Hoewel dit geen intro is voor de culinaire special vertel ik u, met enige trots, dat mijn twee zonen graag koken. Bram, amper elf, is dol op desserts. Ik geloof dan ook nog steeds dat de keuken het centrum van de woning is. Misschien komt dat een beetje door onze Franse levensstijl met veel koken en tafelen. Die mening is ook het gevolg van mijn vorming als oudheidkundige : de eerste woning was niet veel meer dan een kamerscherm waarachter je vuur maakte, kookte, samenleefde en sliep.

Toch klopt dat beeld niet met de Belgische realiteit, want zopas maakte het ILIV (een kenniscentrum over het belang van een thuis) in opdracht van Ikea, voor het eerst een sociologische studie van het ’thuisgevoel’ in ons land, overigens internationaal een vrij unieke studie. Dit rapport wordt pas volgende week volledig bekendgemaakt, maar uit een klein detail blijkt dat niet de eettafel, maar de zitkamer het hart van het huis is, en mensen ervan houden om weg te dromen bij het zien van inspirerende voorbeelden. Dat laatste is goed nieuws voor ons magazine dat je laat dromen van riante woningen. De woonkamer is ook de basis van elke interieurreportage, een huis zonder zithoek breng je niet in beeld, wat die studie bevestigt. Dromen in magazines, op het net of op de beeldbuis, zetten mensen aan om de inrichting van hun interieur geregeld te herkneden, met in het achterhoofd het idee dat een knappe woonplek het leven aangenamer maakt. Dat klopt ook.

Wat is het geheim van een boeiend interieur ? Het hoeft niet mooi of hyperdecoratief te zijn, maar straalt een persoonlijkheid uit en is lichtjes dynamisch. Een levend interieur verandert moeiteloos en om de haverklap. Daarom kunnen minimalistische interieurs saai zijn. Ze zijn ook pretentieus, wekken de indruk het summum van interieurkunst te zijn, en willen alle andere trends en franjes overbodig maken, alsof ze voor de eeuwigheid zijn bedacht.

Wie er met de neus op zit, merkt dat nu eens strak, daarna strepen en vervolgens golvende lijnen met veel kleur in de mode zijn. Dat klopt natuurlijk nooit voor honderd procent, omdat er verschillende trends tegelijk en vogue zijn.

Neem je wat meer afstand, dan valt het op hoe stijlen bij soorten mensen passen. Een strak, koel en net interieur is geknipt voor een controlefreak met een netheidssyndroom. Momenteel zijn meer chaotische en spontane interieurs in trek, die allerminst stijlzuiver zijn, kijk maar naar het pied-à-terre van Caroline Notté. Zo’n woning is de uitgelezen biotoop van meer nonchalante mensen die graag improviseren.

Vanuit kunsthistorisch perspectief merk ik nog iets op. Een hedendaags interieur staat vol antiek design, originele vintage of heruitgaven. In de jaren zestig, zeventig en tachtig was dat quasi ondenkbaar. Je had antieke en artistieke interieurs met spullen uit heden en verleden door elkaar, maar wat hedendaags was, zag er echt anders is. Nu loopt alles door elkaar, kleuren, vormen, stijlen en zelfs materialen, glad en ruw doen het goed samen.

Net als bij de populaire muziek of zelfs literatuur, merk je dat veel interieurtrends vrij nostalgisch zijn. Veel hedendaags meubeldesign heeft een retrotouch. Denk maar aan de bollen, golven en strepen uit de seventies. Dat is best leuk en bevrijdend, het bewijst dat er nu meer mag dan vroeger. Hedendaagse interieurs mogen er zelfs wat rommelig uitzien.

Die losse stijl mag dan gelden voor interieurarchitectuur, de doorsnee moderne architectuur blijft serieuzer en geremder. Wanneer ontwerpt een architect hier weer eens een Moors paleis, Flintstones-huis, neogotische gevel, spaceshuttlewoning of moderne blokhut ?

piet.swimberghe@knack.be

Piet Swimberghe

VOORTREKKERS VAN HET MINIMALISME WEKKEN DE INDRUK DAT HUN INTERIEUR VOOR DE EEUWIGHEID IS BEDACHT.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content