DE ANDERE JOBIM

Stan Getz en Charlie Byrd maakten in de jaren zestig de bossanova populair in jazzkringen. Sindsdien werden talloze albums gewijd aan de songs van Antonio Carlos Jobim of andere auteurs in het genre. “Double Rainbow” van saxofonist Joe Henderson is echter niet het zoveelste bossanova-plaatje. De saxofonist ging graven in Jobims repertoire en stootte er op minder bekend materiaal van onverwachte diepte en veelzijdigheid. Meer dan de komponist van “The Girl From Ipanema” en andere typische deuntjes, bleek Jobim een “tunesmith of the first order” even subtiel, inspirerend en universeel als een Cole Porter of een Irving Berlin. Henderson verdeelde het album in twee hoofdstukken, Braz en Jazz. Het eerste heeft Eliane Elias op piano, Oscar Castro Nueves op gitaar, Nico Assumpçao op bass en Paula Braga op drums. Het beantwoordt wat meer aan het beeld van de bossa als luchtige, exotische spielerei, maar Henderson brengt er met zijn soms barse toon al wat donkere aksenten in aan. Met pianist Herbie Hancock, bassist Christian McBride en drummer Jack DeJohnette erbij, gaat hij daar nog verder in. De zeven nummers van dat tweede hoofdstuk gaan voorbij aan het anekdotische, reisbrochure-achtige van de bossa en tonen ons een andere Jobim de bedenker van troebele, vaak complexe portretten van kwetsbare stemmingen. Zij insprireren Henderson tot meer dan het obligate exotisme en zouden niet misstaan naast andere moderne klassiekers van de jazz, zoals die van Dizzy Gillespie, Benny Golson of John Lewis.

Het blijft natuurlijk wonderlijk dat Henderson pas nu van het grote sukses proeft. Zijn beste werk maakte hij al in de jaren zestig voor Blue Note, nu opnieuw verkrijgbaar op losse cd’s of in een doos met een mooie keuze daaruit. Het wisselvallige, maar vaak briljante vervolg daarop werd onlangs heruitgebracht in een machtige koffer met het verzamelde werk voor Milestone Records. Allemaal mooi meegenomen dividend voor de oorspronkelijke producers, na de geweldige verkoopcijfers van Hendersons recente albums “LushLife” en “So Near, So Far”, een keuze uit de songbooks van respektievelijk Billy Strayhorn en Miles Davis. Na die dubbele triomf had ik van de man wel wat meer durf verwacht. “Double Rainbow” werpt licht op de onbekende kanten van een vaak slecht begrepen repertoire, maar vergeleken bij de grote momenten uit Hendersons geschiedenis blijft het een beetje te braaf en berekend klinken.

– Joe Henderson, Double Rainbow (Verve/Polygram).

PARKER EN DE VIOLEN

Alle opnamen die de grote vernieuwer en altsaxofonist Charlie Parker met strijkers opnam voor het Verve-label staan nu samen op een fors bemeten cd. Laat u niets aanpraten door kenners die vinden dat een genie als Parker zich niet tot commerciële liedjes met Hollywoodachtige violen erbij had mogen verlagen. Dit is een schitterend staaltje Americana, een mengeling van kitsch, sentiment en grandioze dramatiek. En Parker speelt een aantal van zijn beste, aangrijpende solo’s, waarvan “April in Paris” destijds Hugo Claus tot het gelijknamige gedicht inspireerde. Aanbevolen.

– Charlie Parker, The Complete with Strings (Verve/Polygram).

KUNST, FUNK EN DOEDELZAKKEN

Na Trio Bravo : Trio Grande. Tubaspeler Michel Massot en perkussionist Michel Debrulle, voormalige “Bravisten”, spannen nu samen met Laurent Dehors, Franse rietspeler van enige renommé. Deze Dehors bespeelt ook wel allerhande doedelzakken en de Bretoense guimbarde. Meteen al een eerste aanwijzing van een van de vele invloeden die deze strakke, uitgemeten triomuziek op het debuutalbum van het drietal kleuren : bal populaire, een dansje in het café om de hoek. Dat café wil overigens ook wel eens in een inner city liggen, afgaande althans op de ritmische onderbouw, die nu en dan wat aan de rare, funky motieven van M’base en aanverwante doet denken. Een en ander gebeurt evenwel niet zonder voorbedachte rade en zin voor stilering. Massot en Debrulle komen immers uit de kringen rond het conservatorium van Luik (de hedendaagse komponist Henri Pousseur, Garrett List, La Grande Formation) waardoor enige kunstigheid en stroomlijning worden gegarandeerd. Trio Grande maakt in de eerste plaats sterk georganizeerde, driestemmige ensemblemuziek : heel knap bedacht en fijn uitgevoerd, tot in de kleinste details van de perkussiepatronen, maar een beetje mechanisch en met weinig ruimte voor het soort heerlijke waanzin en brutale risico’s die in de overdadige cd-produktie van vandaag het verschil maken tussen aardig of interessant werk en een album dat je zonder meer moet hebben. Of Trio Grande zichzelf op een podium meer kansen geeft kansen die het verdient merkt u wanneer ze straks in het Jazz Lab-circuit rondreizen.

– Trio Grande Igloo/Sowarex.

Koncerten : De Werf in Brugge (21/4), Netwerk in Aalst (22/4), Gele Zaal in Gent (23/4). Info : (050) 33.05.29.

OP HET PODIUM

– Klubs : Frank Vaganée Mike Delferro Quartet met Sal La Rocca en Hans Van Oosterhout in l’Archiduc in Brussel (15 en 16/4 om 17 uur), (02) 512.06.52.

– Op komst : Oliver Lake en Trio 3 met Fred Hopkins en Andrew Cyrille in Vooruit in Gent (27/4) ; Jazz Rallye in Brussel (28 en 29/4) ; Stemmen in deSingel in Antwerpen, met Sheila Jordan-Harvie Swartz (2/5), Geertje Bijma met Crispell-Dresser-Slavis (9/5), Reggie Workman Ensemble met Jeanne Lee (16/5) ; Festival International de Liège met o.a. Max Roach Quartet, Charles Lloyd, Octurn (6 en 7/5) ; Lee Konitz & JF Prins Trio in het Sheraton in Brussel (14/5) en in l’Archiduc in Brussel (13/5) ; Lee Konitz en special guests in l’Archiduc in Brussel (14/5) ; Henry Threadgill en Very Very Circus in Vooruit in Gent (24/5).

ROB LEURENTOP

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content