Wist u dat de vagina kan zien in het donker ? En dat, echt waar, de clitoris een neus heeft ? Onder het motto ‘meisjes en wetenschap’ opent de Engelse journaliste Catherine Blackledge de doos van Pandora. Het resultaat : een wel zeer ‘lijvig’ overzicht van de geschiedenis, cultuur en macht van de vrouwelijke genitalia.

:: Catherine Blackledge, Het verhaal van V, uitgeverij M, 428 blz., 18,50 euro.

Ik beken : De Vagina Monologen heb ik niet gelezen. Noch de toneelversie gezien. Noem het stomme pretentie : als iedereen gaat kijken, hoeft het voor mij niet zo nodig. Om dezelfde reden heb ik nog nooit een Chippendale betast, tenzij in een antiekzaak. Je zou het natuurlijk ook als een symptoom van extreme geremdheid kunnen beschouwen. In lang vervlogen tijden wilde je in Opzij wel eens lezen over Dolle en andere Mina’s die collectief de omajurken opschortten en dan gezellig in een kring in de weer gingen met een speculum. Mijn vriendinnen en ik hadden daar geen tijd voor, wij waren al lang blij als we tussen een betoging en een concert van Jethro Tull door de zilvervliesrijst gaar kregen. Bovendien heb ik eerlijk gezegd nooit een overdreven belangstelling voor de eigen anatomie gehad, tenzij dan bij het doktertje spelen achter de rug van juf Peeters in het tweede kleuterklasje. Maar ook die fase zijn we net als het duimzuigen en neuspeuteren vlot doorgekomen en laten we hopen dat alle betrokkenen althans in deze specifieke materie aan dementia praecox lijden.

De Penis Monoloog van Peter Perceval en Nigel Williams heb ik dan weer wél gelezen, enfin, doorsnuisterd. Al was het maar om erachter te komen of dat echt bestaat : mannen die hun penis een naam geven en ermee converseren. Zelf val ik namelijk eerder voor het sterke, zwijgzame type. Mannen dus die nog liever een wezenlijk deel van hun anatomie laten amputeren dan er tegen te klappen. Nigel Williams noemt zijn pars pro toto nogal voorspelbaar Willy, wat inderdaad wat vlotter over de tong gaat dan Nigelke of Nigel junior. Niet dat hij er nu zoveel aanspraak aan heeft. Of wellicht toont de meester zich in zijn beperktheid. Vergelijk zelf : De Penis Monoloog versus De Vagina Monologen. Maar ook al is Willy relatief weinig van zeggen, één ding werd me al na een paar bladzijden duidelijk : Sigmund Freud was ontoerekeningsvatbaar toen hij het begrip penisnijd uitvond. Alsof iemand voor de lol z’n hele leven achter zo’n onbetrouwbaar stuk loodgieterij zou willen aansjouwen.

Vaginale waaghalzerij

En toen dropte onze Redacteur Boeken Het verhaal van V op mijn bureau. Of dat misschien iets voor mij was ? Zo gaat dat in de journalistiek. En als je dan in zo’n boek gaat zitten bladeren, heet dat werken. Wat een heerlijke stiel is dit toch. “Het boek dat begint waar de Vagina Monologen ophouden”, zo luidt het in de ondertitel. Dat heeft auteur Catherine Blackledge vast niet zelf bedacht. Catherine is namelijk een serieuze wetenschapsjournaliste die nota bene wiskunde en scheikunde gestudeerd heeft. Nee, zo’n baseline is een typische uitgeverstruc en hij werkt nog ook. Want verder dan De Vagina Monologen, dan zitten we als je ’t mij vraagt al diep in de interne geneeskunde. De blurbs op de achterflap zijn minstens even veelbelovend. Dat de vagina kan zien in het donker, wordt daar boudweg beweerd. Of ‘zij’ op rijpere leeftijd dan ook een leesbril nodig heeft, is een vraag die vervolgens spontaan in mij opborrelt. En verder staat er dat neus en genitaliën nauw aan elkaar verwant zijn en ook de neus een clitoris heeft. Eerlijk gezegd, het omgekeerde had mij minder verbaasd.

Maar goed, daar moest ik dus allemaal het fijne van weten. Nu, die Catherine weet van aanpakken. “Wat voor gevoelens heb je over vrouwelijke geslachtsdelen”, wil ze op de eerste pagina al weten. “Wat betekent de vagina voor jou ?” Mijn God, moet ik daar ook al een mening over hebben ? Kan ik niet gewoon “stop, ander woord” roepen ? Of een joker inzetten ? Zie je wel, ik ben geremd. Iets waar Catherine ook niet helemaal van vrij te pleiten is. Waarom zou ze haar studie over de vrouwelijke genitalia anders eufemistisch V noemen ? Een V die op de boekcover bovendien dienst doet als een soort schaamschortje voor een belle-époque-achtige mevrouw die ongegeneerd haar rokken optilt en daaronder zelfs geen string blijkt aan te hebben.

De waarheid is natuurlijk dat ‘vagina’ nog altijd een beetje een vies woord is. In de kindertaal bestaat er niet eens een algemeen geaccepteerd vrouwelijk equivalent voor pietje. Poesje, muis,kutje… het klinkt allemaal vaag pornografisch. En het desbetreffende orgaan, hoewel grondig geëxploreerd door gynaecologen, seksuologen en pornografen, is een culturele woestenij. Geheel onterecht, weet Blackledge, want in de prehistorische kunst is de vulva de afbeelding die het vaakst voorkomt. Allicht omdat in de corresponderende culturen het optillen van de rokken als een middel gezien werd om de elementen gunstig te stemmen. Volgen minstens 50 bladzijden over sterke staaltjes van exhibitionisme waarmee dames door de eeuwen heen duivels uitdreven, boze geesten en kwalijke plagen afweerden, godheden tot betere gedachten brachten, stormen bedaarden en aanvallende krijgers en diverse vleeseters terug in het struikgewas dwongen. Vaginale waaghalzerij die nu alleen nog in duistere baancafés en laatavondfilms op Canal Plus Rood wordt uitgehaald en met een veel voorspelbaarder en minder spectaculair effect. Terwijl die Australiërs van Puppetry of the Penis bij wijze van spreken in het culturele centrum om de hoek hun fallische origami mogen bedrijven. Die twee nog niet aan het werk gezien ? U weet niet wat u mist. De hotdog, het vogelbekdier, de slinger van Foucault… een eunuch zou er verdorie fantoompijn van krijgen. Maar geef toe, als vertoning een intelligent orgaan onwaardig.

Of de penis een intelligent orgaan is, laat Blackledge overigens in het midden, dat is weer een heel ander boek. Dat de vagina het wél is, is de kwintessens van het Verhaal van V en als wetenschappelijke visie volgens de auteur zo doorslaggevend dat ze het de fluwelen revolutie noemt.

Binnenstebuiten gedraaide flurk

Niet dat we er zo snel vanaf zijn. Eerst moeten we een paar eeuwen misvattingen over de vrouwelijke pudenda door. Dat woord gebruik ik niet toevallig, want terwijl er in veel oosterse culturen sprake is van een ware verering van de vagina, is de westerse visie op vanonderen een en al zonde, schaamte en vijgenbladeren. Wat ook al niet helpt, is de van in de oudheid populaire theorie dat de vrouw eigenlijk een onvolmaakte man is. “Een verminkte man”, deed Aristoteles er nog een schepje bovenop. In die visie was de vagina niets anders dan een inwendige en inferieure penis. De middeleeuwers deden er hun voordeel mee. “Als er een vrouwelijk kind wordt geboren,” beweert een anonieme auteur, “komt dat doordat zekere factoren verhinderen dat de zaak zijn beslag krijgt. Aldus kan men zeggen dat de vrouw qua aard niet menselijk is, maar monsterachtig.” Van een verminkte vent tot een monster, ja, de middeleeuwen waren fijne tijden voor vrouwen, en in sommige contreien duren ze nog altijd voort.

Maar goed, laten we er voor het gemak van uitgaan dat de meeste mensen (m/v) er nu wel van overtuigd zijn dat een vagijn geen buitenstebinnen gedraaide flurk is, om het nu maar eens oneerbiedig uit te drukken. Voor Catherine Blackledge gaat dat nog niet ver genoeg. Waar zij ons met een bijna ontroerend enthousiasme en een overvloed van bewijsmateriaal van wil overtuigen, is dat de vagina géén passief instrument is dat nauwelijks betrokken is bij het voortplantingsproces. Getuige daarvan de onwaarschijnlijke complexiteit van de vrouwelijke geslachtsdelen in het dierenrijk. Klachten over het menselijke conceptiesysteem ? Wees blij dat u geen Palolo-worm bent die per jaar één kans op nageslacht heeft, één week na de volle maan van november, in de zee rond de Samoaanse eilanden. Of een vrouwtjesolifant bij wie de afstand tussen de vulva en de eierstokken meer dan drieëneenhalve meter bedraagt. En dan heb ik het nog niet over de vruchtbaarheidsproblemen van de vrouwelijke halsbandpecari of van de guave-etende Caribische fruitvlieg gehad. Mijten en teken, daarentegen, mogen zich in de pootjes wrijven, want bij hen is orale seks een essentieel onderdeel van het vrijproces waarvan het welslagen van een seksueel treffen afhankelijk is. Het meest seksueel ambigue dier blijkt overigens de gevlekte hyena te zijn, als was het maar omdat het wijfje een clitoris van zo’n 17 centimeter heeft. Dat zou een heel nieuw licht op de uitdrukking ‘lachende hyena’ kunnen werpen, ware het niet dat zo’n wijfje ook via die clitoris baart, wat één van de pijnlijkste bevallingen in het hele dierenrijk met zich meebrengt.

Wat u en ik uit deze educatieve trip door het zoölogische paargedrag kunnen afleiden ? Dat dwars door alle verschillende diersoorten heen het de vrouwtjes zijn die op talloze subtiele en soms ronduit onsubtiele manieren invloed uitoefenen op wie er toegang krijgt tot hun geslachtscellen. Zo kunnen vrouwtjes beslissen de vrijerij al dan niet toe te staan. Bij de meeste soorten is ‘nee zeggen’ heel simpel. Of het paren zo verdraaid ingewikkeld dat het niet lukt als het vrouwtje niet van harte meewerkt. Behalve bij mensen komt verkrachting in het dierenrijk dan ook nauwelijks voor. Bovendien moet het sperma op zijn odyssee naar de eicel langs een hindernissenparcours vol haarspeldbochten. En vóór ze ook maar in de buurt van de eicel komen, worden slappe of defecte genetische specimen ‘buitengewipt’ door een perfect afgesteld ecosysteem. Orgasmische contracties bevorderen de reis van het uitverkoren sperma. Fijn geregeld, zult u zeggen en u hebt groot gelijk. Het vrouwelijk geslachtsapparaat is dus alles behalve een passief kanaal. Integendeel, het verricht een van de belangrijkste taken in het leven : een optimale gezondheid van het nageslacht garanderen en op die manier de overleving van de soort. Sisters are doing it for themselves !

Maar hoe zit het dan met het blindzicht van de vagina, hoor ik u al vragen. En met de clitoris van de neus ? Of was het omgekeerd ? Ja kijk, ik ga toch ook de plot van de laatste Pieter Aspe niet verklappen. Maar wees gerust : het staat allemaal in het boek. Samen met alles wat u al altijd over de vagina wilde weten. En misschien ook wel een paar dingen die u liever niet wilde weten.

Linda Asselbergs I Illustratie Pieter Van Eenoge

Terwijl er in veel oosterse culturen sprake is van een ware verering van de vagina, is de westerse visie op ‘vanonderen’ een en al zonde, schaamte en vijgenbladeren. Wat ook al niet helpt, is de van in de oudheid populaire theorie dat de vrouw eigenlijk een onvolmaakte man is. “Een verminkte man”, deed Aristoteles er nog een schepje bovenop.

Klachten over het menselijke conceptiesysteem ? Wees blij dat u geen Palolo-worm bent die per jaar één kans op nageslacht heeft, één week na de volle maan van november, in de zee rond de Samoaanse eilanden. Of een vrouwtjesolifant bij wie de afstand tussen de vulva en de eierstokken meer dan drieëneenhalve meter bedraagt.

Het sperma moet op zijn odyssee naar de eicel langs een hindernissenparcours vol haarspeldbochten. En vóór ze ook maar in de buurt van de eicel komen, worden slappe of defecte genetische specimen ‘buitengewipt’ door een perfect afgesteld ecosysteem. Orgasmische contracties bevorderen de reis van het uitverkoren sperma.

‘De Penis Monoloog’ van Peter Perceval en Nigel Williams heb ik doorsnuisterd. Al was het maar om erachter te komen of dat echt bestaat, mannen die hun penis een naam geven en ermee converseren. Zelf val ik namelijk eerder voor het sterke, zwijgzame type. Mannen dus die nog liever een wezenlijk deel van hun anatomie laten amputeren dan er tegen te klappen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content