GROENE ZIELEN

STEFAAN BINGÉ © DIEGO FRANSSENS

Drie mensen met een passie voor natuur, maar telkens anders ingekleurd.

TUINDOKTER STEFAAN BINGÉ

Vijftig tuinen, van piepklein tot domeingroot, passeren wekelijks het keurende oog van Stefaan Bingé. Stefaan is tuindokter, de enige in België.

Tuindokter, niemand was Stefaan Bingé ooit voor. Tenzij u het advies van een tuinaannemer ook als diagnose omschrijft. “Maar een metselaar is ook geen architect”, weerlegt Stefaan. In zijn tas zit onder meer een stethoscoop. Hij laat er de tuineigenaar mee naar bomen luisteren : “De sapstroom en dus ook het leven in een boom horen, dat is tuinieren ten top.” Zijn echte werk schuilt in observeren, analyseren en natuurlijk ook therapieën voorschrijven.

Honderd en een problemen komt de tuindokter tegen : plagen, ziekten en planten die liever in de grond kruipen dan te groeien. “Vaak gaat het over problemen met plantencombinaties. Plantenhuwelijken noem ik het. Net als bij mensen, zijn er ook relaties die moeilijk lopen. Dan moet je ze uit elkaar halen. Je leert dat nergens, tenzij door jarenlang te observeren.”

De fout kan ook in de bodem zitten, weet Stefaan. “Veel mensen gebruiken één meststof voor hun tuin, terwijl er allerlei plantenfamilies groeien. Aan een konijn geef je nochtans ook geen hondenvoer.” Het resulteert in zwakke groei en daardoor extra gevoeligheid voor insecten, ziekten en schimmels. Bodemonderzoek geeft duidelijkheid. “Net zoals een arts de resultaten van een bloedonderzoek interpreteert, schrijf ik de juiste remedie en meststofkuur voor.”

Acht op de tien consults resulteren in behandeling. “Meestal kunnen ze door de eigenaar zelf uitgevoerd worden. In andere gevallen verwijs ik naar gespecialiseerde tuinaannemers.” Bestrijdingsmiddelen promoot hij niet. “Zonder is gezonder ! Ook onze kleinkinderen moeten nog genieten van een gezonde natuur. Tegen veel insectenproblemen kun je trouwens een ander insect inzetten. Maar iemand moet het je wel vertellen.”

Tuinieren is ervaringsleer, weet hij. “Ik kijk er dus naar uit om ouder, maar ook slimmer te worden.” Tot zolang is hij niet te beroerd toe te geven dat hij niet alles weet en houdt hij een netwerk plantenexperts en onderzoeksinstellingen achter de hand. Zelf nog meer consults doen dan de zes tot negen per dag, vindt hij niet haalbaar. “Elk tuinbezoek duurt tot anderhalf uur, sneller kan niet zonder aan kwaliteit in te boeten.” Stefaan werkt daarom aan een Belgisch/Nederlands netwerk Tuindokters, aangestuurd van op één dispatching.

Info : www.detuindokter.be

DE OORLOGSPLANTEN VAN MARLEEN EVENEPOEL

Met bijna veertig hectare klaprozen verwijst Marleen Evenepoel naar honderd jaar Wereldoorlog 1 en de relatie tussen oorlog en natuur : In care of Flanders Fields.

Marleen Evenepoel is administrateur generaal van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) en gepassioneerd door boeken. “Historische romans, geen naakte feiten. Wat me bijzonder boeit is het verhaal van de mensen achter de oorlog.”

Massaal klaprozen of poppy’s zaaien leek haar het ideale idee om zowel de oorlog te herinneren als aandacht te vestigen op de relatie tussen oorlog en natuur. “Het is schrikken hoeveel impact de oorlog op de natuur heeft gehad en de natuur op de oorlog. Denk maar aan het onder water zetten van de IJzervlakte. De klaproos vulde de dodenakkers met rode bloemen, want als pioniersplant groeit ze op pas omgewoelde grond, dus ook langs de loopgraven en op de door bommen omgeploegde velden. Echt internationaal symbool werd de poppy door In Flanders Fields, een gedicht van de Canadese dichter-dokter John McCrae als grafrede voor zijn vriend. Wij zaaien veertig hectare op 63 markante plaatsen in Vlaanderen.”

Oorlog en planten zijn niet van elkaar los te weken. Planten hielpen honger te overwinnen : zo kwamen naast rapen en de pas uit Amerika ingevoerde maïs ook kastanjes op tafel en vormden eikels de basis voor wat op koffie moest lijken.

“In de achterhoek van Ieper moesten alle notenbomen eraan geloven. Het hout was perfect basismateriaal voor geweerkolven. Je vindt er geen oude exemplaren meer.” Bossen gingen zowat overal voor de bijl. De meeste werden opnieuw aangeplant. Elders bleven bomkraters en andere beschadigde natuur weleens braak liggen. Nu vormen ze schitterende stukjes natuur. Marleen Evenepoel geeft het Mastenbos in Antwerpen als voorbeeld. “De Duitsers installeerden er een verdedigingslinie, kilometers loopgraven en bunkers. Die linie bleef ongebruikt, maar afgesloten voor het publiek. Ondertussen groeien er volwassen beuken en eiken en overwinteren vleermuizen in de bunkers. Tijdens de week van het bos in oktober, stellen we dat domein samen met nog andere groene ‘oorlogsplekken’ open voor bezoek.”

Info : www.natuurenbos.be

HET LANDGOED VAN GRAAF GHISLAIN D’URSEL, HEX

Kasteel Hex gaat voor een landgoed 2.0. Graaf Ghislain d’Ursel laat het een actieve rol vervullen in de regionale ontwikkeling. Ecologisch beheer is daarbij de leidraad.

Het groene Hex is niet opgesloten achter hekken of muren, het wordt zoveel als mogelijk gedeeld met iedereen die er belangstelling voor heeft. De tuindagen van Hex zijn daar het voorbeeld van, net als het netwerk aan wandelwegen en fietspaden die het domein en de regio ontsluiten.

Voor de organisatie van activiteiten is er altijd medewerking van het dorp. “Een landgoed leeft dankzij de omwonenden.” Hij geeft echter ook wat in ruil. “Je moet je positie gebruiken om een rol te vervullen in de maatschappij. Actieve politiek doe ik niet. Daar heb ik geen tijd voor en niet het politieke virus.” Hij heeft wel tijd voor landschapsbehoud, hoevetoerisme en verkoop van hoeveproducten.

Hex ontpopt zich als voorbeeldplek. De moestuin is al acht jaar in biologisch beheer, succesvol en met maximale smaakeffecten. Stap na stap volgt nu het landbouwbedrijf van honderd hectare. Zodra twee pachtboeren stoppen en voor hun pensioen kiezen wordt de oppervlakte zelfs 250 hectare. Het vraagt meer mankracht en aangepaste machines, maar voorbeelden in het buitenland overtuigen de graaf dat het kan. Compost wordt de nieuwe meststof voor weiden en akkers en er wordt sterk ingezet op de Aberdeen Angus. “Die runderen produceren vlees van de beste kwaliteit en halen hun volledige voeding uit gras of hooi.”

De keuze om biologisch te produceren moet het landgoed ook economisch sterker maken. “We hebben inkomsten nodig om te overleven, om het domein nog mooier en beter te maken dan toen wij het kregen van onze ouders.” Het als één geheel overdragen aan de volgende generatie d’Ursel is niet simpel, vanwege schenkings- en successierechten. “Die verplichten vaak tot versnippering en verkaveling. Wil de Belgische overheid de tweehonderd nu nog bestaande landgoederen bewaren als cultureel erfgoed, beheerd door privé-eigenaars, dan zou ze zich best inspireren op de Nederlandse Natuurschoonwet. Die voorziet in vrijstelling indien bosrijke domeinen in hun geheel worden bewaard.”

Info : www.hex.be

DOOR MARC VERACHTERT & FOTO’S DIEGO FRANSSENS

“Ook onze kleinkinderen moeten nog genieten van een gezonde natuur” STEFAAN BINGÉ

“De klaproos vulde de dodenakkers met rode bloemen, want als pioniersplant groeit ze op pas omgewoelde grond” MARLEEN EVENEPOEL

“We maken het domein nog mooier en beter dan toen wij het kregen van onze ouders” GRAAF GHISLAIN D’URSEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content