In haar atelier ruikt het naar vers geschaafd hout en op de vloer liggen houtkrullen. Nee, Designer van het jaar 2014 Marina Bautier is geen industriële designer, ze gebruikt geen kunststoffen, enkel hout en ze werkt met haar handen. Daarom oogt haar collectie een beetje Deens.

Als je amper digitaal ontwerpt en zelf de handen uit de mouwen steekt om je meubelen te maken en bovendien zweert bij hout, dan ben je vandaag een vreemde eend in designland. Bizar, want houten meubilair is weer in en ook atelierwerk wordt weer gewaardeerd. Als je het zo bekijkt, dan is de collectie van de Brusselse designer Marina Bautier (34) helemaal van deze tijd. Ze heeft geen zin om tot de avant-garde te behoren of om te experimenteren met vormen en materialen. Haar meubelen lijken niet alleen wat op het Deense design uit de sixties, dat nu zo gezocht is, ze werkt ook een beetje als de designers uit dit land. Ze studeerde bovendien aan een aparte school, de Bucks New University in Buckinghamshire in Engeland.

In 2003 startte ze haar atelier op en ging al snel meubelen ontwerpen voor bekende firma’s als Ligne Roset, Stattmann Neue Moebel, Swedese, Idée. Ze was vrij vlug internationaal actief, want deze bedrijven hebben hun zetels in Frankrijk, Duitsland, Zweden en Japan. Zo ontwikkelde ze haar skills en lijn. Maar pas sinds 2013 pakt ze uit met een collectie onder haar eigen merk MA, dat ze bovendien alleen aanbiedt in haar eigen zaak of via het net.

Waarom kiest u voor deze aanpak en klopt u niet aan bij een grote producent ? U zou een ruimer publiek bereiken.

Marina Bautier : Ik wil mijn collectie in mijn eigen omgeving laten zien, in mijn winkel net onder mijn atelier, en wens dat alles samen wordt getoond, de banken, rekken en meubelen. Nu wil ik nog geen andere verkooppunten, en dat internationale publiek bereik ik toch via internet. Op die manier kan ik de prijzen laag houden. Ik kies voor kleinschaligheid om mijn bedrijf zelf in de hand te kunnen houden. Ik ben nogal onafhankelijk ingesteld, dus is het een plezier om alles zelf te doen, van het begin tot het einde, van het atelierwerk tot de verkoop.

U doet me denken aan de Deense designers, zoals Hans Wegner waar iedereen het nu over heeft. Ook hij werkte graag met zijn handen en ontwikkelde zijn collectie meer als meubelmaker dan als designer. Toen ik hier voor het eerst binnenstapte, dacht ik ergens tussen Kopenhagen en Stockholm te zijn.

Toen ik begon, wist ik eigenlijk weinig over de Scandi- navische meubelen. Mijn manier van werken is anders gegroeid. Ik studeerde in een streek waar de meubelin- dustrie nog altijd bloeit, in Buckinghamshire draait alles om hout, net zoals bij de Denen. Als er een Deense invloed is, laat die zich via de Engelse omweg voelen. Natuurlijk ben ik ondertussen geboeid door het design uit het noorden. Net als de Denen word ik sterk geboeid door de technische ontwikkeling van een meubel, het proces van de productie wil ik zoveel als mogelijk verbeteren en vereenvoudigen. Omdat ik ergonomie zeer belangrijk vind. Ik wil niet pronken met innovaties of opvallende objecten, maar met meubelen die zich goed integreren in een interieur.

U bent geen designer die haar stempel drukt op het interieur met voyante creaties.

Ik ben inderdaad geen artist designer en werk graag aan gebruiksmeubilair. Ook weer een gevolg van mijn studie, ik kom niet uit het artistieke of industriële design. In mijn opleiding zat veel atelierwerk. We moesten voor elk project zelf een prototype maken. Het functionele en praktische was belangrijker dan het artistieke. Je moest het vooral uitvoeren met gevoel voor verhoudingen, materiaal en schoonheid.

U lijkt me niet het soort designer dat ideeën ontwikkelt op het computerscherm.

Nee, maar ik werk toch met de computer. In het atelier maak ik eerst mijn prototype op ware grootte. Dat is belangrijk om alles goed te kunnen inschatten. Daarom werk ik vooral met hout, een materiaal dat ik zelf kan bewerken en uittesten, in tegenstelling tot kunststof. Als je enkel met de computer werkt, dan gaat alles te gemakkelijk en schat je soms wat verkeerd in. Eenmaal het prototype klaar, teken ik alles uit in 3D. Op dat moment ga ik nog weinig aan mijn ontwerp sleutelen.

Zat die liefde voor hout in de familie ? Waren uw voorouders misschien meubel- makers ?

Niet echt, mijn moeder werkte als econoom aan de universiteit, maar ze was wel handig en maakte zelf kleine meubelen. Zij heeft me een beetje geïnitieerd. Op mijn twaalfde volgde ik al een meubelcursus en ik had een klein atelier, maar dacht er niet aan om daar ooit iets mee te doen. Op school was ik trouwens vooral goed in wiskunde. Pas aan het einde van mijn middelbaar lonkte het idee om hiermee aan de slag te gaan.

Heeft bij de precieze afwerking van uw meubelen iets met dat wiskundebrein te maken ?

Ja, ik had daar nog niet aan gedacht, maar dat zit er wat in. Aan de meubelontwikkeling zit een wiskundig aspect: je moet goed kunnen rekenen. Ik hou ook van precisie. Technische details als sluitingen en vergaringen zijn zo boeiend, daarvoor helpt die wiskunde.

Hoe ontstaat bijvoorbeeld het idee om een ligbank te ontwerpen ?

Mijn eigen leefruimte is een inspiratiebron. Voor de bedbank gaat het idee terug tot het vakantiehuis dat we vroeger hadden en waar een dagbed stond om op te zitten en te rusten. Dat geldt ook voor het kleine bureau. Op een dag heb je zoiets nodig, een bureau als een privédoos, een soort secretaire, om van alles op te bergen, ook je tablet. Ik ontwerp geen meubelen die ik zelf niet in huis zou willen of kunnen gebruiken.

Ik ga amper naar beurzen en kijk minder en minder naar magazines of decosites. Maar ik volg wel blogs als Freude für Freunde en Caffeeklatch, omdat ze van deze tijd zijn. Sommige magazines, zoals Kinfolk, boeien me wel. Ik vind er alles in, van mode tot handcraft.

Bent u een ecologische ontwerper ? Ik bespeur bijvoorbeeld geen enkel stuk plastic in uw atelier.

Ik voel me inderdaad niet aangetrokken tot kunststoffen. Ik gebruik wel hier en daar wat metaal. Ecologie is niet mijn basiscriterium noch concept. Wat wel belangrijk is, is de duurzaamheid qua materiaal en constructie. In die zin werk ik ecologisch. Ik vind het belangrijk dat een kast makkelijk kan worden heropgebouwd, dat ze een verhuizing overleeft. Ook het feit dat mijn meubelen zich goed integreren en dus lang kunnen worden gebruikt, is een vorm van duurzaamheid. We gebruiken ook Europees hout, produceren deels in eigen land of in de omringende landen en gebruiken geen giftige lijmsoorten. Maar dat past vooral bij mijn autonome wijze van werken en denken.

Info : www.marinabautier.com en www.maison-ma.com.

Het werk van Marina Bautier is te bezichtigen in hal 3 van Interieur Kortrijk, www.interieur.be.

DOOR PIET SWIMBERGHE & PORTRETTEN DIEGO FRANSSENS

“Ik sta op mijn onafhankelijkheid, het is een plezier om alles zelf te doen, van het begin tot het einde, van het atelierwerk tot de verkoop”

“Ik ontwerp geen meubelen die ik zelf niet in huis zou willen of kunnen gebruiken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content