Ooit was ze berucht voor haar schaamteloze celebrity-interviews, maar achter de bravoure school een wanhopige vrouw. Ruby Wax, een depressiepatiënte met een hekel aan vals optimistische zelfhulpboeken, schreef een handboek voor geestelijke gezondheid dat degelijk onderbouwd én hilarisch grappig is.

Hoe durfde je ?”, is het eerste wat ik wil weten. Want dat was wat ik me telkens opnieuw afvroeg bij de destijds spraakmakende televisiereeks Ruby Wax Meets… Zowat elke aflevering moet ik gezien hebben : die waarin ze met Madonna in bed lag en de prikkelbare diva vroeg of ze wel eens een orgasme veinsde, of die keer dat ze haar boezem vergeleek met die van Pamela Anderson. En natuurlijk de meest bekeken van allemaal, toen ze Imelda Marcos zover kreeg dat ze Wowowow Feelings kweelde en haar schoenencollectie en badkamer showde. De Ruby van die tijd was half vrouw half cartoon : één en al vuurrood stekelhaar, dito lippen, wapperende wimpers en die kamerbrede, vrijpostige wie-doet-me-wat-grijns.

Anno 2013 draagt Ruby Wax nog steeds een rood-wit gestreept Pippi Langkoustruitje, maar voor de rest is ze merkwaardig ingetogen. In het echt ziet ze er beter uit dan op foto’s, waarop ze soms iets te strakgetrokken lijkt dan voor een zestigplusser aannemelijk is. Tem je geest heet haar nieuwe boek, en blijkbaar is haar dat ook gelukt. Een performance zit er niet in : vóór het interview in het Antwerpse Firean Hotel trok Ruby zich in haar kamer terug voor een paar mindfulnessoefeningen, waarna ze zich op kousenvoeten en omzeggens ingetogen op de sofa vlijt.

Voor haar vrijpostigheid destijds heeft ze een simpele verklaring : “Hoe banger ik was, hoe meer ik van me afbeet. Een regelrechte weerwolf was ik. Typisch het gedrag van een crypto-depressielijder : hoe dieper ik wegzakte, hoe harder ik riep, rondholde en feestvierde om te tonen dat er niets aan de hand was. Dat kon niet blijven duren. Het absolute dieptepunt was toen ik een programma opnam over psychische aandoeningen terwijl ik zelf kapot ging aan een depressie. Van ironie gesproken. Voor dat programma zou er bij mij thuis gefilmd worden. De deurbel ging en dan stond er iemand op de stoep met ADHD, schizofrenie, dwangneuroses of een stoornis van de lichaamsbeleving. Het probleem was dat ik gedurende de eerste paar opnames in een privékliniek verbleef, maar niet wilde dat iemand dat wist uit angst om mijn werk te verliezen. Bij elke opname haalde mijn man mij op uit de kliniek, voor een interview met een psychisch gestoorde zonder dat ik piepte over hoe ziek ik zelf wel was. Na de opname reed mijn man mij terug, trok ik mijn pyjama weer aan en ging naar bed. Mijn medepatiënten vonden dat ik knettergek was, grote lof van de experts !”

OPGROEIEN ONDER PLASTIC

Wat zeker heeft bijgedragen tot haar depressie, was haar moeilijke jeugd, waarover Ruby Wax al uitgebreid schreef in haar autobiografie uit 2002 Hoe wil je me hebben ? Ruby, verbaasd : “Heb jij die gelezen ? Dan ben je één van de tien mensen ter wereld. Geen meter heeft dat boek verkocht. Het is symptomatisch voor de veranderende tijdsgeest. In de jaren negentig vonden de mensen dat interessant, een entertainer met een serieuze hoek af. Mijn bazen lieten mij begaan, met het gevaar dat een en ander drastisch uit de hand kon lopen. Nu zou dat niet meer kunnen, televisie is veel gestroomlijnder en risicolozer geworden, een speeltuin voor blondines met grote borsten.”

Nu, ik weet niet of dat waar is : je kunt Victoria Wood of Miranda Hart bezwaarlijk bimbo’s noemen. Er klinkt iets van bitterheid in Ruby’s stem, ook al beweert ze dat ze het einde van haar televisiecarrière al lang verwerkt heeft : “Ik kom uit een geslacht van verhuizers, mensen die met een piano op hun rug van land naar land trokken. Loslaten is onze specialiteit.” Voor wie haar autobiografie niet las, doet Ruby in Tem je geest het verhaal van haar ouders nog eens dunnetjes over. Vader en moeder Wachs waren Oostenrijkse Joden die hun vaderland in 1938 konden ontvluchten. “Mijn moeder zag eruit als de perfecte Arische schoonheid, toen ze in de trein stapte, stonden er drie nazi’s op om haar een ligplaats te bezorgen. Mijn vader had minder geluk. Nadat hij uit de gevangenis ontsnapte, probeerde hij op ski’s de Duits-Zwitserse grens over te steken. Helaas waren duizenden Joden op hetzelfde idee gekomen. Het was zo druk op die berg dat ze geen kant op konden. Trouwens, Joden kunnen niet skiën.”

Na veel omzwervingen slaagde Eddie Wachs erin aan boord van een cruiseschip te glippen dat naar de wereldtentoonstelling in New York vertrok. In Amerika zette de familie Wachs de Tweede Wereldoorlog thuis verder. Ruby, als kind een lelijk eendje met grote vooruitstekende tanden, omschrijft haar prille jeugd als gestoord en noemt haar ouders gekken. “Mijn vader was meedogenloos. Hij kwam aan de kost door de velletjes te verkopen die om worst zitten, hij was heel goed in je binnenstebuiten keren. Elke klap die ik van hem kreeg, heb ik onthouden. Mijn moeder was bang voor stof, dus ze had een spons in elke hand en twee om haar knieën gebonden terwijl ze op handen en voeten achter me aan kroop en schreeuwde : ‘Wie brengt er voetafdrukken het huis binnen ?’ Alles was verpakt in plastic, waaronder mijn vader, grootmoeder en de hond.”

Als ik voorzichtig suggereer dat het misschien net haar getroebleerde jeugd is die haar zo grappig maakte, dat ze met andere woorden geen comédienne geworden zou zijn als ze gelukkig was opgegroeid, ontkent ze dat ten stelligste. “Grappig word je niet, je bent het. Net zoals ik geboren ben met een aanleg voor depressies, ben ik geboren met een scheve manier van naar de dingen te kijken en de gave om anderen aan het lachen te brengen. Maar de depressies en de humor staan helemaal los van elkaar. Toen ik aan de scenario’s voor Absolutely Fabulous schreef, werkte ik samen met Jennifer Saunders, telg uit de meest normale, zonnige familie die je je kunt voorstellen en toch één van de grappigste vrouwen ter wereld.”

NORMALE EN ECHTE GEKKEN

Denk nu vooral niet dat Tem je geest alleen over Ruby’s worsteling met haar demonen gaat. Na vele tientallen jaren van kwellend zelfonderzoek besloot ze te gaan studeren aan de universiteit van Oxford. Het leverde haar een masters op in neurologie en in cognitieve therapie gebaseerd op mindfulness. De neerslag daarvan vind je in haar boek, het meest heldere en tegelijk bijzonder grappige dat ik ooit las over de werking van de hersenen. Moet je depressief zijn om iets te hebben aan Tem je geest ? Nee, want volgens Ruby zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. “Geen ander wezen is zo wreed als wij voor onszelf zijn. We moeten er niet aan denken onze huisdieren zo te behandelen als onszelf. Ik heb aan veel mensen gevraagd of ze ooit een stemmetje in hun hoofd hadden dat zei : ‘Proficiat, je hebt het geweldig gedaan en mag ik zeggen dat je er vandaag zeer aantrekkelijk uitziet ?’ Het antwoord luidt : niemand. Misschien bestaat dat soort mensen wel, maar ik heb er nog nooit één ontmoet, tenzij jij zo iemand bent.”

Nee Ruby, ik moet je teleurstellen. Als ik een transcriptie zou maken van de tape die tijdens slapeloze nachten door mijn hoofd draait, zou die er zo uitzien : “Eigenlijk zou ik als journaliste moeten tweeten, dat hoort zo tegenwoordig. Ik moet dringend aan dat stuk over beslissingen nemen beginnen, de deadline nadert, maar ook Nadine en Irene bellen, anders ben ik geen goede vriendin. De boiler moet nagekeken worden, de schoorsteen geveegd en ik ben al meer dan een maand niet gaan fitnessen. En om een echt goed mens te zijn zou ik mijn werk moeten opgeven om mij voltijds aan de verzorging van mijn sukkelende ouders te wijden.” Ruby : “Als je een aanval van dit soort zelfkritiek krijgt, dan bevind je je op de glijbaan naar een zeer ongelukkige staat. En dan behoor je nog tot de groep van ‘de normale gekken’. Bij ‘de echte gekken’, zoals ik er één was, gaan de hersenen maar door met malen over een probleem dat lijkt op een stuk vlees dat je maar niet doorgeslikt krijgt. Er zal nooit een oplossing zijn voor ‘ik had zus of zo moeten doen’. Zeker als je ouders je nooit aangemoedigd hebben. ‘Dat gaat goed, schatje, dat heb je flink gedaan. Waarom proberen we dat niet nog eens, zodat je er nog beter in wordt ?'”

“Wat als je ouders je voortdurend het gevoel geven dat je een randdebiel bent ? Dan ga je jezelf aanvallen. Dat is waarom één op de vier van ons een psychische aandoening heeft. Waarvoor we ons dan weer diep schamen : ‘In hemelsnaam mens, wat jeremieer je toch ? Als je nu nog in Syrië zou wonen. Maar je hebt noppes reden om ongelukkig te zijn. Vooruit, je bed uit, zelfingenomen trut. Maar soms lukt dat niet, dan heb je de energie van een blok beton. En nee, dan helpt ook humor niet. Depressieven herkennen elkaar overal : die blik in de ogen, als van een dode vis.”

IK BEN DRUKDRUKDRUK, DUS IK BESTA

In Groot-Brittannië is Ruby zowat de postergirl van de psychisch zieken, samen met acteur Stephen Fry, die onthulde dat hij manisch-depressief is. Maar rust er eigenlijk nog altijd zo’n stigma op psychische aandoeningen ? Ruby : “Het is het laatste taboe. Funny girl mag niet triest zijn. Enerzijds zijn er mensen die je op de schouder meppen : ‘Kop op !’ Alsof je zelf niet op dat idee zou komen. Je ziet hun gezicht bevriezen : help, ze gaat toch niet over haar donkere kant zeuren zeker. Anderzijds zijn er dokters die hun patiënten bij het minste dipje antidepressiva voorschrijven. Terwijl jezelf een beetje down voelen nog lang niet wil zeggen dat je klinisch depressief bent. Of vooral slimme mensen lijden onder depressie ? Nee hoor, depressie maakt geen onderscheid tussen professoren en bouwvakkers. Ik zeg altijd : één op de vijf heeft schilfertjes en één op de vier depressie. Ik heb allebei.”

Wat ook niet helpt, is dat onze hersenen simpelweg niet zijn toegerust om te voldoen aan de verpletterende eisen van het 21ste-eeuwse bestaan, met zijn nieuwe levensmotto : ik ben drukdrukdruk, dus ik besta. “Net zoals een auto niet in twee verschillende versnellingen kan rijden, kan ons brein zich niet op allerlei stimuli tegelijk concentreren, alle peptalk over multitasken ten spijt. Dat komt doordat de hippocampus, nodig voor leren en herinneren, alleen werkt bij ononderbroken focussen.” Dank je wel Ruby, nu weet ik tenminste waarom ik nooit mijn gsm vind. “En nog iets : als onze voorouders miljoenen jaren geleden een roofdier tegenkwamen en gevaar voelden, kregen ze een opstoot van adrenaline en cortisol die hen in staat stelde de vijand het hoofd te bieden. Dat is nog steeds zo, alleen bevindt de moderne mens zich in constante staat van roodlichtwaarschuwingssignaal, zoals een autoalarm waar je knettergek van wordt. En omdat het niet acceptabel is om een parkeerwachter, je baas of een verzekeringsagent op te eten, neemt de toevoer van cortisol nooit af en zitten we vol opgekropte woede.”

HERSENEN HERKNEDEN

Maar er is ook goed nieuws. Dat de hersenen nog het meest lijken op een homp van zo’n anderhalve kilo plasticine, die je kunt herkneden door oude denkpatronen af te breken en nieuwe, flexibeler manieren van denken te creëren. Ruby Wax : “Ik ben geen goeroe die één onfeilbare leer predikt. Bij sommige mensen helpt yoga, zwemmen of naar de kerk gaan. Bij mij is het mindfulness. Pas op, ik zal altijd medicatie moeten nemen, zoals een diabeticus levenslang insuline moet spuiten. Mindfulness maakt mij ook niet immuun voor pijn. Pijn bestaat, maar lijden is een keuze. Je kunt de ongelukkige bui niet tegenhouden, maar je kunt wel tegenhouden wat er daarna gebeurt. Want veel erger dan angst is de angst voor de angst. In feite is mindfulness heel simpel. Het is iets wat we allemaal kunnen doen : dingen opmerken. Afstand nemen en bewust zijn, geven je een nieuw beeld van je interne en externe wereld. Door je aandacht te richten op wat er op dit moment gebeurt, gaat je opvallen dat gedachten geen absolute waarheden zijn. Dat je niet uitgenodigd bent voor een feestje, wil nog niet zeggen dat iedereen een hekel aan je heeft, om maar iets te zeggen. Gedachten zijn niet wie je bent, ze zijn geijkte patronen in de hersenen, niet meer dan dat. Zodra je ze op die manier ziet, verliezen ze hun dreiging. Waar het op aankomt, is dat je beseft : gedachten zijn niet mijn meester, ze zijn mijn bediende.” Altijd gedacht dat Ruby haar mojo haalde uit performen, uit een bijna touretteachtige dwang om grappig te zijn. Ze schudt heftig het hoofd : “Mijn echte mojo is nieuwsgierigheid. Een mens is altijd aan het worden, het heeft geen zin om je aan iets vast te klampen : mensen, spullen, geld. Het ene moment sta je in Madame Tussauds naast Nicole Kidman, het volgende smelten ze je om tot honderdvijftig kaarsjes en sta je op iemands verjaardagstaart. Veiligheid bestaat niet, alles is onbekend, daar kun je maar beter aan wennen.”

Tem je geest, Ruby Wax, Uitgeverij Spectrum, 278 p., 19,90 euro.

DOOR LINDA ASSELBERGS & FOTO’S FILIP VAN ROE

“Hoe depressiever ik werd, hoe harder ik riep, rondholde en feestvierde om te tonen dat er niets aan de hand was”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content