Een slanke vrouw staat wijdbeens tegen de muur gedrukt. Haar kimono valt achteloos open en onthult een lenig naakt lichaam. Een jongeman in keurig witte pantalon en bomberjacket zit voor haar neergeknield. Zijn ogen fixeren de hand waarmee ze haar slipje naar beneden duwt. Het plukje schaamhaar is kort geschoren, in de vorm van een G.

Het zou de intro kunnen zijn van een erotische roman, maar de G staat voor Gucci en dit intimistische schouwspel wordt in de openbaarheid gebracht onder het voorwendsel van een reclamecampagne. William Norwich, columnist bij The New York Times, was nog optimistisch toen hij in zijn defiléverslag voorspelde dat het deze zomer over slipjes zou gaan. Als het van Tom Ford, Gucci’s creative director, afhangt, buigt één op de twee vrouwen zich volgende zomer over haar pussy. Terwijl de andere, de minder lenige, haar toevlucht zoekt tot open behaatjes ( Costume Nationale), paarse tepelverf ( Yves Saint Laurent) en bunnypakjes tot boven de bilspleet ( Roberto Cavalli).

Even dreigde deze modespecial op een eroticacatalogus te lijken, vol met hulpstukjes op bestelling. Was het niet van de ingenieuze collecties van Yohji Yamamoto, Helmut Lang en Watanabe en alle andere ontwerpers die de pornografische trukendoos van hun collega’s openlijk veroordelen. Zo verklaarde Viktor & Rolf in een recent interview “problemen te hebben met kleding die openlijk seksueel en goedkoop is”. En Olivier Theyskens streeft als kersverse creative director bij Rochas naar “iets vrouwelijks, heel chic en klassevol, voor een dame met smaak” en heeft naar eigen zeggen een hekel “aan misogyne ontwerpers én aan de vulgariteit van Christina Aguilera of Britney Spears“.

Ik kan hem geen ongelijk geven, maar feit is dat beide dames nu al geboekstaafd staan als iconen van de noughties. Het tijdperk van MTV-bimbo’s en navelstarende babes. Trendwatchers noemen hen tegen beter weten in ook wel eens glamazones, omdat ze het primitieve wapenarsenaal van hun heldhaftige voorgangsters-amazones hebben vervangen door glamour, seks en erotiek. Persoonlijk zie ik weinig heroïsch in een videoclip met twintig snollen die kronkelend wedijveren voor een hersendode rapper die telkens weer blijft steken bij dezelfde twee lettergrepen en uiteindelijk alleen maar geïnteresseerd blijkt in zijn gechromeerde Mercedes.

Giorgio Armani moet net hetzelfde gedacht hebben toen hij Kristin Scott Thomas koos als het nieuwe gezicht van zijn campagne. Met haar onderkoeld imago van ijskoningin belichaamt ze alles van de anti-babe.

De koelbloedigheid van de femme fatale staat in schril contrast met het behaagzieke gekronkel van de noughties-babe. En toch blijven postfeministen haar voorstellen als de laatste vaandeldraagster in de emancipatiestrijd. Omdat ze bewijst dat een vrouw vandaag de dag zowel sexy als intelligent kan zijn. Misschien. Soms. Maar veel vaker wordt ze gebruikt als goedkoop verkoopargument. Vandaar geen verleidelijke glamazone op de cover van deze modespecial. Vandaar ook een terugblik op de vrouwelijke iconen van de afgelopen vijftig jaar. Want toeval of niet, behalve de lurex hotpants van Kylie Minogue duikt onder meer ook de opwaaiende rok van Marilyn Monroe op in de collecties.

Een groter contrast lijkt niet mogelijk. Van de pin-up die verguisd werd als ze nog maar haar knieën liet zien tot de glamazone die door moraalridders de hemel in geprezen wordt omdat ze nog nooit voor een naaktblad uit de kleren ging. En toch hebben beiden meer gemeen dan het eerste gezicht doet vermoeden. Norma Jean werd Marilyn, Charlene metamorfoseerde tot Kylie. Kneedbaar, wulps, petite, onschuldig en vooral zeer gewillig.

Geef mij maar het mysterie van de femme fatale, maar dan wel in een Kim Novak-cocktailjurk van Louis Vuitton, een Barbarella-bikini van Max Mara en een Siouxsie-punkbroek van Dolce & Gabbana. Boodschap ? It’s all in the mind.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content