DE ANDERE JOHN ZORN

John Zorn noemde zijn nieuwe kwartet naar Masada, de woestijnvesting waar in het jaar 73 duizend joden de kollektieve zelfmoord verkozen boven de overgave aan de Romeinse vijand.

Het gebaar ligt in de lijn van Zorns vaak provocerende verwijzingen naar zijn joodse afkomst. Hij paradeert in Berlijn met een T-shirt met een jodenster erop, organizeert Jewish Connection festivals in Knitting Factory in New York en draagt de albums van Masada op aan Asher Ginzberg, de grondlegger van het kulturele zionisme. Menig recensent sabelt dit alles neer als goedkoop geflirt en parasitage. Waarop Zorn, breed grijnzend, ongetwijfeld een ander T-shirt aantrekt die ene waarop in grote letters Fuck you staat.

Naast Zorn op altsax bestaat Masada uit trompettist Dave Douglas, bassist Greg Cohen en drummer Joey Baron. Samen spelen doen ze ongeveer zoals het Ornette Coleman Quartet in 1960. Harmonisch erg vrij, met melodische motiefjes en een elastische maar duidelijke beat als herkenningspunten. Zorns stukken kompakt, gebaseerd op een eenvoudige riff, soms nerveus en grillig, dan weer plechtstatig en melancholiek klinken ook zoals die van Ornette en toch weer een beetje anders. Een Ornette misschien die niet opgroeide met rhythm & blues in de zwarte getto’s van Texas, maar met de joodse dansmuziek in de schaduw van de Brooklyn Bridge. En die iets meer savoir-faire en verfijning als komponist bezit.

Op de plaat valt Masada me veel beter mee dan op het podium. Zorn weet blijkbaar dat Douglas, en ook hij, de meester zelve, heel aardige maar niet echt geniale solisten zijn. Hij speelt hier, veel sterker dan tijdens de koncerten die ik meemaakte, zijn talent voor organizatie en kollektieve taktiek uit. Motief en nevenmotief, solo en samenspel, stem en tegenstem, voor- en achterplan vloeien met adembenemende vanzelfsprekendheid en raffinement in elkaar over. Baron, die zich voor de toernees van Masada helaas laat vervangen door mindere figuren, speelt daarin een sleutelrol. Hij valt de beide blazers heerlijk lastig, bedenkt samen met Cohen vrolijke rolverwisselingen en andere subtiele grapjes en brengt de kleur en spanning die Masada in de aanloopperiode miste.

Wij zijn hier ver van de versplinterde wereld van Naked City, het genadeloze geweld van Painkiller, de ludieke collages van Cobra, de postmoderne citatenkunst van News from Lulu en andere projekten rond Zorn (“veelzijdig” is voor dit fenomeen een eufemistische beschrijving). Masada toont ons een andere John Zorn : minder “interessant”, maar zeker niet minder aangrijpend, intimistischer en tegelijk toegankelijker. Voor het eerst voelt hij zich niet geroepen tot kommentaar en laat hij een noot, een melodie zichzelf zijn onbeschaamd mooi soms.

Tot nu toe verschenen van Masada Alef en Bett, een derde album moet zeer binnenkort in de winkel liggen. Aanbevolen.

– Masada Alef & Bette DIW (Japanese import/Dureco)

DE ONBEKENDE THOMAS CHAPIN

You Don’t Know Me heet het debuut van Thomas Chapin voor het Arabesque label. We kenden Chapin natuurlijk wel, maar niet in deze gedaante. De hardbop-achtige sessie moet wellicht dienen om het arty imago te korrigeren dat de altsaxofonist (hier soms ook op fluit en sopraan) aan zijn associatie met de Knitting Factory had te danken. Zijn hyperkinetische solo’s en lichtjes overspannen geluid zitten ergens tussen de virtuoze flitserigheid van Cannonball Adderley en de bebop-pastiches van John Zorn in. Chapins vermogen om zo zelden mogelijk adem te halen, zal grote indruk maken op de liefhebbers van het energieke genre. Wie de opwinding te veel wordt, mag opgelucht ademhalen bij de afgemeten tussenkomsten van trompettist Tom Harrel. Met verder pianist Peter Madsen, bassist Kiyoto Fujiwara, drummer Reggie Nicholson.

– Thomas Chapin, You Don’t Know Me, Arabesque/Venus.

SCENE

– Aanbevolen : Charlie Parker zei van haar dat ze million dollar ears heeft. Haar Portrait of Sheila (Blue Note) is een van de mooiste vokale albums aller tijden. Sheila Jordan zingt duetten met bassist Harvie Swartz in deSingel, Antwerpen, 2/5. In dezelfde reeks (“Stemmen”) Greetje Bijma met Crispell-Dresser-Sclavis, 9/5 ; en het Reggie Workman Ensemble met Jeanne Lee, 16/5 (Zie interview met Sheila Jordan op blz. 80-81 in dit nummer).

– Deze week : Oliver Lake en Trio 3 met Fred Hopkins en Andrew Cyrille, Vooruit, Gent, 27/4.

– Festival : Jazz à Liège met o.a. Max Roach Quartet, Gonzalo Rubalcaba, Charles Lloyd, Ray Anderson’s Alligatory Band, Octurn, Hommage à René Thomas, 6 & 7/5.

– Op komst : Octurn, De Werf, Brugge, 5/5 (gratis) ; Greg Marvin Quartet, L’Archiduc, Brussel, 6 & 7/5 om 17 u ; Ray Anderson’s Alligatory Band, De Werf, Brugge, 7/5 ; Lee Konitz & JF Prins Trio, L’Archiduc, Brussel, 13/5 om 17 u en Sheraton Airport, Brussel, 14/5 (brunch) : Lee Konitz Trio met Gerry Hemingway, L’Archiduc, Brussel, 14/5 om 17 u ; Henry Threadgill & Very Very Circus, Vooruit, Gent, 24/5 ; Sonny Rollins, PVSK, Brussel, 26/5.

– Info : deSingel (03) 248.38.00 ; Vooruit (09) 223.82.01 ; Jazz à Liège (041) 21.10.11 ; L’Archiduc (02) 512.06.52 ; Sheraton Brussel (02) 224.31.11 ; De Werf (050) 33.05.29 ; PVSK (02) 507.82.00. “Scene” is een selektie, geen volledige kalender. Afsluitdatum 2 weken voor publikatie.

ROB LEURENTOP

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content