De Brusselse galeriehouder Rodolphe Janssen en zijn vrouw Vanessa wonen in een pand waar openheid de toon voert, te midden van hedendaagse kunst en modernistische meubelen.

Rodolphe Janssen heeft een galerie in Brussel en wordt beschouwd als een van de grote namen op het gebied van de hedendaagse kunst in ons land. Hij bewoont met vrouw en kinderen een pand met een zeer open architectuur. Als we de benedenverdieping betreden, worden we meteen omgeven door kunstwerken. Een woonruimte die een privégalerie van een verzamelaar lijkt. In de loop van ons bezoek ontdekken we nog een salon-bibliotheek met een zeer intieme sfeer. “Na een vernissage trekken we ons graag in onze woning terug met vrienden en kunstenaars. Mijn man kookt graag, en dan eten we allemaal samen. Daarom ook loopt de keuken, achter de toog van natuursteen, volledig over in de woonruimte.”

Aan de huidige situatie gaat wel een heel verhaal vooraf. Rodolphe kende het pand al een tijdje. Hij kwam hier voor het eerst toen de vroegere eigenaars er nog woonden. “Eigenlijk was hier een grote Brusselse begrafenisonderneming gevestigd. Onze huidige woonruimte komt overeen met een deel van de schrijnwerkerij. Honderden houten doodskisten lagen hier opgestapeld. Ik herinner me ook een enorme koffer met zeker duizenden kruisbeelden, en een andere met niets anders dan handvatten. Op een bepaald moment werd het eigendom in zijn geheel te koop gesteld. Maar dat zagen we echt niet zitten.”

Een tijd later stond het pand opnieuw te koop. Maar toen werd het door een aantal kandidaat-kopers die zich gegroepeerd hadden al snel verdeeld in kleinere loten. Het eerste werk bestond erin een deel van het gebouw, net achter de voorgevel, te slopen. “Zodra de koop gesloten was, beslisten we om hier een binnentuin te maken. De vorige eige-naars hadden de architecturale krachtlijnen al uitgezet, met inbegrip van een grote ruimte met glazen dak, waardoor we een prachtige lichtinval recht van boven cadeau kregen, ideaal voor het exposeren van kunstwerken. Wat ook heel ongewoon is in een klassieke woning : de overvloed aan muuroppervlakte. Dat geeft het voordeel dat we grote doeken kunnen ophangen.”

Tijdens de rondleiding op de benedenverdieping ontdekken we enkele recente topwerken van hedendaagse kunstenaars. Zo zien we onder meer een blauwe betonmolen van Wim Delvoye, naast een groot doek met een portret van Mao, van de hand van Yan Pei-Ming, een belangrijke Chinese kunstenaar. “In 1991, toen ik begon met mijn galerie, besloot ik me eerst te spe- cialiseren in fotografie. Je kon toen aan de kunstverzamelaars werken aanbieden op museumniveau tegen zeer betaalbare prijzen. Nadat ik het vertrouwen van de kunstenaars en hun vertegenwoordigers had gewonnen, heb ik me op de schilderkunst geworpen, zonder de fotografie daarom overboord te gooien. Een voorbeeld zijn de werken van Sam Samore, naast de ronde tafel en de tulpstoelen van Eero Saarinen.”

Deze internationaal bekende tafel vormt een uitzondering in dit interieur. De schaarse stukken zijn zorgvuldig uitgekozen. Ze zijn minder bekend bij het grote publiek, zoals de twee taboeretten ontworpen door de kunstenaar Franz West, een tafel van Ado Chale en stoelen van Jean Prouvé en onze landgenoot Willy Van der Meeren, een architect die tot de modernisten wordt gerekend.

Willy Van der Meeren kreeg erkenning voor zijn engagement in de bouw van betaalbare sociale woningen en voor de goedkope industriële meubelen van het merk Tubax. Zijn ontwerpen breken ook duidelijk met het verleden door hun zeer kleurige stijl.

“Net zoals de kunstwerken hebben ook de weinige meubelen die we uitkozen geen decoratieve functie op zich. Voor mij hebben ze gewoon zelf deze ruimte veroverd, net zoals de drie beelden van vrouwen – een blonde, een bruin- en een roodharige – van Stephan Balkenhol, vlak naast de tafel van Jean Prouvé. Ik heb nog nooit werken van deze Duitse kunstenaar tentoongesteld, maar alles wat hij maakt, spreekt me aan.”

In dezelfde ruimte zien we ook een discrete trap die naar de slaapvertrekken leidt. De ouderlijke slaapkamer bevindt zich op de eerste etage van een oud achterhuis dat deel uitmaakte van dit stedelijk complex. De slaapkamer van de dochter is bijzonder, in die zin dat de kamer zelf een kunstwerk is dankzij de muurschildering van Jean-Luc Moerman.

Voor we deze in schoonheid gehulde plek verlaten, moeten we toch nog een vraag stellen die ons op de lippen brandt. Hoe herken je nu eigenlijk een meesterwerk ? Hoe weet je dat een kunstwerk uniek is binnen een bepaald oeuvre of een bepaalde periode ? “Aan de energie die het uitstraalt”, antwoordt onze gastheer. “Een groot verzamelaar vergist zich niet, of toch zelden. Hij voelt de energie die een kunstenaar in een werk gestopt heeft, ook al staat het te midden van tientallen andere werken. Wie dat herkent vóór anderen is een groot verzamelaar.”

Galerie Rodolphe Janssen, Livornostraat 35, 1050 Brussel, 02 538 08 18, www.galerierodolphejanssen.com

De galerie neemt op 10 en 11 september 2011 deel aan de Brussels Art Days, de opendeurdagen van de kunstgalerieën. Info: www.brusselsartdays.com

TEKST EN FOTO’S JEAN-PIERRE GABRIEL

“Na een vernissage trekken we ons graag in onze woning terug met vrienden en kunstenaars.”

“Net als de kunstwerken hebben ook de weinige meubelen geen decoratieve functie op zich.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content