Kylie is piepklein, danst erg goed en heeft immer weer een nieuw vriendje : we weten alles over Kylie Minogue, want we willen alles over haar weten. Maar bestaat ze eigenlijk wel ? Het is in feite nooit bewezen. Geboren op de televisie en nu verder levend in videoclips, filmpjes en fotoboeken : Kylie kijkt ons aan en zingt van “La la la”.

* ‘Kylie : La la la’, William Baker & Kylie Minogue, Hodder & Stoughton,

ISBN 0-340-73439-6,

245 blz., 34 euro.

* Sean Smith, Kylie,

de biografie, Elmar,

ISNB 90389-12943, 224 blz., 17,95 euro. www.kylie.com

Volgens Britse boulevardkranten en glanzende leefstijlbladen heeft Kylie Minogue de beroemdste want fraaiste billen van het moment. Deze bevinding wordt hardgemaakt met foto’s waarop Kylies jurken tijdens een momentopname opwaaien of waarop de zangeres zich pront omdraait en met haar achterwerk een lichtbundel lokt. Kylies derrière haalde vorig jaar, en ook het jaar daarvoor, vele lijstjes en figureerde, in overdrachtelijke zin, in flink wat conferences van Engelse cabaretiers. Prins Charles bekende onlangs dol te zijn op de popprinses – een koningskind hoort zijn natie te volgen, ook in de obsessie voor in lurex verpakte billen.

Het gebeurt allemaal buiten de wil van Kylie om, maar ze kan er wel om lachen. Ze zegt er niets van te begrijpen, en professioneel beroept ze zich op de spreekwoordelijke korrel zout. En ze huppelt, dwarrelt, springt, stuitert en stoeipoest verder in goudkleurige hotpants, nauw zittende cat suits en jurkjes met ruguitsnijdingen die ver onder de evenaar eindigen. Ze hoeft geen afstraffing te vrezen, want zelfs hardleerse en welvingvrezende feministes laten haar begaan. Kylie is onschuldig en onschadelijk, bovendien lacht ze altijd en blijft ze uit de blootbladen, welke geldsommen die haar ook beloven. Kylie is voorbij het stadium dat de twijfel in haar voordeel speelt. Maar ze heeft wel het geluk haar billen schalks te willen etaleren in een tijdperk waarin hordes van haar zingende en dansende collega’s (en niet alleen de vrouwelijke) de grenzen van het popfatsoen op een veel doortastender manier proberen te verleggen.

Kylie is en blijft onbevlekt, ook na een carrière die al meer dan vijftien jaar duurt. Tienermeisjes zien in haar een stijlvolle rebel, en de moeders van zulke tienermeisjes beseffen dat geen enkel schandaal of misstap aan Kylie blijft kleven – een belangrijk fait accompli én een noodzakelijk goed voor de dochters van de moderne maatschappij. Roze jongens dragen T-shirts met Kylies beeltenis en rockers laten haar naam graag vallen, al dan niet met een ironische krul om de mond. Wie enigszins de wetmatigheden van de popcultuur kent, had al eind jaren tachtig met luide stem kunnen verkondigen dat Kylie Minogue een wereldster zou worden : toen al kon ze makkelijk haar achternaam weglaten zonder daardoor met een andere starlet verward te worden. John, Paul, Ringo en George. Madonna. Elvis. Liza. Bono. Britney. En Kylie. Echte beroemdheden hebben geen ouders, en kunnen als logo door het leven.

Op de keper beschouwd heeft Kylie Minogue nooit iets wereldschokkends gezegd of gedaan. Er zijn in de loop der jaren veel interviews met haar verschenen, maar zelfs haar trouwste fans kunnen daaruit geen groot op de muur te kalken citaten halen. Ze speelde mee in films die enkel door haar biografen in de juiste chronologische volgorde gezet kunnen worden. Ze heeft geen stem die scheuren in het plafond kan veroorzaken en haar liedjes schrijft ze niet zelf. Als non-believers sneren dat Kylie Minogue geen persoonlijkheid heeft, is dat eigenlijk moeilijk te weerleggen. Jazeker, Kylie is vriendelijk, en genereus, en lief (plus een beetje stout). Ze is een goede kracht op de werkvloer en ze wil voor iedereen, inclusief de wereld, het beste. Maar ze is geen Madonna, die merknaam die elk jaar opnieuw, in meerdere politieke, sociologische, psychologische en cultuurfilosofische thesissen opduikt.

Toch is Kylie een fenomeen dat onze geest geen rust gunt. We lezen elk nieuwtje waarin haar naam voorkomt en zijn niet langer beschaamd te fantaseren hoe het zou zijn met haar over de zin van het bestaan te praten (de tienermeisjes), naast haar op de eerste rij van een modeshow te zitten (de veeleer frivole roze jongens), haar kleerkast te delen (de veeleer frivole travestieten), of met haar de lakens te delen, met het licht aan (de roze meisjes met een showbizzkalender en verder alle heteroseksuele mannen ter wereld). De media zijn ook al zo passioneel om haar bekommerd, zeker de afdeling paparazzi die er maar niet in slaagt een onflatteuze foto van haar te maken. Kylie heeft sinds haar ontstaan idolatrie én onbreekbaar respect gegenereerd, en niemand die haar dat misgunt. Logisch eigenlijk, want kleine meisjes horen net iets meer cadeaus te krijgen.

Kylie Minogue is letterlijk klein : 1 meter en 52 centimeter. Dat ene anatomische feit is een niet te onderschatten factor van haar enigma : verwanter aan Barbie en Lolita dan aan Miss World of Diana (gelijk welke), meer kindvrouw dan leading lady. Het maakt haar schattig en knuffelbaar, en tegelijk intrigerend, toch voor leerling-alchemisten, want hoe krijgt ze het voor elkaar om er op foto’s zo ‘normaal’, ja zelfs groots en verheven uit te zien ? Haar kleine gestalte verzilvert ook het poppetje-aan-een-touwimago, dat ze met vele andere popidolen moet delen. Geen wonder, zo gaat de algemene redenering, dat ze zich achteloos laat beschermen door een leger van producers, stylisten, managers, dansleraars, make-upartiesten. Kylie is deeg in hun handen, en tegenspreken doet ze niet, ze is nu eenmaal welopgevoed, onschuldig en onbezoedeld.

Schijnbaar tegenstrijdig schuilt net in dit scenario haar grootste triomf : Kylie wordt gebruikt, steeds maar opnieuw, en toch wint ze altijd het pleit. Haast dankzij goddelijke interventie, want ze geeft volmondig toe zelf niet listig genoeg te zijn om als een vrouwelijke David de Goliaths in de poparena te slim af te zijn. In tegenstelling tot de onderling verwisselbare interim-popsterren van vandaag heeft ze geen geheime agenda. Faam en de daarbij behorende limousine en vip-behandeling zijn niet haar ultieme doel, toch niet als ze in ruil daarvoor haar aaibaarheid moet opgeven. Klagen, altijd met vergoelijkingen, doet ze pas als een contract is afgelopen en publieke spijt uit ze pas als ze er een passend bon-mot bij heeft gevonden. In al haar ernst neemt ze het popleven niet zo serieus, dat zegt ze toch, vooral na het scoren van een nummer-één-hit.

Kylies officieuze naam is Charlene Mitchell, naar het personage dat ze in de Australische soapserie Neighbours vertolkte. Kylie verscheen als Charlene aan het grote publiek, in de tweede helft van de jaren tachtig, en haar alter ego vergezelt haar tot op de dag van vandaag. Charlene was een aardig meisje, van om de hoek. Ze had een paar wilde trekken, durfde mannen al eens terecht te wijzen, maar haar ersatzfamilie en de kijkers hielden van haar, ook toen ze vrouwbevrijdend als garagehouder de kost ging verdienen. Jason Donovan, verkleed als Scott, viel ook voor Charlene, met een trouwpartij als gevolg (meegevierd door miljoenen kijkers, in Australië, het Verenigd Koninkrijk en de rest van Europa). Charlene Minogue werd uitgeroepen tot de trots van Australië, aanvankelijk in haar nadeel, want Australië had in die tijd een hipgehalte gelijk aan dat van de noordpool. Maar Kylie wou vooral zingen en dansen ; ze kon niet snel genoeg de huwelijkstaart achterover slaan en de bordkartonnen Ramsey Street uit Neighbours ontvluchten. Naar Londen toe, recht in de armen van haar drie ooms, Stock, Aitken en Waterman (SAW), het trio producers dat haar aan haar eerste hit hielp, I Should Be So Lucky, uit 1987. Onder auspiciën van SAW en hun huisstijl was Kylie Minogue het soort zangeresje dat op geen enkel vlak voldeed aan de eisen van de gestileerde eighties : in haar ogen blonk geen hebzucht en ze graaide niet naar macht. Kylie omarmde wel haar teddybeer en blies zeepbellen in haar bad, precies zoals het een aardig meisje met een paar wilde trekken betaamde. Om aan te tonen dat ze zich helemaal niet schaamde over haar afkomst, nam ze een jaar later een liefdesduet op met haar virtuele echtgenoot Jason Donovan (die ondertussen ook aan het zingen was geslagen).

Het nummer, Especially for You, was suikerzoet, postmodern onoprecht en stal bijgevolg de harten van naties. Kylie werd in die tijd vertederd de nieuwe Doris Day genoemd, altijd opgewekt en vrolijk, geen sloerie zoals Madonna, met haar gehijg en penisnijd.

In het begin van de jaren negentig moet het even gestormd hebben in de kantoren van SAW. Kylie wou niet langer Charlene Mitchell zijn, correctie : spelen. Waarom, dat kon ze niet uitleggen, maar de roddelbladen wisten wel beter : Kylie had overspelige seks ontdekt, met Michael Hutchence, de toen nog volop in leven zijnde zanger van INXS en notoir rokkenjager. Kylie bekende grootmoedig en liet optekenen dat ze zich nu ‘een echte vrouw’ voelde (waarop de schandaalpers, nooit tevreden is die van natuur, allerhande figuren opvoerde die smeuïg konden vertellen over het lang vervlogen tienerliefdesleven, dat ze met haar hadden gedeeld in thuisland Australië). Kylie haalde de synthetische krullen uit haar kapsel, liet zich fotograferen met een sigaret en kirde tijdens de ontbijttelevisie : “O, wat vreselijk !” bij het heruitzenden van haar eerste videoclips. Vanaf dat moment, ook door Kylies plotse interpretaties van Barbarella en Marilyn Monroe, toonden ook de broers en vaders van haar tienermeisjesfans interesse, een bonus vanjewelste, toch in marktaandelen.

Zo dartelde Kylie doorheen de jaren negentig, elk jaar een beetje franker en zoals dat dan heet, volwassener. Het ging soms bergaf, bij een managerwissel of een zeldzaam geflopte single. Meestal zat het geluk haar mee, behalve in de liefde (ach, ach). Ze overleefde zelfs ironie, de besmettelijkste ziekte van die tijd, na haar duet met Nick Cave ( Where the Wild Roses Grow, 1995). Het geplande schone-en-het-beestscenario ontplofte in het gezicht van Cave, en Kylie had er alweer een nieuw fansegment bij. Zoals gezegd : Kylie wint steeds.

Zonder dat men er acht op had, werd Kylie een product met een kwaliteits- en gezelligheidszegel. “Met Kylie zit je nooit verkeerd”, van dat soort slogans. Ze mocht poseren voor de covers van belanghebbende modebladen en pootjebaden in de high-fashionscene. Ze ’transformeerde’ en ‘had vele gezichten’. Ze was ‘veelzijdig’ en ‘kameleontisch’. En vanaf het moment dat ze van haar billen haar trekpleister(s) maakte, was het hek helemaal van de dam. Voor het huidige millennium ging Kylie de discotoer op, compleet met glitterbollen, goudlamé en stiletto’s. Camp en kitsch die iedereen begrijpen kon en bijgevolg gulzig slikte. De toon (het plan ?) was : Kylie is eindelijk opgegroeid, geeft zich vanaf nu helemaal, en iedereen is uitgenodigd. Een paar ontwapenende giechels van Kylie later stond la Minogue voor het eerst bovenaan de Amerikaanse hitlijsten, met Can’t Get You out of My Head (2001). Maar de ultieme accolade kwam van (alweer) Madonna, die zich graag liet fotograferen in T-shirts met Kylies naam erop. “Ik beschouw haar als mijn dochter”, sprak de Beroemdste Blondine Aller Tijden gevleugeld, en enigszins wanhopig.

Kylie is overal, op de televisie, op een dvd-schijf, op billboards, als screensaver op het pixelscherm. Ze maakt de mensen blij en lichtjes opgewonden. Ze mag trofeeën in ontvangst nemen en faux-Broadway-revues tijdens haar tournees opvoeren. Niemand ter wereld wordt er spiritueel wijzer van, maar dat is niet erg. De adoratie, de verkoopcijfers, de icoonstatus : het is het kleine, lieve meisje meer dan gegund. Om haar succes te verklaren en de ware fan niets te onthouden, lanceert de firma Kylie ook heuse boeken vol glanzende prenten en paginagrote close-ups. Onlangs verscheen Kylie : La la la, de opvolger van het plaatjesboek Kylie uit 1999. Na wat denkwerk omschrijft de uitgeverij het als een fotografische ontdekkingsreis. Dat alles relatief is, bewijst de inhoud van het prestigieus, flitsend vormgegeven boekwerk : kiekjes van Kylie met een cowboyhoed, met Playboy Bunny-oren, met een hond. Kylie als geisha, als ruimtevrouw, als drijvend lijk in het water. Geen enkele foto is langer dan twee seconden interessant, zelfs als die genomen is door een grote naam uit de entertainmentwereld ( David LaChapelle, Stephane Sednaoui, Vincent Peters, Ellen von Unwerth, etc.).

Kylie :La la la staat vol schrijfsels van William Baker, haar stylist en toegewijde steunpilaar. Hij benadrukt dat zijn muze helemaal geen doetje is en dat je erg met haar kan lachen. Trots laat hij zijn tekeningen van Kylies podiumkostuums afdrukken, allemaal derivaten van trendy designerontwerpen. Kylie : La la la is het soort salontafelboek dat meer dan waarschijnlijk ook aan een salontafel is gemaakt : drukdoend, snoeperig en adembenemend oppervlakkig. De enige boodschap die de lezer meekrijgt is, dat Kylie enkel lijkt te bestaan in de fotostudio of in de schminkkamer, en dat ze dat graag zo houdt.

Is Kylie Minogue aldus een overbodig icoon ? Wie niet dronken is, of al te lichtzinnig, moet antwoorden : ja. Kylie Minogue zelf daarentegen is helemaal niet overbodig, want haar muzikale output is, onder de loep en onder de laserstraal van de cd-speler gelegd, superieur. Vreemd genoeg hanteert de firma Kylie vele afleidingsmanoeuvres om de nadruk te verleggen, analoog met Robbie Williams, haar mannelijke evenknie, die ook al sympathie wil winnen met zorgvuldig georchestreerde karakterschetsen en rookgordijnen die inhoud moeten suggereren. Jammer, want Kylie maakt perfecte pop die, zoals het hoort, niet afwijkt van de formule en toch inslaat als de bliksem. Haar wereldhit Can’t Get You out of My Head was een klassieker van bij de eerste luisterbeurt en zal dat over twintig jaar nog zijn. I Should Be So Lucky, haar eerste gooi, klinkt nog steeds als een minineutronenbom. Je ne sais pas pourquoi (’88), Hand on Your Heart (’89), Better the Devil You Know (’90), What Do I Have to Do en Shocked (’91) : allemaal uit haar SAW-periode, en allemaal tien op tien. Confide in Me, uit 1994, een lonk naar de undergrounddisco’s en een meesterwerk der glijmiddelpop. Some Kind of Bliss (’97), geschreven door James Dean Bradfield van de Manic Street Preachers. Your Disco Needs You (een stamper à la Village People, maar dan van hogere kwaliteit) en Light Years (schaamteloos maar jubelend gestolen uit de klankenkast van Giorgio Morodor), allebei uit 2000, en nooit uitgebracht als singles, tot verbijstering van zowel fans als critici. Met het creatieve wordingsproces van dergelijke liedjes heeft ze weinig te maken, maar niemand kan ze zingen zoals Kylie ze galmt, kirt, snikt en stamelt. Uit haar mond klinkt een eenvoudig “La la la” als een levensbeschouwelijke declaratie. In minder imagogedreven en bodemloze tijden zou dat alleen al meer dan genoeg zijn.

Peter De Potter

Kylie huppelt, dwarrelt, springt, stuitert en stoeipoest verder in goudkleurige hotpants, nauw zittende ‘cat suits’ en jurkjes met ruguitsnijdingen die ver onder de evenaar eindigen.

In de jaren tachtig werd Kylie vertederd de nieuwe Doris Day genoemd, altijd opgewekt en vrolijk, geen sloerie zoals Madonna, met haar gehijg en penisnijd.

Voor het huidige millennium ging Kylie de discotoer op, compleet met glitterbollen, goudlamé en stiletto’s. Camp en kitsch die iedereen begrijpen kon en bijgevolg gulzig slikte.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content