Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

DE ZWARTE DWERG

Namaak, kopie, plagiaat, vervalsing, imitatie, reproduktie. Alledaagse kost in de ontwerperswereld. Dat ondervond industrieel vormgever Rudi Busse aan den lijve. In 1977 zag hij zijn weegschaal, ontworpen in opdracht van Soehnle Waagen, bij tientallen winkels liggen, aan een prijs die hij met de fabrikant niet was overeengekomen. Onderzoek wees uit dat het om een kopie ging en het spoor leidde naar een bedrijfje in Hongkong. Wettelijk viel er weinig te beginnen : de invoerder werd verplicht de schaal uit de handel te nemen, maar de volgende dag was er reeds een andere invoerder gevonden. Uit pure frustratie bedacht Busse de Plagerius Prijs.

Bedoeling is de plagiaris in zijn eer te krenken door hem een negatieve “prijs” toe te kennen. Het gebrek aan ideeën en kreativiteit wordt op die manier extra in de verf gezet. De anti-trofee is een stenen tuinkabouter glanzend zwart met een gouden neus, om duidelijk aan te tonen dat men zich oneerlijk verrijkt van het merk Heissner. De gnoom, symbool van het slechte, wordt toegekend aan de plagiaris en aan de fabrikant van het origineel.

Elk jaar melden zich dertig tot vijftig kandidaten aan : tafels, stoelen, speelgoed, termosflessen, pepermolens… De jury laat zich deels leiden door de argumenten van de fabrikanten die de originelen produceren en deels door hun ergernis en verontwaardiging bij het zien van de ondingen. Alle inzendingen (origineel en imitatie) worden jaarlijks op de beurs van Frankfurt geshowd, zodat het publiek kennis kan nemen van de zwarte lijst. (MEB)

KUNST OP MAAT

“Kleding is kunst, ” vindt Silvia Hatzl. “Elke morgen stel je een outfit samen, dat is telkens een moment van kreatie. ” Silvia komt uit de Duitse teaterwereld. “Ik maakte altijd kostuums voor produkties met een klein budget, dus moest ik mijn toevlucht nemen tot goedkope materialen : papier, plastic, metaal… Ik kan van alles een kledingstuk maken. Wat me zo bevalt aan teaterkostuums is dat ze eenmalig zijn. Alles is toegelaten. ” Nu hangt er in haar kamer een bruidsjurk van witte zijde. Op het topje zijn kleine papieren rolletjes vastgenaaid. Verder hangt er een reeks jassen die van oude postzakken zijn gemaakt. “Ik wil niet per se met recycleren. Ik werk veel vaker met zijde en linnen, ” zegt ze. “Maar ik hou van experimenteren. Anders is het voor mij niet langer interessant. Het zijn altijd de materialen die me inspireren. Ik streel de stof en begin er dan meteen in te knippen. “

Tijdens haar verblijf in Brussel heeft Silvia zich een kleine klantenkring opgebouwd. Ze werkt voor vrouwen vaak voor zwangere dames en kinderen. Voor kinderen maakt ze grappige kruippakjes met een driedimensioneel honde- of olifantehoofd op de buik. “Baby’s liggen tegenwoordig toch op hun rug in de wieg, dus dan kan je net zo goed een knuffelbeest op hun buik naaien. ” Voor zwangere vrouwen maakt ze wijde wikkelkleding om te draperen en te knopen. Jassen met panden waar een ronde buik onderkan. Een broek die meegroeit. “Ik heb het altijd zo erg gevonden dat stijlvolle vrouwen zich tijdens de zwangerschap plots anders moesten gaan kleden, ” zegt ze. “Al die kraagjes en frulletjes. Ik ben meer voor heldere lijnen, geometrisch en simpel. “

Een winkel heeft ze niet, enkel een uitstalraam in de Koninginnegalerij in Brussel, tegenover boekhandel Tropismes. “Een winkel zou de prijs alleen maar omhoog drijven en veel van de kreativiteit wegnemen, ” zegt ze. “Ik zou in kleine series moeten werken en een deel van de kleding uitbesteden. Ik vind het veel fijner om alles zelf te doen. “

Silvia Hatzl : tel. (02) 646.42.46.

LIEF DAGBOEK

“Ik ben de topmodellen beu, ” zei Ferré tijdens de modeweek. “Sommigen presteren het zelfs om enkel en alleen naar Milaan te komen om hun boek of elpee te lanceren. ” Claudia Schiffer was inderdaad bij Mondadori om haar laatste werk Souvenirs et confidences te tekenen. Ze veroorzaakte straatrellen en massahysterie bij de anders al zo licht ontvlambare Italianen. Vanwege de inhoud van het boek kan het niet geweest zijn. Ontboezemingen is een onschuldige suikerspin waaraan niemand zich zal storen. Het moet gezegd dat Claudia er zeer bescheiden over blijft. “Het is geen boek, het is een foto-album, ” zei ze op de Italiaanse Tv. En dat is de beste omschrijving. Het leest als het poëzie-album van een lief meisje dat toevallig topmodel is. Claudia in de zandbak, op ski’s, naast een kameel, in de Guess-commercial. Claudia met papa, mama, broertje en Karl Lagerfeld. Claudia met Copperfield ? Nee, dat niet. Claudia komt uit het boek naar voor als het super-professionele, goed opgevoede en bescheiden meisje dat ze waarschijnlijk ook wel is. Geen slecht woord over andere topmodellen en slechts één voorval met een niet nader vernoemde weinig hoffelijke fotograaf wordt vermeld. De droomwereld blijft intakt.

Ontboezemingen, 550 fr., via Standaard Uitgeverij.

HOOGGEHAKT

Een van de verkoopsters wandelt op een zweefhak : een plateauzool met een gat in, zodat het lijkt alsof je achterover valt. Maar je kan er perfekt op lopen. “De hak zit al vijf jaar in de kollektie en is heel populair, ” zegt ontwerper Jan Jansen. Een andere schoen heeft gekleurde bandjes over de voet die van satijn lijken, maar eigenlijk van leer zijn. Nog een ander model lijkt gemaakt met uitgerafeld raffia, maar ook dat is leer. De schoenen van Jan Jansen herinneren aan de modellen waarmee Ferragamo furore maakte : gedurfd en vernieuwend, eigenzinnig klassiek. “Toen ik begon, was Roger Vivier mijn groot idool, ” zegt Jan Jansen. “Het werk van Ferragamo heb ik pas na zijn dood ontdekt. Het was een schok voor mij. Ik herkende vormen, kleuren en strukturen ; ik zag plots dat nog iemand anders lang geleden net dezelfde silhouetten had uitgeprobeerd. “

Jan Jansen zit dertig jaar in het vak. “Ik heb nooit iets anders gedaan, ” zegt hij. “Ik wist het meteen : schoenen, dat is het. Ik heb de techniek geleerd in Rome, met de hand, ik kan het allemaal zelf : leesten en hakken maken, een zool zetten… Vier jaar lang heb ik in Amsterdam een atelier gehad waar ik op bestelling werkte, maar dat was niet leefbaar. Uiteindelijk ben ik kleine series gaan produceren, en toen lukte het wel. “

Jan werkt als free-lance ontwerper voor grote schoenmerken, wat hem financieel toelaat in zijn eigen werk zeer individueel te zijn. “Het is geen commerciële kollektie, ” zegt hij. “Het is voor een klein en beperkt publiek, je houdt ervan of niet. Ik heb wereldwijd slechts een twintigtal verkooppunten, maar die hebben een vaste klantenkring opgebouwd. Sommige dames beginnen een verzameling, dat is typisch voor mijn publiek. “

Jan Jansen, Huidevettersstraat 38, Nieuwe Gaanderij 48/49, tel. (03) 232.51.00.

OP HET NACHTKASTJE VAN ILSE BOGAERTS

“Seeing through clothes” van Anne Hollander leest niet echt vlot en is soms hoogdravend geschreven, maar het boekje biedt een verrassende visie op mode, kleren en drapages. Hollander analyzeert de evolutie van het modebeeld aan de hand van naakten in de westerse kunstgeschiedenis. Ze onderzoekt hoe de kleding heeft bijgedragen tot het idealizeren van de voorstelling van het menselijk lichaam. Door de eeuwen heen, zag het menselijk lichaam er in de schilder- en beeldhouwkunst telkens anders uit. Afhankelijk van het modebeeld van de tijd, werd het lichaam ingesnoerd of niet. Een schilder creëerde een gekodeerd, geïdealizeerd beeld van een naakte vrouw dat door waarnemers als natuurlijk wordt ervaren.

Zo zijn de lichamen van de Mayavrouwen van Goya ingesnoerd door denkbeeldige korsetten en lijken de borsten absoluut niet onderhevig aan de zwaartekracht. Goya schilderde zijn naakte vrouwen dus met het krachtig effekt van afwezige, maar gesuggereerde kledij.

Bij Rembrandt van Rijn valt meteen de vrij onhandige en plompe stand van de benen op. Volgens Hollander het effekt van al die lagen waaronder de zeventiende-eeuwse benen gebukt gingen. Misschien zaten klompen er ook voor iets tussen.

In de twintigste eeuw ziet alles er anders uit. De benen van de achteroverleunende naakte vrouwen van William Bailey worden natuurlijk en komfortabel voorgesteld. Alsof die vrouwen hun blue jeans nog aan hebben. (MW)

Ilse Bogaerts is kunsthistorica en medewerkster van het provinciaal textiel- en kostuummuseum Vrieselhof in Antwerpen.

LENE KEMPS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content