Heeft u reden om een heuglijke gebeurtenis buitenshuis te vieren en hoeft u daarbij niet op een euro te kijken, dan is de keuze van een restaurant toch niet zo vanzelfsprekend. De beste gastronomische eethuizen, zoals Hof van Cleve, Hertog Jan of Oud Sluis, zijn niet geschikt omdat er om de drie minuten iemand van het bedienend personeel de conversatie aan tafel komt verstoren door alweer een verbazend nieuw gerecht aan te kondigen. Het culinair spektakel eist alle aandacht op, tijd en rust om met elkaar te praten is er amper. De meeste andere gastronomische toprestaurants, zoals Sea Grill of ’t Fornuis, zijn zakenrestaurants waar het publiek bijna uitsluitend bestaat uit stereotiepe zakenmannen en duffe diplomaten. Comme Chez Soi is ook niet geschikt, want je zit er dicht bij elkaar, waardoor privacy onbestaande is.

Iets vieren in stijl is dus niet zo eenvoudig als het lijkt. Gelukkig is er Villa Lorraine. Marcel Kreusch opende dit Brusselse instituut in 1953 en bezorgde het restaurant, als eerste buiten Frankrijk, drie Michelinsterren. Na de dood van de oprichter ging het langzaam bergaf. Alles veranderde drie jaar terug met de komst van Serge Litvine. Hij renoveerde en engageerde Alain Bianchin als nieuwe chef-kok. Hij wordt bijgestaan door een achttienkoppige keukenbrigade en kreeg een nieuwe keuken van Maes Inox tot zijn beschikking. Ook de eetzaal zit in het nieuw. De nieuwe inrichting is warm en feestelijk, het aantal stoelen is gereduceerd tot vierenveertig en bij de bediening worden elegante jonge meisjes ingezet. Het wijnadvies komt van de jonge Franse Antoine Lehebel (tweede in de wedstrijd Beste Sommelier van België 2013). Wie bleef is zaalmeester Jan De Craemer (achtendertig jaren dienst). De nieuwe aanpak werpt duidelijk vruchten af, want onlangs raakte bekend dat Villa Lorraine zijn eerste Michelinster terugkreeg.

Onze keuze gaat naar het ontdekkingsmenu van vijf gangen (honderd euro), dat werd geopend met zee-egel, tartaar van rauwe sint-jakobsschelpdieren, mousseline van knolkervel en vingerlimoen. Mals gemasseerde en in de boter gebakken zeeoren lagen in het bord met bouchotmosselen, venusschelpjes, oesters en witte bonen. Het malse vlees van kikkerbillen werd gecombineerd met groene anijs en spelt. Het succulente vlees van reebok kreeg wortelgroenten, herfstvruchten en een mooie poivradesaus mee. Het stukje kaas dat wij extra namen, kostte achttien euro, maar accompagnement van druiven, gedroogd fruit, noten of chutney bleef uit ! Afsluiten deden wij met een frisse lycheesorbet met roos, kokosmarshmallow en coulis van kaki-mandarijn.

DOOR PIETER VAN DOVEREN – FOTO MICHEL VAEREWIJCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content