Neem spectaculair nieuws over voedingsonderzoek met een korreltje zout. Niet zelden probeert de voedingsindustrie u allerlei onzin in te lepelen.

Melk is goed tegen hart- en vaatziekten.” De Nederlandse Wageningen Universiteit verslikte zich danig in het nieuws dat ze enkele jaren geleden de wereld instuurde. Wat was er precies gebeurd ? Nederlandse onderzoekers hadden samen met Amerikaanse collega’s eerder uitgevoerde studies naar het effect van melk- en zuivelconsumptie op hart- en vaatziekten onder de loep genomen. Uit enkele van die studies bleek dat wie meer melk drinkt een lager risico op hart- en vaatziekten loopt. Maar de meeste studies lieten helemaal geen verband zien. In het bijbehorende persbericht vestigde de universiteit echter de aandacht op dat zwakke, positieve verband en zweeg zedig over de rest van het onderzoek. “Een extreme verdraaiing van de feiten”, oordeelden de Amerikaanse wetenschappers die aan de studie hadden meegewerkt. Ze eisten – en verkregen – een intrekking van het persbericht. De Nederlandse dierenrechtenvereniging Wakker Dier diende bij de Reclame Code Commissie een klacht in tegen het ‘buitensporig reclameske’ persbericht. Oh ja, de studie werd deels gefinancierd door de Nederlandse Zuivelorganisatie.

Wie het zich kan veroorloven, brengt zijn product niet alleen met reclame, maar ook met wetenschappelijk onderzoek aan de man. En de voedingsindustrie kan dat. Het is bekend dat door de industrie gesponsord onderzoek vaker een positief resultaat oplevert dan onafhankelijk onderzoek. Toen Amerikaanse wetenschappers onderzoek naar melk, fruitsap en frisdrank analyseerden, stelden ze vast dat de kans dat het product in kwestie in een positief daglicht kwam te staan vier tot acht keer groter was wanneer de studie door de industrie was gefinancierd.

Daar zijn meerdere verklaringen voor. Vallen de resultaten tegen, dan kan de sponsor in sommige gevallen beslissen om het onderzoek simpelweg niet te publiceren, waardoor de verhouding tussen studies met positieve en negatieve uitkomsten scheefgetrokken wordt.

Maar je kunt het lot ook een handje helpen. Wetenschap is geen machine die na een druk op de knop een antwoord op je onderzoeksvraag uitbraakt. Hoe je een studie uitvoert, welke proefpersonen je gebruikt, welke statistische analyse je op de data loslaat : het heeft allemaal een invloed op het resultaat. Vervolgens moeten die resultaten nog worden geïnterpreteerd en in een mooie conclusie gegoten. Bij elke stap bestaat het risico dat onderzoekers in de kaart van de sponsor spelen. Dat kan ook onbewust, want er bestaat zoiets als de ‘blinde vlek voor beïnvloeding’ : zoals vrijwel iedereen ervan overtuigd is een beter dan gemiddelde chauffeur te zijn, denken wetenschappers dat vooral hun collega’s vatbaar zijn voor beïnvloeding door de industrie, maar zijzelf niet.

GEEN BIERBUIK DOOR BIER

Ben je erin geslaagd een positief effect van een of ander voedingsmiddel aan te tonen – of een negatief effect te ontkrachten – dan is het tijd voor de volgende stap : het zo spectaculair mogelijk voorstellen van het onderzoek in de media. Spaanse wetenschappers toonden eerder dit jaar hoe dat moet. In hun studie vonden ze een positief effect van een mediterraan dieet aangevuld met olijfolie en noten op de hersenwerking van bejaarden. Terwijl ze in hun studie een slag om de arm houden en netjes aangeven dat het om een zeer beperkt aantal proefpersonen ging, en dat het moeilijk is om uit te maken waaraan het positieve effect precies te wijten is, toeteren ze in media toch dat u best dagelijks vijf lepels olijfolie en een handje noten achteroverslaat. Zou het toeval zijn dat ze de notenindustrie adviseren en in het verleden onderzoek hebben gedaan in opdracht van de sector ?

Ook persberichten doen er graag een schepje bovenop. Een voorbeeldje : “Gedroogde pruimen kunnen het risico op darmkanker verminderen”, meldde een persbericht onlangs. Aan de basis van het persbericht lag een studie op ratten (!), op kosten van de California Dried Plum Board. Of deze : “Een avocado per dag houdt de cardioloog weg.” In dit onderzoek, deels gefinancierd door de Hass Avocado Board, werden mensen met overgewicht op drie verschillende diëten gezet. De groep die dagelijks een avocado at, zag zijn LDL-cholesterol (de ‘slechte’ cholesterol, die het risico op hart- en vaatziekten verhoogt) het meest dalen. Op zich interessant, maar of dagelijks een avocado binnenwerken daarom een gezond hart garandeert, en of je daar überhaupt wat aan hebt als je – in tegenstelling tot de proefpersonen in de studie – géén overgewicht hebt, is nog wat anders. De avocadotelers vinden wellicht van wel. Zijn avocado’s gezond ? Tuurlijk wel, net als pruimen en andere soorten groenten en fruit. Maar hard bewijs leveren voor een oorzakelijk verband tussen het eten van één specifiek voedingsmiddel en een positief effect op de gezondheid is erg moeilijk. Wees daarom op uw hoede als u iets leest als “Product X verlaagt uw risico op Y”.

Nog eentje om het af te leren. “Bierbuik nog niet rond”, zo meldde ons het Nederlandse Kennisinstituut Bier, gefinancierd door – u raadt het al – de Nederlandse Brouwers. Deense en Nederlandse wetenschappers hadden eerdere studies naar de relatie tussen de consumptie van bier en het fenomeen ‘bierbuik’ geanalyseerd, op kosten van het Kennisinstituut uiteraard. De onderzoekers besluiten dat “het niet uitgesloten is” dat mannen die meer dan twee biertjes per dag drinken – of meer dan vier liter per week – dikker zijn dan mannen die dat niet doen. Voor vrouwen en voor mannen die minder drinken, vonden ze daarvoor “onvoldoende bewijs”. Je lijkt dus vooral dik te worden van bier, naarmate je er meer van drinkt. No shit, Sherlock.

Het klinkt misschien vreemd, maar keihard bewijs vinden voor een link tussen bier drinken en overgewicht is niet eenvoudig. Bierdrinkers eten vaak ongezonder, roken meer en sporten minder. Hetzelfde geldt voor frisdrank, en ook de frisdrankindustrie laat niet na erop te wijzen dat niet duidelijk is bewezen dat je van frisdrank dik wordt. Maar de theorie zit stevig in het zadel, melden de bieronderzoekers terloops ook zelf in hun studie. Bier bevat relatief veel calorieën. Wie als aanvulling op zijn normale dieet een paar biertjes achteroverslaat, loopt dus meer risico om dik te worden.

Maar in de samenvatting van het onderzoek en in de communicatie van het Kennisinstituut Bier, dat de studie bestelde, ligt de nadruk vooral op het gebrek aan bewijs. In de media is de stap van “geen duidelijk bewijs voor een effect” naar “geen effect” snel gezet. “Bierdrinkers kunnen opgelucht ademhalen” en “van bier krijg je geen bierbuik” verkondigden sommige media, want “pas bij meer dan vier liter per week zal je omvang toenemen”. In het Kennisinstituut werd ongetwijfeld het glas geheven.

TOVERDRANK

Wie niet op een euro hoeft te kijken, doet zoals de brouwers : financier niet alleen onderzoek, maar ook een organisatie die schijnbaar objectieve informatie over je product de wereld in stuurt, en een symposium waarop gunstig onderzoek in de kijker wordt geplaatst. Zo organiseert het Kennisinstituut Bier het symposium Beer and Health, dat op de laatste editie aandacht besteedde aan de heilzame effecten van bier op het hart, de fabels over bier als dikmaker en vezels in bier (ja, wij moesten ook lachen toen we het zagen).

De Nederlandse Suiker Unie financiert het Kenniscentrum Suiker en Voeding, en de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie organiseert het Milk and Health-symposium. De zuivelindustrie verspreidt daarnaast nog de brochure Melk, voedzaam van nature onder voedingsdeskundigen en journalisten. Wie de brochure leest, kan enkel besluiten dat melk de vergelijking met de toverdrank van de Galliërs kan doorstaan. U krijgt er niet alleen sterke botten van, melk heeft ook een positieve invloed op uw bloeddruk, en verlaagt het risico op diabetes, hart- en vaatziekten en kanker. Waar wachten we nog op om ons leidingwater door melk te vervangen ?

Dat de aangehaalde studies niet zelden zijn gesponsord door de industrie of uitgevoerd door wetenschappers die bijklussen als spreker of adviseur voor de industrie, wordt er niet bij verteld. Onderzoek dat de claims tegenspreekt, blijft onderbelicht. Zo lezen we niets over de calciumparadox – osteoporose komt meer voor in westerse landen, waar de calciuminname en melkconsumptie het hoogst is – noch over het standpunt van de Wereldgezondheidsorganisatie en een rist wetenschappelijke studies die vraagtekens plaatsen bij de rol van melk in de preventie van osteoporose en bij het nut van op de hele bevolking gerichte melkcampagnes. De sector is er bovendien in geslaagd u die campagnes als ‘Boodschap van algemeen nut’ op de openbare omroep in de maag te laten splitsen.

MISVERSTAND

Maar het kan ook tegenzitten. Dat ondervond Coca-Cola eerder dit jaar, toen bekend raakte dat de frisdrankproducent het Global Energy Balance Network (GEBN) financiert. Het GEBN wil oplossingen voor het probleem van overgewicht en obesitas stimuleren die zijn gebaseerd op ‘de wetenschap van de energiebalans’. Volgens dat concept is een gezond gewicht het resultaat van een evenwicht tussen het aantal calorieën dat je consumeert en het aantal dat je verbrandt. Critici zien in het initiatief vooral een poging om de klemtoon in het debat rond overgewicht te verschuiven : wat je eet en drinkt doet er niet zoveel toe, als je maar genoeg beweegt. The New York Times onthulde dat niet alleen het GEBN zelf, maar ook wetenschappers die het belang van de energiebalans in de verf zetten aanzienlijke sommen van Coca-Cola hadden ontvangen. De CEO van het bedrijf probeerde de imagoschade te beperken. Het was allemaal één groot misverstand, moet u weten. Het enige wat de frisdrankgigant wil, is wetenschappers en organisaties steunen die kennis vergaren over hoe we de obesitas-epidemie het best aanpakken.

In de nasleep van de affaire lanceerde Coca-Cola een website met daarop informatie over welk onderzoek en welke organisaties het in de Verenigde Staten financiert. Recent deed het bedrijf hetzelfde voor België en Nederland. In eigen land oogstte Cocoa-Cola enkele jaren geleden kritiek, toen het wetenschapsmagazine Eos onthulde dat wat een informatiecampagne van de Vlaamse Beroepsvereniging van Voedingsdeskundigen en Diëtisten (VBVD) leek, in werkelijkheid een door Coca-Cola gefinancierd initiatief was. “Suiker kan deel uitmaken van een gezond eetpatroon”, luidde de boodschap toen, een punt dat in ieders belang dringend onder de aandacht moest worden gebracht, want we eten zoals u weet veel minder suiker dan goed voor ons is.

Het kan duidelijk geen kwaad om nieuws en claims over voeding met de nodige scepsis tegemoet te treden. Doorgaans hebt u het raden naar eventuele sponsors en belangen van onderzoekers. Die horen normaal netjes op het einde van een studie te worden vermeld, maar sijpelen zelden door tot in het persbericht en de media. Stel uzelf daarom enkele simpele vragen. Wie is bij dit nieuws gebaat ? In veel gevallen bent u dat niet. Druist het in tegen wat we al lang weten ? Dan zou het weleens fout, of op zijn minst voorbarig kunnen zijn. Is het te mooi om waar te zijn ? Zo ja, dan is het dat waarschijnlijk ook.

Door Dieter De Cleene

Wetenschap is geen machine die na een druk op de knop een antwoord uitbraakt

De zuivelsector slaagt erin u zijn campagnes als ‘Boodschap van algemeen nut’ in de maag te laten splitsen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content