Theatermaker / bricoleur (52)

Als kind was ik al een prutser. Toen het me frustreerde dat ik tekeningen niet tot leven kon krijgen en ik naar meer reliëf verlangde, ging ik knutselen. Zo kwam ik gaandeweg tot het figurentheater.

Dat je met verschillende karakters iets waardevols kunt opbouwen, zónder regisseur en zónder hiërarchie : dát zal me vooral bijblijven van m’n eerste theatergroep Radeis.

Radeis is een Brusselse uitdrukking. Het betekent : geef er een lap op. Anarchie is nodig, zonder dat je met bommen gaat smijten. Een beetje tegenwringen, is gezond.

We leefden in een roes. Het internationale succes overviel ons. Stonden we op het punt om te stoppen, dan keerde het tij en ging het plots weer veel te hard. Radeis was vrij vlug opgebrand. Al zie ik Dirk Pauwels en Josse De Pauw niet meer zo vaak, de band blijft. We zijn getrouwd en in der minne gescheiden.

Ik ben geen zuivere theaterman : het zijn net de mengvormen die mij interesseren. Met AlibiCollectief ga ik dan ook de confrontatie met andere artistieke disciplines aan. Ik wil spélen : het jongetje in mij bewaren en zelfs cultiveren. Dat we geen vast gezelschap zijn, helpt me alert te blijven. Ik vind het een goede zaak dat sparring partners een tijdje andere oorden opzoeken en daarna met nieuwe informatie terugkomen.

Technisch ben ik weinig onderlegd. Ik leer alles proefondervindelijk. Al verbrand ik m’n handen wel eens en doe ik zekeringen springen, ik zal altijd wel tot iets komen.

Eerst doen en dan denken. Het is een vreemde kronkel, maar bij mij komt iets steevast organisch tot stand. Ik zit niet eerst alles uit te tekenen.

Ik loop door het leven als een camera. Constant sla ik beelden op. Op een bepaald moment moet ik die gaan monteren û dat mondt dan uit in een voorstelling.

Slenteren is de essentie van mijn bestaan. Ik dool graag in de stad rond. Soms krijg ik op een marktje een kick van een voorwerp. Ik moét dat dan hebben, en veel later doe ik er dan effectief iets mee. Het heeft geen zin ergens naar op zoek te gaan in functie van een voorstelling. Ik laat me leiden door wat toevallig mijn weg kruist en me intrigeert.

Objecten vormen voor mij het alfabet. De assemblages zijn de verhalen die ik ermee vertel. Zo heb ik voor Slak een caravan omgebouwd tot hij ‘bespeelbaar’ was. Normale mensen zouden dat een decor noemen ( lacht).

Antiek is aan mij niet besteed. Dat is dood. Ik heb een zwak voor materialen die gelééfd hebben. Afgedankte toestellen, zoals viewmasters en pick-ups, dáár heb ik iets mee. Wist je bijvoorbeeld dat stofzuigers vroeger ook konden blazen ? Ik sloot daar destijds verfpistolen op aan. Het patina geeft die voorwerpen een verhaal. Als ik zo’n stofzuiger zie, vraag ik me direct af : wie zou daar nog mee gepoetst hebben ?

Ik kom in het stadium dat me verplicht ervaring door te geven. De overlevering wordt belangrijker dan het zelf spelen.

Het ene moment hoor je erbij, het volgende weer niet. Het is onmogelijk te voorspellen of een voorstelling een hype wordt. Ik zou het ook niet willen voorspellen, want dan ben ik verkeerd bezig.

Na 30 jaar ben je de donkere zalen beu. Voor een vormgever bieden buitenlocaties meer mogelijkheden. Met Radeis probeerden we alles ook eerst op straat uit.

Wat we aan Bush te danken hebben, is dat de veramerikanisering stilaan een tegenreactie krijgt. In de 52 jaar dat ik hier rondloop, is het me opgevallen dat overal dezelfde winkelketens opduiken. Kijk naar de A12, waarover ik een road movie draaide.

Qua mentaliteit ben ik Brusselaar, al woon ik er niet meer. Die Brusselse identiteit manifesteert zich in de wil niet alleen Vlaming te zijn en in het accepteren van de chaos.

::Pat Van Hemelrijck & Alibi Collectief spelen ‘Slak’ : 28/11 CC Torhout

en 27/2 Grand Theatre, Groningen. Meer info : www.garifuna.be

Tekst Peter Van Dyck I Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content