GEROKT & GEROLD

© Eva Mundorff

De kans is groot dat je, als je een vrouw bent, bij je sollicitatie niet of nauwelijks over je loon onderhandeld hebt. Je partner, buurman en mannelijke collega hebben dat wél gedaan. Zonder zich daarbij arrogant of ongemakkelijk te voelen. Effenaf iets vragen : vrouwen doen het nog te weinig.

Een stuk over op je strepen staan, voor jezelf opkomen en onderhandelen over wat je zelf vindt dat je verdient. Of ik dat wil schrijven ? Met getuigenissen, deskundigen, voorbeelden, tips. Ik maak me de bedenking of dat vandaag nog aan de orde is. Gelijk loon voor gelijk werk lijkt logisch en iedereen is mee met het concept feminisme, toch ? Zijn we als vrouwen echt nog niet zo ver dat we durven te krabben als het jeukt ? Maar wanneer ik even later een leeg tekstdocument open, besef ik dat ik niet eens gevraagd heb hoeveel ik mag aanrekenen om dit artikel te schrijven… Mijn research is ontluisterend. Vrouwen huiveren ervoor om te vragen wat ze écht willen. Ik schrijf dit stuk dan ook met de hand in eigen boezem, maar gelukkig wel in het gezelschap van Liesbeth Dillen, ex-topvrouw bij Ikea die met haar bedrijf ‘She works with wo-men’ vrouwen én mannen inspireert op het vlak van leiderschap, veerkracht en beleid. Zij biedt weerwoord, verklaringen en oplossingen.

DANKBAARHEID AFSCHUDDEN

Als weinig veelbelovend architect die journalist werd, was ik al lang blij dat ik voldoende zou verdienen om brood te kopen. En af en toe een pizza of pasta. Onderhandelen was uit den boze. De liefde voor letters en de dankbaarheid voor geboden kansen waren groter dan mijn hunker naar winst, en bij uitbreiding naar pizza of pasta. Break-even was al mooi, vond ik destijds. Een fout uitgangspunt, zo blijkt.

“Ik had gehoopt dat de jongere generatie die dankbaarheid zou afschudden”, stelt Dillen. “Bij een vorige generatie vrouwen leidde het nog tot een extra stimulans. Zij grepen de schaarse kansen die ze kregen om zich te bewijzen. Hun dankbaarheid werd een boost voor zelfvertrouwen en erkenning. Wat veel vrouwen nu klein en dankbaar houdt, is een onuitgesproken gebrek aan zelfvertrouwen. Vrouwen zien erkenning, ook financieel, als een persoonlijke strijd die ze kunnen winnen door keihard te werken. Daarom dat ze bij de eerste onderhandeling niet expliciet op tafel leggen hoe ze het verschil gaan maken in de job of voor de gevraagde taak.” Maar zo werkt het niet altijd. Bazen geven niet spontaan promotie, opdrachtgevers zijn niet van nature gul, en vaak wordt een grote mond sneller opgemerkt dan productiviteit. Daarom moeten vrouwen zich richten op hun huidige competenties en groeipotentieel, stelt Dillen. “Er wordt beroep gedaan op jouw kennis en ervaring. Daar moet wat tegenover staan. Onderhandelen wordt gemakkelijker als je in win-wintermen over de opdrachtgever en jezelf denkt. Spreek over de voorwaarden, de opdracht, de gevraagde expertise en het budget, en zeg dat je zoekt naar een eerlijke match. Dat werkt, want niemand wil oneerlijk zaken doen.”

ONZICHTBARE ASSEPOESTERS

Nee zeggen durfde ik lang niet. Omdat ik dat arrogant vond. Daarom doe ik vaak opdrachten die ik liever niet en beter niet zou doen, en die me bovendien geen verdere opdrachten opleveren. Te vaak ja zeggen op artikels over E-nummers in onze voeding betekent dat ik ondertussen een expert op dat vlak lijk, ook al heb ik helemaal niets met E-nummers. Onlangs is me nog eens gevraagd om er een artikel over te schrijven. Nee-E, dus.

“Hedendaagse organisaties zijn een meritocratie, je individuele of team-output bepaalt je positie”, stelt Dillen. “Maar in meer traditionele organisaties is het helaas nog altijd de input die telt, denk maar aan de vroege en lange uren die geklopt worden. Respect verdien je niet door altijd alles en versplinterd veel te doen, wel door impact te hebben. Af en toe een opdracht weigeren en tegelijk een voorstel doen voor een alternatief, helpt om je beter te profileren en je output beter zichtbaar te maken. Mannen tonen hun successen en dwingen op die manier waardering af, bij vrouwen ligt dat anders. Ze zijn bescheiden, delen hun resultaten niet zo vaak en vieren hun successen minder. Daarom blijft ook die waardering uit.

Om zich toch te laten gelden gedragen sommige vrouwen zich als Assepoester : ze zeggen te vaak ja en zetten zich voor veel projecten in, in de hoop dat hun harde werk wordt opgemerkt en erkenning vanzelf komt. Maar zo werkt het niet. Waar sta je voor als je zo verspreid bezig bent ? Waar maak je het verschil ? Je hebt misschien wel aan veel projecten bijgedragen, maar door de versplintering is dat niet zichtbaar. Visibiliteit krijg je pas als je je focust, en impact en kwaliteit levert. Kies je prioriteiten en stem daar je pad op af, zo zul je gemakkelijker nee kunnen zeggen. Als de condities meer overeenkomen met wat jij wilt, kan het alsnog ja worden.”

MARKTWAARDE BEPALEN

Ik vertel een bevriende fotograaf semihuilend dat sommige opdrachten belachelijk slecht betaald worden. Hij vertelt me semizelfvoldaan dat hij geen opdrachten aanneemt als de vergoeding te laag is. “Als jij jezelf niet serieus neemt, gaan opdrachtgevers dat ook niet doen.” Zo simpel kan het dus zijn.

“Als je zelf je marktwaarde wilt bepalen, moet je je prioriteiten kennen”, stelt Dillen. “Waarin zit die waarde ? Vroeger was een bedrijfswagen belangrijk, maar millennials hebben een andere motivatie. Sinds de crisis wordt meer ingezet op het loon zelf, op pensioen en ziektekosten. Een one size fits all werkt niet meer, jij moet op het moment van onderhandeling jezelf en je werk naar waarde schatten. Jammeren dat je meer ervaring hebt, werkt niet. Stellen dat jij voor die bepaalde opdracht betere kwaliteit levert dan een goedkope junior wel, want dat heeft concreet invloed op het resultaat. Onder je prijs werken leidt tot onderwaardering en Assepoestergedrag.”

ANDERS GAAN FOCUSSEN

Dé ontdekking van vorig jaar was het feit dat een mannelijke collega beter betaald werd voor dezelfde opdracht. Niet dubbel zoveel. Nee. Drie keer zoveel. Mijn eerste reflex was een stuiptrekking, en het idee dat ik ‘de moeilijke’ zou zijn als ik zou klagen. Toen ik toch alles op tafel gooide, was het antwoord : Dat is zeer spijtig, het is de schuld van onze voorgangers, maar vooral : je had in het begin beter moeten onderhandelen. Mijn vergoeding werd opgetrokken tot de helft van dat van mijn mannelijke collega. “Meer kunnen we niet doen.”

“Als je te laag inzet, is het verschrikkelijk moeilijk om nog omhoog te springen”, stelt Dillen. “Vrouwen gaan ervan uit dat ze wel zullen opklimmen, terwijl mannen onmiddellijk hoog inzetten. Een voorbeeld. Bij een sollicitatie gelooft een man dat hij 70 % van de nodige competenties bezit en de rest zal leren. Vrouwen focussen te vaak op wat ze niet kunnen, waardoor ze zich met 90 % niet goed genoeg vinden voor de job. Dat toont zich in de onderhandelingen. Leiders kiezen voor mensen die vertrouwen uitstralen en daar zijn die mannen dan beter in. Dat vrouwen hen zien als haantjes die hoog van de toren blazen is dan maar zo, zij gaan uiteindelijk met de job lopen.” Of krijgen al van bij de start een hoger loon, sneller opslag en vaker promotie.

ASSERTIEF DUS ONSYMPATHIEK ?

Ze zijn er, vrouwen die even assertief zijn als die mannen. Maar ze worden doorgaans niet zo sympathiek gevonden. Daarom ga ik liever voor bescheidenheid, waarmee ik mezelf benadeel maar wel tof gevonden word.

“Als je jezelf vragen gaat stellen over hoe anderen jou percipiëren, ga je je inhouden”, stelt Dillen. “Dat leidt tot verlies aan talent en het vreet energie. Je zegt niet wat je denkt en durft niet helemaal voor iets te gaan. Terwijl het een absurde, ongegronde angst is. Denk aan die Assepoesters : al dat harde werk en ja-knikken, en toch geen waardering. We moeten ons niet achter die clichés verschuilen, maar ons potentieel tonen. We zijn bruggenbouwers en hebben sociale vaardigheden, eigenschappen die in de huidige maatschappij belangrijk zijn. Door hun ervaring in meerdere rollen zijn vrouwen ook sterk in sociaal weven, het verbinden van draden tot een netwerk, een op de arbeidsmarkt enorm onderbenut talent. We moeten in onze kenniseconomie almaar meer samenwerken met verschillende profielen en steeds vaker wisselende collega’s.” Je troeven erkennen en op tafel leggen is dus niet assertief of bitcherig, maar gewoon slim.

DISEASE TO PLEASE

Mijn bescheidenheid speelt me niet alleen op professioneel vlak parten, ook buiten de werkuren ga ik al eens de mist in. Ik word zwaar bedot bij het kopen van een nieuwe wagen terwijl mijn lief vlotjes korting afdingt. Krijg ik op restaurant geen brood bij mijn pasta, dan denk ik dat ik de kok schoffeer door ernaar te vragen. Zo ben ik namelijk opgevoed. De heren aan de tafel naast mij vragen al brood nog voor hun pasta er is.

Het nature versus nurture-vraagstuk, weet Dillen. “Grote trauma’s buiten beschouwing gelaten kun je volgens mij niet alles afschuiven op je opvoeding. Iedereen groeit op met omgevingsinvloeden die je niet kiest. Hoe je ermee omgaat, beslis je zelf. We mogen ons niet verschuilen achter excuses en de boel de boel laten ‘omdat het nu eenmaal zo is’. Alles kan namelijk anders. Vrouwen hebben nog te vaak last van de disease to please. Daar moeten we mee ophouden. Sociale competenties zijn ook op de werkvloer ontzettend belangrijk. Verandering is een constante en werknemers moeten mee. Je moet het beste uit jezelf halen, maar ook de werkgever speelt een grote rol. Hij of zij moet kansen geven, vandaar dat de keuze van werkomgeving belangrijk is. Om te eindigen met een metafoor : draag geen te kleine schoenen want dan ga je slecht lopen. Dat beknot de veerkracht die je nodig hebt om in de nieuwe maatschappij soepel te kunnen lopen, sprinten, stoppen en bijsturen.”

Tekst Nele Reymen & Illustratie Eva Mundorff

“Als je te laag inzet, is het heel moeilijk om nog omhoog te springen. Vrouwen gaan ervan uit dat ze zullen opklimmen, terwijl mannen direct hoog inzetten”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content