Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Saab bekleedt al jaren een eigenzinnige plaats op de automarkt. Interieurdesigner Maria Thunberg legt uit waarom.

Haar living is blauw, haar slaapkamer zilvergrijs en ze rijdt rond in een kaki Saab 9.5 Combi – de enige in de wereld. Ze ziet er beetje vrolijk uit, lichtjes aangeschoten. Maar ook moe. Ze spreekt traag en antwoordt traag. Alsof de vragen een lange weg moeten afleggen en de antwoorden haar veel meer moeite kosten.

We zitten in het Café Opera in Stockholm. Haar rok is te kort, of is hij te lang? Haar eten wordt koud, omdat ze zeer precieze antwoorden wil geven. Maria Thunberg is sinds anderhalf jaar verantwoordelijk voor het interieur van Saab en voor colour and trim. Dat betekent dat ze bij elk interieur keuzen moet maken voor de 450 componenten. Die keuzen hebben te maken met het soort klanten dat Saab wil bereiken, en dat zijn net zoals Maria Thunberg geen doorsnee mensen. Omdat Saab al zoveel jaren een eigenzinnig publiek aantrekt, is de omschrijving zo delicaat. Maria neemt een hap en zegt dat het haar niets kan schelen of de mode nu lang dicteert of kort, de grillige mode is haar probleem niet. Dat geldt ook voor de Saab-rijders. ” They do what they want to do and they do it right“, zegt ze. “Het zijn geen trendsetters, omdat trends geen greep op hen krijgen. Het woord alleen al roept negatieve gevoelens op. Ook het yuppie-verschijnsel is hen vreemd, zij hoeven niet haastig naar de top van de sociale ladder. De lui die zo naarstig klimmen, rijden in een BMW“, zegt Maria nadrukkelijk.

Dan pauzeert ze even en legt haar vork neer. “Omdat ze zich met die BMW willen bewijzen, moet die auto hun ambities ondersteunen. Saab-rijders hebben niets nodig om zich te bewijzen. Die zijn gewoon zichzelf, willen alleen maar kwaliteit en discretie en understatement.”

Het is zomer, er is weer volop licht in Stockholm. Bezoekers worden ’s morgens om halfdrie gewekt door het felle ochtendlicht en gaan niet slapen voor halftwaalf, omdat het licht hen wakker houdt én vrolijk. In de binnenstad zitten de terrassen stampvol, in het Café Opera heerst een ongedwongen sfeer.

“Tijdens het secundair onderwijs studeerde ik mechanica. De kunstvakken en wiskunde bleken mijn sterkste troeven. Dus probeerde ik architectuur en toen ik afstudeerde, solliciteerde ik bij Volvo.”

Maria bleef er zeventien jaar en switchte vervolgens naar Saab. Dat bleek toch een heel andere wereld. Twee Zweedse bedrijven met zo’n verschillende producten.

“Volvo richt zich zeer nadrukkelijk naar de markt van de Verenigde Staten. Terwijl wij onszelf willen blijven, omdat we geloven dat de klanten ons product kopen voor wat we zijn.”

De Saab-designfilosofie steunt op twee pijlers: de luchtvaart waarin het bedrijf al dertien jaar bezig was voor het zijn eerste auto in 1950 op de markt bracht, en de Scandinavische oorsprong. De eerste Saabs werden door luchtvaartingenieurs ontworpen, die hadden geen vooringenomen ideeën over hoe hun eersteling eruit moest zien. Hun belangrijkste zorg was de aërodynamica, omdat die in de luchtvaart zo’n overweldigende impact heeft. Ze ontwierpen iets wat meer op een langgerekte druppel – theoretisch de ideale vorm – dan op een auto leek. Ze hadden meteen een goede illustratie geleverd voor form follows function.

Die behoefte aan een optimale aërodynamica is gebleven, maar werd aangepast aan het interieur, want de passagiers moesten ook comfortabel kunnen zitten.

Bij Saab werken vijftien designers, van wie er vijf zich buigen over kleur en kwaliteit: vier vrouwen en één man. In de ploeg van exterior design liggen de verhoudingen anders, daar werkt slechts één vrouw.

“Mannen verlangen eigenlijk maar drie dingen van een auto: een krachtige motor, een aantrekkelijke vorm en mooie velgen. Vrouwen letten op zoveel meer”, zegt Maria Thunberg glunderend. “Functionaliteit, flexibiliteit, kwaliteit van de materialen, een zeker individualisme. Vrouwen willen meer keuze hebben dan tussen beige en grijs. Ze vragen ook meer comfort, en natuurlijk meer veiligheid. Actieve veiligheid, met een reserve aan power onder de voet. En fun. Ik zie steeds vaker vrouwen die plezier beleven aan het rijden en hard optrekken aan de verkeerslichten. Vergeet ook niet dat vrouwen zeer tactiel zijn, de touch van het materiaal is zeer belangrijk voor hen. Om nog over de geuren te zwijgen. Sommige geuren hebben een positieve invloed: leer, was ook en misschien zelfs rubber. Het ligt allemaal zeer subtiel.”

Weer dat ondeugende lachje. En dan weer ernstig.

“Alles wat we creëren moet beter zijn dan wat we voordien hebben gedaan. Natuurlijk moeten we mee met de maatschappij, maar niet in de zin van trendy snufjes, want daar hebben onze klanten een hekel aan. Ik ben veeleer bezig met de technische evoluties, die bijvoorbeeld resulteren in meer comfort. Als we het frame van de stoelen dunner zouden kunnen maken, kwam er meer interieurvolume vrij, en dat is comfort. Bij Smart hebben ze bijvoorbeeld zeer aardige stoelen uitgedacht, met een geperforeerde rug die voor koellucht zorgt. Maar dan ben je nog niet klaar, want je moet er tegelijkertijd voor zorgen dat je nieuwe stoel minstens even veilig is als de vorige.

Ook de ecologie neemt een prominente plaats in, dat resulteert in een andere manier van kijken en van denken. Straks zullen we van een ecologische schoonheid spreken, zullen we nog meer dan nu mooi vinden wat natuurlijk is. Misschien wordt daar voorlopig nog niet genoeg bij stilgestaan.

Daar komt nog bij dat in Zweden een grote behoefte bestaat aan licht, op die behoefte kan worden ingehaakt met een transparant dak. Wat je in een auto met een open of een transparant dak ondergaat, is helemaal anders. Je voelt je luchtiger, lichter, vrijer ook. A roof of glass gives another feeling. Maar dan bots je als designer op de verschillen tussen droom en werkelijkheid: als je glas gebruikt, krijg je opwarming in de wagen en een nog vluggere verkleuring van de materialen. Daar kun je weer tegenin gaan door de UV-stralen tegen te houden, bijvoorbeeld met gelaagd glas. Dan heb ik het nog niet over de veroudering van materialen, over hoe ze aanvoelen, over hun brandveiligheid. Om maar te zeggen dat het een veel technischer job is dan men doorgaans denkt.

Eigenlijk zou ik het prettig vinden als er meer van die techniek getoond werd. Niet omdat ik een techneut ben, maar omdat we technisch veel verder staan dan de buitenstaander vermoedt. De actieve hoofdsteun ziet er op het eerste gezicht niet anders uit dan een klassieke, maar is zoveel efficiënter zonder dat iemand het merkt. Tot je met een aanrijding achteraan te maken krijgt.

Omdat we bij Saab van authenticiteit houden, hebben we een hekel aan alles wat decoratief is, aan streepjes van kunsthout hier en daar. Zonder betekenis. Eigenlijk willen we in essentie technisch hoogstaande producten leveren die baden in een sfeer waarin de gebruiker zich goed voelt. Die aan alle Saab-normen voldoen en aansluiten bij een stijl die puur en eenvoudig wordt gehouden. Minimalistisch en toch menselijk. Met veel zorg voor ergonomie en veiligheid, omdat een van de pijlers van onze filosofie is dat de rijder zijn wagen perfect onder controle moet hebben. Dat betekent een eenvoudige, directe bediening, duidelijke informatie en wat extra power.”

Een van de normen is het understatement, en dat wordt overtuigend gedemonstreerd op het dashboard. Donker en discreet, met zwarte knoppen en duidelijke cijfers. “Als die knoppen donker waren en de achtergrond lichter, zou dat een effect geven van donkere stippen en dat willen we niet. Zoals we niet willen dat een rijder ’s nachts afgeleid wordt door een wirwar van lichtjes en wijzertjes. Daarom beschikken alle Saabs tegenwoordig over een night panel, waarbij ’s nachts alleen de snelheidsmeter verlicht wordt, terwijl alle andere indicaties uitgeschakeld zijn – zolang er geen belangrijke anomalieën te melden zijn.”

De sterkste uiting van Saab-design vindt ongetwijfeld zijn uitdrukking in de cabrio, die inmiddels een soort cultstatus verworven heeft. De allereerste Saab cabrio, in 1956 ontworpen, was eigenlijk bedoeld om mee te racen. Er werden slechts zes exemplaren van gebouwd. Een prototype, gebaseerd op de 900, werd in 1983 op het autosalon van Frankfurt getoond en ging vier jaar later in productie. Toen de wagen echt op de markt kwam, was de hele productie al twee jaar van tevoren uitverkocht. Uiteindelijk werden er in zeven jaar bijna 50.000 stuks van verkocht, en voor zo’n auto van de eerste generatie betaalt men nu makkelijk een half miljoen.

De tweede generatie werd in 1994 gelanceerd, niet langer als een afgeleide van een berline, maar een zelfstandig ontwikkelde cabrio die 73 procent rigider uitviel dan zijn voorganger. Een facelift daarvan kwam in 1998 op de markt, waarbij het daksysteem verder werd geautomatiseerd, de achterruit groter werd en het dak lichter.

“Voor zijn functionaliteit rijd ik met een 9/5, maar natuurlijk biedt de cabrio meer fun, vooral vrouwen zijn er gek op. Te weinig mensen beseffen dat de wagen best het hele jaar bruikbaar is, zelfs in het koude Scandinavië. Dat komt door de unieke constructie van het dak waarin drie materialen zijn verwerkt, die voor een perfecte isolatie zorgen.”

Als we het over functionaliteit hebben, komt Björn Dahlström mee aan tafel zitten. Dahlström heeft zowel kookpotten als speelgoed ontworpen, en wordt als een van de hedendaagse topdesigners beschouwd in het noorden. “Onze design-erfenis heeft met een band met de natuur maken, met form follows function en met het adequaat gebruik van materialen. Toen Atlas Copco ons vroeg om een steenverbrijzelaar opnieuw te bekijken, kwamen we tot de verrassende vaststelling dat dit soort machine, door zijn extreme vibraties, maar vijftien minuten kon worden bediend. Wie er langer mee probeerde te werken, kreeg schade aan de zenuwuiteinden en de haarvaten van de handen. Ons ontwerp ziet er niet alleen een stuk anders uit, ik reken het tot onze grootste verdiensten dat werklui er nu acht uur per dag mee kunnen werken, zonder lichamelijke schade. In diezelfde denktrant ontwierpen we ook een fiets die wat flexibeler is en daardoor geen suspensie nodig heeft.”

Dahlström is een fan van de 9/5 wagon, de eerste stationcar die Saab sinds meer dan twintig jaar ontworpen heeft. De wagen sluit met zijn ronde vormen aan bij de huisstijl, maar toch zijn de lijnen tegelijk zeer functioneel. Vooral de achterpartij (waar de meeste wervelingen ontstaan) kreeg zijn vorm in de windtunnel. De afgeronde hoeken achteraan verhogen ook nog de stabiliteit bij hoge snelheid.

Dan zijn er de kleine, praktische attenties. Bovenop de achterbumper werd een vervangbare rubberen strip gemonteerd om krassen te voorkomen bij het in- en uitladen. In de bodem van het bagagecompartiment werden aluminium rails aangebracht, die zo uit de vliegtuigindustrie zijn overgenomen, waar ze er de passagiersstoelen op bevestigen.

“Maar elk nieuw element moet wel perfect aansluiten op de dna-structuur van het merk”, zegt Thunberg. “De styling van de hedendaagse Saab sluit nog altijd nauw aan bij de oudste modellen. De wigvorm van de body, de gebogen voorruit en het spel tussen convexe en concave lijnen horen bij de traditie van het merk.”

We eindigen bij het profiel van de klant die zoveel subtiliteit en zoveel understatement weet te waarderen. Maria Thunberg hoeft daar niet lang over na te denken: ” It’s an open minded, self-assured, creative, highly educated, confident individual. Maar het belangrijkste is misschien nog dat onze klanten geen meelopers zijn. Daarvoor hebben ze een veel te sterke persoonlijkheid.”

PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content