensen inspireren. Beroemd zijn, mens toch, wat heeft dat te betekenen ? Ik heb er trouwens geen talent voor. ‘ You’re too real’, zei mijn manager in New York, toen ik in de luchthaven hielp de bagage te dragen. Er kwam een groepje fans aangehold en mijn manager, jammerend : ‘Zet dat toch uit je handen ! You’re a star ! ‘ Zij, mager en klein, begon alles zelf te dragen. Ik, groot en sterk, stond daar zonder iets in mijn handen. Sorry, maar dat is niets voor mij. Ik wil mijn eigen leven leiden. Als mijn kind in zijn broek heeft gedaan, dan wil ik dat zelf verversen. Ook als mijn nagels daarna niet tiptop zijn. Sterren kunnen zich dat niet veroorloven, die moeten altijd en overal impeccable zijn. En dus gebeurt alles voor hen. Ze kunnen op de duur niets meer zelf. Triest toch ? Wellicht was het mijn côté belge die me hielp om de voeten op de grond te houden.

De titel van uw nieuwe cd is Supermoon. Een knipoog naar superstar ?

Absoluut. Er zijn vele sterren, er is maar één maan. Dat is de boodschap van mijn muziek. Durf uniek te zijn. Wees écht. En bovendien : de maan schijnt pas als de zon haar doet schijnen. Zij reflecteert de zon. Mijn zon, dat is mijn publiek. Ik schitter maar zolang het publiek er is. Zijn de mensen weg, dan ben ik net zoals zij.

Begin de jaren negentig was u zowat de eerste en enige ‘zwarte’ muzikante. Nu lijkt er een zelfverzekerde generatie opgestaan : Leki, Sandrine, Kaye Styles, Baloji… Is het anders voor hen dan voor u toen ?

Ik ben inderdaad de voorloper van de huidige bekende generatie métisse. De gemengde generatie die geboren is in de jaren veertig en vijftig kreeg geen enkele bewegingsruimte : racisme hield hen nog te zeer het mes op de keel. De generatie van de jaren zestig en zeventig, waartoe ik behoor, kreeg al veel meer vrijheid. En voor hen die geboren zijn in de jaren tachtig, staan echt alle deuren open. België is er eindelijk klaar voor. Ook dankzij de golf van populaire zwarte muziek uit de Verenigde Staten wellicht.

U schrijft en maakt al uw muziek zelf. Dat is bij velen onder de huidige generatie niet het geval.

Nee. Ik hoop dan maar dat die sterk genoeg zijn om rechtop te blijven. Zeker in deze tijden van de kauwgumgeneratie. Ze kauwen tot de suiker eruit is. En dan : weg ermee, nieuwe kauwgum. Maakt me wat bang soms. Ik wil echte muziek maken, geen prefab. Muziek die de suiker niet kán verliezen. Waarin de luisteraar elke keer iets nieuws ontdekt. Goede muziek gaat moeiteloos vijftig jaar mee. En langer.

In het nummer Princesse Kesia op uw nieuwe cd zwaait u de kindertijd van uw dochter uit. “Bye to the little one.”

Ja. Ze is dertien. Ze is een teenager geworden. Ze is bijna even groot als ik en praat ook anders tegen mij. La gamine is weg. In de plaats is een supermooie prinses gekomen. En toch is dat afsluiten van de kindertijd ook een triest moment. Onze voorouders hadden ceremonies voor die sleutelmomenten. Jammer dat we die kwijt zijn. Dus heb ik er een nummer over geschreven.

U hebt ook een zoontje van zes. U bent deze maanden vaak op tournee. Is het soms hard voor hen ?

Zeker. Net als voor mij. Het is hét lastigste aan muzikant zijn : je kinderen zo vaak moeten missen. Een leed dat ik deel met mijn twee vaste zangeressen. Hun kinderen zijn even oud als de mijne, we waren samen zwanger. Gelukkig zijn er ook nog de papa’s, die fantastisch zijn. Behalve één, die echt niet beseft wat het vaderschap inhoudt. Godzijdank zijn de grootouders superlief. Mag ik bij deze even alle grootouders bedanken ? Zonder hun zorgende opvang valt de maatschappij in duigen.

Bent u religieus ?

Niet religieus. Ik geloof wel in een positieve kracht. Hoe je die ook noemt. God, dieu, dio, of gewoon : de kosmos. Ik leer mijn zoontje te mediteren. Ik leg hem uit : ‘Als mama op reis is, kun je met de natuur praten. Vertel maar over je verdriet. En als je bang bent, mag je dat aan God vertellen.’ Ik vind het zo belangrijk om hem te leren omgaan met zijn verdriet en zijn angsten. We zijn die gave verloren. We zijn bang geworden van ons verdriet. Geen wonder dat we dan bij de minste tegenslag tilt slaan.

Wat is geluk voor u ?

In harmonie zijn met mezelf. Een schaterlach delen met mijn kinderen. Iets of iemand bewonderen. Beseffen, kortom, dat ik leef. Op dagen dat ik me slecht voel, verplicht ik mezelf te ruiken. De geur van de aarde in me op te nemen. Niets doet je zo beseffen dat je leeft als geuren. Ik leer het ook mijn zoontje aan. ‘Ruik je dat ? Dat is de regen.’ Ook kleuren hebben die kracht. En vormen. Ik ben niet artistiek opgevoed, mijn moeder vond kunst belachelijk. Maar ik was altijd gefascineerd door de kleuren en de vormen van de natuur. Zo ben ik in de kunst gerold. Ik herinner me dat ik een schilderij van Kandinsky probeerde na te schilderen en via zijn kleurgebruik in zijn geest probeerde te geraken. ‘Tiens, waarom gebruikt hij roze in combinatie met groen om een glas te schilderen ?’ Zo ontdekte ik dat je mooiere kleuren krijgt door ze te mengen. Dat heeft mij diep geraakt. Het besef dat je dingen mooier maakt door te mengen, heb ik ook gebruikt in mijn levensfilosofie. En in mijn muziek.

Wat vreest u het meest ?

Dat het negatieve op een dag zal overwinnen. Dat onze kinderen het zullen verleren om te genieten van het mooie en het goede. Ik hou soms mijn hart vast : al die gewelddadige computerspelletjes en films. We moeten ook ophouden onze kinderen zo overbeschermd op te voeden. Als mijn zoontje valt, zeg ik : ‘Huil maar, dat is normaal. Je hebt je nu eenmaal pijn gedaan. ‘ Ik vind het belangrijk om hem te tonen dat pijn en verdriet erbij horen. Mijn moeder heeft me dat geleerd. Als mijn broer me pijn deed, zei ze : ‘Trek je plan, verdedig je !’ En dat heb ik ook gedaan. Ze liet ons vechten. Ik ben haar daar dankbaar voor.

Op Supermoon zingt ook uw goede vriend Arno een nummer mee.

Ja. We bellen elkaar constant. ‘Wat ben je aan het doen ?’ ‘Aan het opnemen. ‘ ‘Tiens, ik ook.’ ‘Zin om een nummer mee te komen zingen ?’ ‘Ah, oké.’ Et voilà. Grappig wel. Het is een heel vrouwelijk nummer met een heel vrouwelijke tekst, en hij voelde zich ongelooflijk op zijn ongemak. Arno ziet graag vrouwen, maar is nogal geïntimideerd door sterke en vooral vrouwelijke vrouwen. Hij kan al eens macho zijn. Dat doorprik ik graag door mijn vrouwelijkheid uit te spelen. ‘Jullie, vrouwen, laten ons een andere kant van het universum zien’, zegt hij dan zuchtend. Iets wat hem tegelijk aantrekt en angst inboezemt. Toegegeven, het is een gave waar sommige vrouwen al eens misbruik van maken.

Moet je hard zijn om het als artiest te maken ?

Niet hard. Wel sterk. Je moet er tegen kunnen dat al wat je opbouwde in één zucht omver kan liggen en dat je opnieuw moet beginnen. Gisteren was je big, vandaag ben je no-body. Dat is de aard van het spel. En je moet verdomd sterk zijn om daarmee om te kunnen. Vandaar, aan alle beginnende muzikanten : ‘Doe het voor de muziek, níét voor de roem.’ Een gouden raad.

De nieuwe cd Supermoon ligt sinds dit weekend in de winkel. www.zapmama.be

Door Guinevere Claeys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content