Haar creaties sierden al menig gekroond hoofd en nu wil ze ook de vrouw in de straat overtuigen. Fabienne Delvigne pleit voor een eerherstel van de hoed, als attribuut van vrouwelijke elegantie. Een ode aan ouderwetse romantiek en etiquette.

:: Info : www. fabiennedelvigne. be, 02 735 90 41.

We hebben afgesproken in haar atelier, in het centrum van Brussel. Aangezien koningin Paola en prinses Mathilde trouwe klanten zijn, verwacht ik een salon met lakeien en Louis XIV-stoelen. De realiteit is sympathieker. Op de gelijkvloerse verdieping van een bescheiden burgerwoning heeft Fabienne Delvigne haar hoeden verzameld. Een grote spiegel aan de wand, twee eenvoudige krukjes en een klein tafeltje. Voor meer heeft ze geen plaats. Ik ben onmiddellijk gecharmeerd door haar elegante verschijning en haar verwoede poging tot het Nederlands. Zeer tegen mijn gewoonte in, verlos ik haar al snel uit haar lijden en stel voor om in het Frans verder te gaan. Plots volgt een stormvloed van woorden waar geen speld meer tussen te krijgen is. Eén ding is zeker : als het van madame Delvigne afhangt, is de hoed terug van nooit weggeweest. Een bloemlezing.

Van accessoire tot blikvanger

“Eindelijk keert de mode terug naar de vrouwelijkheid. Men geeft de vrouw haar elegantie terug. Een hoed is als het puntje op de i. Het geeft de finale toets aan een look. Ik word steeds meer gevraagd voor voordrachten over de kunst van elegantie. Belgische vrouwen hebben de traditie om voor speciale gelegenheden vooral geld uit te trekken voor een mooie jurk. Aan de accessoires wordt niet veel aandacht besteed. Men leent de hoed van een vriendin, juwelen beperken zich tot de klassieke parelsnoeren. Verder dan dat zoekt men het vaak niet. Ik probeer uit te leggen dat net dat het verschil maakt met Parisiennes of Italiaanse donna’s die steeds om hun elegantie geprezen worden. Als je hun silhouet zou ontleden, zie je dat ze eigenlijk niets bijzonders dragen. Het verschil zit in de details, zoals een mooie tas of een paar mooie schoenen. Vaak gaan ze gekleed in een gewone jeans en een wit hemd, en toch zijn ze chic, juist vanwege de accessoires. Die notie probeer ik door te geven aan mijn klanten. Toegegeven. Het merendeel komt nog steeds naar aanleiding van een huwelijk, maar toch heb ik ook een clientèle voor elke dag. Jammer genoeg zijn dat er nog niet veel, want in België durft men niet. Er leeft altijd die angst om bekeken te worden. Maar we komen al van ver. Toen ik zeventien jaar geleden begon, bestond er alleen vraag naar de typische schoonmoederhoed. Je weet wel, het kleine hoedje met een voile. Gelukkig is er sindsdien al wat veranderd en durven vrouwen ook wel eens voor een grote, opvallende hoed te kiezen.”

“Het huwelijk van prins Filip met prinses Mathilde heeft zeker een positieve invloed gehad. Omdat op de uitnodiging voor de receptie stond geschreven : ” chapeaux souhaités” en de journalisten het tijdens de televisie-uitzending van de misviering voornamelijk over de hoedenparade spraken. Dat was zo amusant ! Feit is dat we nu een generatie mooie prinsessen hebben die met panache hoeden dragen. Dat alles geeft de mensen zin om er zelf ook één te dragen. Bovendien begint het besef te groeien dat België ook iets betekent op het internationale modetoneel. Steeds meer couturiers van bij ons maken naam in het buitenland. Parijs heeft niet langer het monopolie. Mensen reageren verrast als ze horen dat mijn ontwerpen ook gedragen worden door buitenlandse gekroonde hoofden, zoals koningin Silvia van Zweden. De hoed die prinses Máxima van Nederland droeg voor het huwelijk van de Spaanse kroonprins, werd door het magazine Ola ! uitgeroepen tot ‘mooiste creatie’. Kortom, Belgische mode leeft. Dat gegeven, in combinatie met de recente terugkeer naar elegantie, maakt dat hoeden weer meer opduiken in het straatbeeld. Vandaar dat ik in de wintercollectie ook hoedjes van tweed heb gestoken. Ik draag ze zelf ook graag. Het is veel handiger dan een paraplu die je meestal vergeet in de vestiaire. Comfortabel ook, je hebt de handen vrij en geen last van sinusitis.”

“Maar wat me vooral doet pleiten voor de hoed, is dat hij de aandacht brengt naar een blik, een glimlach. Het is een spel van licht en schaduw. En soms brengt een hoed een hele transformatie teweeg. Ik heb voor mijn spiegel al slungelachtige tienermeisjes zien openbloeien. Vol verbazing kijken ze naar hun eigen spiegelbeeld. Hun zelfvertrouwen groeit. Van zulke momenten kan ik echt genieten. Een hoed doet de ogen stralen. Bovendien zorgt een hoed ervoor dat mensen je veel meer toelachen. Het is ongelooflijk hoe mensen contact met je zoeken als je een hoed draagt. Het is alsof ze erdoor aangetrokken worden. Anderzijds heeft een hoed iets mysterieus. Men heeft zin om te kijken wie er onder de hoed schuilt. Het wekt interesse. Iemand die een hoed draagt, is zelfverzekerd en straalt iets uit. Het gebeurt vaak dat ik word aangesproken door wildvreemden op straat. Fantastisch toch ? Vooral in een tijd dat mensen elkaar voorbijlopen. Een ander positief punt : mannen gedragen zich galanter. Misschien ook wel omdat wij ons anders kleden. Een hoed moet immers in evenwicht gebracht worden met een paar oorbellen en een halsketting. Vandaar ook dat ik ook begon met het ontwerpen van juwelen en handtasjes. Dergelijke accessoires gecombineerd met een hoed maken dat mannen plotseling de deur voor je openhouden. Eigenlijk speelden vrouwen het vroeger veel slimmer. Ze cultiveerden hun vrouwelijkheid met een tikkeltje mysterie. Door de standaardisatie van de mode is dat aspect een beetje verloren gegaan. Maar gelukkig is er nu een toenemende vraag naar individualiteit. Ik heb klanten die uit Duitsland en Zwitserland komen om door mij een hoed te laten ontwerpen. Zelfs uit Québec komen ze tot hier. Waarom ? Voor de ser-vice. Ik besteed tijd aan ze, ga op zoek naar datgene wat het mooiste zal zijn, geef advies. Ze weten dat ze bij mij iets unieks zullen vinden. Een hoed geeft ook altijd iets feestelijks. Dat vind ik nu zo’n mooi Nederlands woord dat in het Frans geen equivalent heeft. Het heeft een vrolijke connotatie. Het leven is zo kort dat je er wat kleur aan moet geven.”

Hoedenetiquette

“Er bestaat niet zoiets als een boek over hoedenetiquette, maar door talrijke elegante huwelijksfeesten bij te wonen, heb ik geleerd dat er toch een aantal regels in acht moet worden genomen. Stel dat u bent uitgenodigd voor de huwelijksviering in de kerk. Of u nu in de bruidsstoet loopt of niet, u mag altijd een hoed dragen. Aan u de keuze. Hetzelfde geldt voor de receptie. Maar als u na de mis ook bent uitgenodigd voor de middagdis, is een hoed zo goed als verplicht. Ook aan tafel blijft de hoed op het hoofd, zelfs als is het een exemplaar met gigantische afmetingen. Niet echt praktisch, maar het heeft toch wel iets, niet ? De jouer à cache-cache. Het schept een sfeer van vervlogen tijden. Op elegante huwelijksfeesten verdwijnt de hoed pas in de loop van de avond, op het moment dat iedereen aan tafel gaat. En dan nog. Als een hoed deel uitmaakt van het kapsel, is het toegelaten om hem op te houden. Anderzijds zijn er steeds meer dames die de hoed tijdens het avondfeest vervangen door haaraccessoires, zoals pluimen bijvoorbeeld. Opdat anders het ‘feestelijke’ zou verdwijnen. Dat is echt een nieuwe trend die duidelijk aantoont dat de vraag naar elegantie stijgt. Bovendien spreken steeds meer uitnodigingen over chapeaux souhaités. Anderzijds sta ik mezelf toe om te onderstrepen dat het me is opgevallen dat er bij de Nederlandstaligen heel wat misverstanden bestaan. Zo krijg ik vaak moeders over de vloer die geen hoed durven te dragen omdat de andere moeder dat ook niet doet. De misvatting leeft dat ofwel iedereen ofwel niemand in de bruidsstoet een hoed draagt. Dat is totaal fout. Iedereen die dat wenst, mag een hoed dragen. Zelfs als niemand in het gevolg er één draagt, zal men u toch dankbaar zijn voor uw elegante bijdrage aan het huwelijk.”

“Etiquette is iets dat je ook leert door om je heen te kijken. De regels veranderen altijd. Vroeger was het bijvoorbeeld ondenkbaar dat een dame in het bijzijn van de koning een broek zou dragen en nu lopen de prinsessen er zelf in rond. Ook bij het ontwerpen voor de koninklijke familie wordt er vooral gedacht in functie van de omstandigheden. Het hangt ook van land tot land af, denk ik. Prinses M áxima draagt bijna altijd een hoed als ze op officiële reis is. Ik denk dat het Belgische koningshuis gevoelig is voor het zoeken naar evenwicht. Prinses Máxima is dan weer wat extravaganter. Ofschoon zij ook rekening houdt met de omstandigheden. Zo moest ik vier dagen voor haar bezoek aan Turkije plots nog een kleinere hoed maken omdat ze vernomen had dat er een sterke wind stond die haar grote hoed zou wegblazen.”

“Onverwachte omstandigheden kunnen altijd invloed hebben. Het enige waar ik wel altijd rekening mee houd, is de aanwezigheid van fotografen. Voor een rank figuur als dat van Mathilde, stelt zich nooit een probleem. Maar voor minder grote prinsessen is het wel belangrijk. Zo herinner ik me nog hoe koningin Silvia van Zweden geen groot model meer durfde te dragen omdat de fotografen de vorige keer aan haar voeten hadden gelegen om toch maar iets van haar gezicht te zien (lacht). Er zijn inderdaad wel nadelen aan een grote hoed. Zoals twee hoeden die elkaar kussen. Niet echt praktisch. Maar is daarom niet de handkus uitgevonden ? We zijn de gewoonte verloren, maar in de tijd werd er ten minste nagedacht !”

Tekst Pascale Baelden l Illustratie Wim Scheyltjens

We hebben nu een generatie mooie prinsessen die met panache hoeden dragen. Dat alles geeft de mensen zin om er zelf ook één te dragen.

De misvatting leeft, dat ofwel iedereen ofwel niemand in de bruidsstoet een hoed draagt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content