In het Nederlandse Volkskrant Magazine verschenen eind januari foto’s van militairen die uitgezonden werden om met de VN-troepen de orde in Kabul te handhaven. Portretten van mannen en één vrouw, die recht in de lens van de ouderwetse platencamera kijken. De techniek van dat archetypische toestel geeft een extra dramatische glans aan de gezichten van mensen die in korte interviews toegeven dat ze bang zijn geweest ginder, hun lief hebben gemist, niks begrijpen van hoe mensen daar met elkaar omgaan. Maar op de foto’s zie je in de eerste plaats de ernst in de ogen, een geweer dwars over de borst, een ontbloot mes in de hand, verbeten monden. De moedige helden uit het Westen die de oostelijke chaos kunnen bedwingen. Op deze foto’s heeft het er althans de schijn van. Eén beeld moet alweer meer zeggen dan duizend woorden.

Op een van de Vlaamse zenders draaide een paar weken geleden een reportage over een Amerikaans vliegdekschip dat in de Golf al maanden klaar ligt voor de actie. Aan boord mannen en vrouwen die op een beperkte ruimte moeten samenleven, in afwachting van hét conflict. Ze vertellen verbeten verhalen over huwelijken die kapotgaan aan de verwijdering, over zinloze maar dwingende routine. Maar de offers worden gebracht in dienst van het vaderland. Jazeker. Wie durft iets anders te zeggen voor de ca-mera, onder het oog van zijn oversten ?

Afgelopen weekend verscheen in The Independent on Sunday het eerste verhaal over een reservist, Malcolm Wells (37), die afscheid neemt van geliefden en collega’s om zich bij de Amerikaans-Britse troepen in de Golf te gaan vervoegen. Doordrongen van de plicht om het land en het Westen te dienen. Zijn vrouw zegt optimistisch dat ze het alleen wel zal overleven. Of hij het overleeft, daarover wordt niet gespeculeerd.

Helden en heldinnen, in scène gezet ten behoeve van de leek die een dreigende oorlog helemaal niet ziet zitten. Als hij deze opofferende jonge rekruten ziet, zou hij of zij zich haast schuldig gaan voelen over zijn angst voor en afkeuring van de escalatie. Er wordt een scherm van helden opgetrokken om een mogelijke ramp aanvaardbaar te maken voor de doorsnee burger.

In dit land won De Morgen het van De Standaard, zij bracht als eerste De Irak-crisis in kaart over een dubbele pagina in de weekendkrant. Dichter-columnist Bernard Dewulf schrijft op de voorpagina dat zijn zoon paf staat van bewondering voor het feit dat papa’s krant nu ook al zijn lievelingsspelletje, Stratego, brengt.

De belofte van De Standaard ( Een grote uitneembare kaart van Irak, met overzicht van de troepenopbouw, twee pagina’s meer dan de concurrent) moest de lezer toch nog die krant doen kopen. Zou het hem werkelijk een zorg zijn met welk blad hij straks de oorlog nog minutieuzer kan volgen ?

Newsweek kopt op zijn cover Why business wants war. De wereldhandel hapert, er zit woestijnzand in de raderen. Het consumentenvertrouwen zakt, er wordt veel minder gespendeerd. Zakenlui durven het nu hardop te zeggen : gooi die bommen dan, Bush, zodat we weten waar we staan. Let’s get it over with. Ervan uitgaand dat wat wij er zullen van merken, niet meer zal zijn dan een klinisch spelletje Stratego op het televisiescherm. Als het limbo maar overgaat, als we maar eens eindelijk duidelijk zouden weten wie de goeden en wie de slechten zijn. Wie de overwinnaars en wie de verliezers. Wie de rekening betaalt en wie de winsten binnenrijft.

Alleen beseft de burger verdomd goed dat het niet om een spelletje Stratego gaat. We zien en horen dezer dagen te weinig Iraakse moeders, Amerikaanse of Britse oorlogsweduwen, soldaten die met onwaarschijnlijke ziekten zijn teruggekomen uit recente oorlogen.

We worden in slaap gewiegd met heldenverhalen, met de mythologie van de dappere krijger en met spelregels die alleen aan een huiskamertafel onschuldig lijken. VN voorspellen half miljoen burgerslachtoffers, luidde het vanmorgen paginabreed.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content