GEK

Het mag ondertussen als bekend worden verondersteld : gekken liggen ons nauw aan het hart. Dean en Gene Ween (alias Mickey Melchiondo en Aaron Freeman) maken al bijna tien jaar wonderlijk gestoorde plaatjes en met hun vierde, “Chocolate and cheese” (* * * * Flying Nun Records), hebben ze hun meest toegankelijke maar nog altijd karakteristieke werkstuk afgeleverd. De cd is in Amerika op Elektra verschenen, maar die hebben het niet aangedurfd om ook Europa aan te pakken, zodat een kleiner label ervoor heeft moeten zorgen dat ook uw platenboer de Weens in de rekken kan hebben. Frank Zappa mag rustig in zijn graf liggen, met individuen als deze twee is z’n erfenis in goeie handen : skabreuze teksten (“Don’t shit where you eat”), grappig-seksistische hoes, eminente en lange gitaarsolo’s (“A tear for Eddie”), heerlijke parodieën (de Mexicaanse-country-pastiche “Buenas tardes amigo”), regelrechte aanvallen op de zogenaamd goeie smaak (het hilarische “The HIV Song”) en een indrukwekkende variatie aan stijlen en genres. Na een maand of zes de import-versie te hebben beluisterd, vinden wij de cd nog steeds even meeslepend. Uiteindelijk een van de top-3 van 1994, jazeker.

Ook behoorlijk gek maar dan letterlijk, in de medische betekenis van het woord dus is Daniel Johnston. Als hij niet opgenomen is in een of andere instelling voor mentaal gestoorden, dan neemt hij cassettes en cd’s op in de garage van zijn ouders, bij wie hij woont en die ervoor zorgen dat hij zijn medikatie tijdig inneemt. In de loop van de voorbije jaren heeft hij talloze cassettes in eigen beheer uitgebracht, maar “Fun” (* * * * Atlantic) traditioneel voorzien van zijn naïeve tekeningetjes is bij een major verschenen en geproduceerd door Paul Leary van de punkband Butthole Surfers. Niet dat Johnston daardoor anders klinkt : hij is en blijft een van de ongekroonde koningen van de lo-fi, die zijn tijd verdeelt tussen leven in een droomwereld met stripfiguurtjes of wegzinken in diepe depressies (“it’s so tough just to be alive, when I feel like the living dead”). Deprimerend mooi, mooi deprimerend.

Jackie Leven is een slachtoffer van Het Leven. Hij trouwde toen hij zestien was, werkte vier jaar in een slachthuis en werd lid van plaatselijke gangs. Hij liet Schotland achter zich, trok naar Londen en werd met de groep Doll by Doll een van dé beloften van de Britse rock. Het is even anders gelopen. Het sukses kwam niet, Leven werd op straat aangevallen en bijna vermoord. Z’n strottehoofd was in die mate beschadigd dat hij zijn falset-stem kwijt was. Hij raakte aan de heroïne en toen zijn vriendinnetje wegliep met een van de bodyguards van de dalai lama, zat hij aan de grond. In Schotland vond hij zichzelf terug in het barre klimaat en met de poëzie van Robert Bly. Z’n hele leven, met alle ups en downs, én Schotland zijn in een of andere vorm terug te vinden op de mooie koncept-cd “The mystery of love is greater than the mystery of death” (* * * Cooking Vinyl).

Een verregaande vorm van excentriciteit heeft Henry Rollins niet belet vorig jaar met “Weight” vrij populair te worden. Een relaas uit vroegere tijden is te vinden op de dubbel-cd “Get in the van On the road with Black Flag” (* * * BMG), waarop hij twee en een half uur vertelt over zijn era als zanger van die hardcore-band. Een taaie, maar fascinerende zit. Wie het nog eens rustig wil nalezen, kan ook terecht in het gelijknamige boekje.

FRANS

Een nieuw werkstuk van de tedere anarchist Renaud is tot nader order nog altijd Een Evenement. Ook “A la belle de mai” (* * * * Virgin) bevat wederom aangrijpende momenten. Niemand kan van een banale gebeurtenis als de dood van een straatkat een existentieel opus maken over de vrijheid van de straat en de nabijheid van de hemel als Renaud. Er is een ontroerend jeugdsouvenir als “C’est quand qu’on va ou ? ” (op muziek van Julien Clerc, die trouwens nog enkele melodieën geleverd heeft), er is de verleidelijke maar navrante exotiek van “Adios Zapata ! ” (over drugs), er is de Corsicaanse polyfonie op “Lolito Lolita” en er is het van een schitterend blazersarrangement voorziene “Son bleu”, een portret van een kommunistisch gezin waarvan de zoon naar Zuid-Amerika is gaan vechten en de gedesillusioneerde ouders achterblijven. P.S. Let op de zeer knappe verpakking, een blikken doosje waar men vroeger kleurpotloodjes in placht te verkopen.

Ook erg aardig is “Non ci badar, guarda e passa… ” (* * * Barclay) van Stephan Eicher, een van de boeiendste (vanwege dwarsliggerij) Zwitserse rockers. Deze ook briljant vormgegeven dubbel-cd bevat enerzijds de neerslag van een paar koncerten, maar op de tweede cd ook achter-de-schermen-opnames (een beetje zoals Jackson Browne dat heeft gedaan op “Running on empty”). Soms exuberant, meestal melancholisch en met als toetje voor ons Belgen Eichers versie van TC Matics “Putain Putain”.

NEDERLAND

Twee tegenvallende koncept-cd’s uit Nederland. “Als de rook is verdwenen… ” (* * Mercury) is een eerbetoon aan Boudewijn de Groot door het kruim van de Nederlandse en Belgische rockscene. Die van ons (Arno en dEUS) trekken zich redelijk uit de slag zonder echt opzienbarend te zijn. En ook bij de noorderburen zijn er enkele aardige momenten (The Scene, de Friese Sere-nes, Tröckener Kecks, Burma Shave, Prodigal Sons), maar verrassend veel tegenvallers (Bettie Serveert, die zich duidelijk beter voelen in de huid van de Carpenters ; Shine ; Daryll-Ann ; Julia P. Hersheimer ; The Nits ; Hallo Venray en vooral Rowwen Hèze). Het is dan ook weinig verrassend dat de mystery track van Boudewijn de Groot zelf het beste moment van de hele cd is.

“Dichterbij” (- Mercury) is een projekt waarbij Nederlandse artiesten gedichten zingen van, onder andere, Remco Campert, J.B. Charles, Gerrit Achterberg, Kafavis, Jan Hanlo en Paul van Ostaijen. Bram Vermeulen, Henk Hofstede en Hennie Vrienten (die twee poëmen van Guido Gezelle zeer aantrekkelijk vertolkt) zijn nog enigszins pruimbaar, maar ook zij kunnen niet verhinderen dat over de hele cd een walm hangt van oubolligheid en educatieve televisieprogramma’s.

EN DAN OOK

– Various : “Howl” (* * * Glitterhouse). De archieven zijn opgekuist en ze bleken mooie, niet eerder uitgebrachte opnames te herbergen van Vic Chestnutt (majestueus “Goodbye sadness”), Steve Wynn, Joe Henry, Victoria Williams (nog eens haar oude, schrille zangstijl), Sid Griffin, The Silos, David Rodriguez (hilarische versie van Freddy Quinns klassieker “Die Gitarre und das Meer”), Terry Lee Hale, Giant Sand, Russ Tolman, The Setters en enkele mindere goden.

KONCERTEN

Cheikha Rimitti (21/1 De Media Eeklo), Michael Hill’s Blues Mob (22/1 Essegem Brussel), Elliot Sharp & Carbon (22/1 Democrazy Gent), I Muvrini (23/1 Lunateater Brussel), Bobby Sichran (24/1 Lunateater Brussel), Veruca Salt (25/1 Corso Leuven), Thrum (27/1 Democrazy Gent).

JACKY HUYS

Daniel Johnston : kinderlijke tekeningen én muziek.

DE ARTISTIEKE VRIJHEID VAN BETTIE SERVEERT

De vorige en uitstekende cd van Bettie Serveert (“Palomine”) verscheen in de herfst van 1992. De nieuwe en even voortreffelijke (“Lamprey”) begin volgende week. “Eigenlijk is dat wel wat lang, ” zegt gitarist Peter Visser, “maar toen de eerste begon te lopen, zijn we lang op toernee gegaan. Het voordeel daarvan is dat we een pak veldwerk hebben kunnen doen, dat nu achterwege kan blijven, zodat de tijd tussen de tweede en de volgende veel kleiner zal zijn. Maar we zullen hoe dan ook blij zijn als “Lamprey” eindelijk in de winkel ligt. “

De verwachtingen zijn er overigens niet minder om, want Bettie Serveert is de voorbije twee jaar uitgegroeid tot een van dé topbands in Nederland en ver erbuiten. “Wij kunnen ook alleen maar gissen waarom het zo hard gegaan is, ” zegt Visser. “We hebben een goed geoliede organizatie achter ons, dat zal ongetwijfeld meegespeeld hebben. En misschien vinden de mensen onze liedjes wel aardig. De juiste muziek op het juiste moment. “

De naar de Nederlandse tennisspeelster Bettie Stöve genoemde band is voortgekomen uit de cultgroep De Artsen. “Ze stonden op het punt door te breken, ” zegt Carol van Dijk, nu zangeres, toen verantwoordelijk voor het licht, “maar de zanger haakte op het cruciale moment af. ” “Bettie Serveert slaat op iets grotere schaal aan omdat er meer variatie in zit, ” zegt Visser, “zodat je meer mensen kan aanspreken. We zijn ook poppier. “

Nuchterheid is typisch voor deze band. Handig toen allerlei grote platenfirma’s hen probeerden binnen te halen. “Ongelooflijk al dat geslijm, ” zegt Visser. En van Dijk : “Als fenomeen is het buitengewoon interessant om vanop de eerste rij mee te maken tot hoever mensen willen gaan. Wij zijn nooit van plan geweest weg te gaan bij onze eerste firma, Matador, dus hadden we zoiets van : waarom doen jullie dit ? “

“Wat dat betreft houden we mekaar in de gaten en als iemand naast zijn schoenen zou gaan lopen, ” zegt Visser, “zal hij het snel genoeg weten. Het gaat om de muziek en het plezier van het spelen, niet om het ego of het geld. Wat we willen, is simpel : honderd procent artistieke vrijheid. En als men je zo graag wil, dan is dat relatief makkelijk af te dwingen. “

Het enige échte teken van leven dat Bettie Serveert het voorbije jaar gegeven heeft, was hun bijdrage aan de Carpenters-tribute “If I were a carpenter”, waarop ze trouwens voor een van de hoogtepunten zorgden. “Onze drummer is een waanzinnige Carpenters-fan, ” zegt Visser, “écht. Hij heeft tientallen bootlegs, T-shirts, noem maar op. Dus deden we graag mee aan die cd. Dat je daarna ook nog op een single terechtkomt met Sonic Youth is iets om ont-zet-tend trots op te zijn. “

De meningen over “Lamprey” lopen nogal uiteen : sommigen vinden hem softer, anderen juist harder. Visser zegt dat beide meningen iets hebben : “De zachtere dingen zijn zachter en de hardere harder ; dit is dus meer een cd van uitersten. Er staan meer verschillende stijlen op én hij is beter gemixt, waardoor hij dus ook beter klinkt. Na de eerste plaat hebben we zo’n tweehonderd keer gespeeld, nou ja, dan word je als bandje beter of je dat nu wilt of niet. “

“Lamprey” van Bettie Serveert verschijnt bij Brinkman Records. Releasedatum : 23/1.

Bettie Serveert : de muziek telt, niet de ego’s.

DE AFREKENING. STUDIO BRUSSEL

1. (3) Self esteem Offspring

2. (1) Zombie Cranberries

3. (2) About a girl Nirvana

4. (8) I alone Live

5. (7) Superstar Sonic Youth

6. (6) Ode to my family Cranberries

7. (12) Elke vierkante centimeter De Lama’s

8. (17) Bright yellow gun Throwing Muses

9. (5) Spin the black circle Pearl Jam

10. (15) Change your mind Neil Young and Crazy Horse

11. (9) A eux je montre mon derrière Arno and the Subrovnicks

12. (4) Bang and blame R.E.M.

13. (10) Basket case Green Day

14. (11) Morregen Belgian Asociality

15. (27) Backwater Meat Puppets

16. (13) Sure shot Beastie Boys

17. (19) Seether Veruca Salt

18. (16) Love Spreads Stone Roses

19. (21) Haunted soul Sweater

20. (22) Walk this world Heather Nova

21. (25) No fronts Dog Eat Dog

22. (20) Scared Dildo Warheads

23. (14) Dikke Lu Clement Peerens Explosition

24. (29) Of course you can Spearhead

25. (23) Girl you’ll be a woman soon Urge Overkill

26. (-) Hotellounge dEUS

27. (18) Come out and play Offspring

28. (26) It ain’t a crime House of Pain

29. (-) Heroin Channel Zero

30. (-) Whatever Oasis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content