Als jong meisje won ze al een prijs voor haar imponerende harpspel, maar tot voor kort had nog niemand van haar gehoord. Onlangs bracht de Franse harpiste Elisabeth Valletti haar debuutalbum Innocenti uit. Bezwerend.

Vlak voor Notting Hill Gate stopt de bus abrupt. ” Kensington Gardens“, roept de conducteur. Ik kijk op. Mistig, geel licht hangt laag boven de bleke velden. Er zijn bijna geen mensen in het park. Automatisch denk ik terug aan de avond tevoren, aan het concert dat de Franse harpiste en zangeres Elisabeth Valletti gaf in het Londense Bloomsbury Theatre.

Achter Elisabeth en haar band – bestaande uit twee zangeressen, een drummer, een keyboardspeler en een basklarinettist – werden dia’s geprojecteerd. Onduidelijke beelden waren het, die aan de woestijn deden denken en aan hitte en stilte. Eindeloze vlaktes met geel zand, als begeleiding voor het hypnotiserende geluid van de elektronische harp van Elisabeth Valletti, ook al werd dat geluid keer op keer ontregeld door strakke drumritmes. ” The seaweed wrapped around/ Ivory towers/ Sculped by the hermits/ On the ancient desert“, zong ze met een glasheldere stem. Om even later moeiteloos over te gaan in het Italiaans. ” Vedi tutti quest’ innocenti/ Che se ne vanno, se ne vanno…” Haar dromerige composities voerden je weg uit het donkere theater in de Londense studentenwijk. Alsof je overal kon zijn.

De bus trekt op en rijdt in slakkengang richting Notting Hill Gate, waar ik een afspraak heb met Valletti. Weg is het park met de lege velden. Het grauwe geronk van de motor brengt me terug in de stad.

Elisabeth Valletti is een kleine, tengere vrouw. Ze heeft fijne gelaatstrekken en haar bewegingen zijn elegant. Ze praat foutloos Engels maar met een zwaar Frans accent en soms probeert ze haar zinnen zo zorgvuldig te formuleren dat haar stem wegzakt en ze nauwelijks te verstaan is. Ze klinkt heel anders dan wanneer ze op het podium staat en zingt en harp speelt en de bandleden aangeeft welke richting de muziek moet opgaan. Dan lijkt ze volledig op haar gemak.

Valletti is bij ons nog nauwelijks bekend, ondanks bijdragen aan albums van Leonard Cohen ( I’m Your Man, ’88) en Hector Zazou en Jean-Philippe Rykiel ( Nunc Music, ’91). Ze is eenenveertig jaar en pas een half jaar geleden debuteerde ze in Engeland met haar album Innocenti, dat onlangs in ons land werd uitgebracht.

Notting Hill heeft iets van een dorp. Er zijn veel kleine winkels en eethuisjes en hippe boetieks en het gedreun van het verkeer dat door de hoofdstraat raast, blijft op afstand. Je hoort het wel, maar meer als achtergrondgeluid. Elisabeth woont hier sinds een half jaar, een paar straten van het muziekuitgevershuis Blue Mountain Music vandaan en dat is prettig, vindt ze, want ze kan repeteren in de kelder van het kantoor en ze ontmoet telkens nieuwe muzikanten van allerlei strekkingen. Reggae, drum ’n bass, rock. Het werkt inspirerend voor haar muziek, die niet in één categorie is onder te brengen. Zo nam ze onlangs hiphopritmes op voor een backing track die ze gebruikt bij haar solo-optredens. Ze wil ze onder een liefdesliedje zetten, waarbij ze zelf zingt en harp speelt. “Ik hou van ritme,” zegt Valletti, “het houdt de muziek op de grond en tegelijkertijd, wanneer drums goed bespeeld worden, lijkt het alsof het geluid gaat zweven, als een vliegend tapijt.”

We praten in de oefenruimte in het kantoor van Blue Mountain Music. Behalve versterkers en geluidsboxen en een drumstel staan er een paar comfortabele leren banken en een poolbiljart. Het licht is gedempt en het maakt niet uit of het hier dag of nacht is. Twee jonge rastafari’s spelen pool, maar zodra we beginnen te praten, pakken ze beleefd hun gitaarkoffers en vertrekken. Het leven van Valletti is in één jaar compleet overhoopgehaald. Vorig jaar woonde ze nog in Parijs en gaf ze harples aan kinderen aan een van de Parijse conservatoriums. De muziek voor Innocenti was allang klaar, maar het kostte tijd om een platenmaatschappij te vinden die er voldoende geld in wilde investeren. Ondertussen was Elisabeth Valletti muziekjuf. “Het liefst was ik de straat op gegaan om te spelen, zo ongeduldig werd ik, maar dat paste niet bij mijn werk als lerares. Voor mijn leerlingen was ik een dame. En toen belde Blue Mountain. Binnen de week had ik een contract en besloot ik naar Londen te verhuizen.”

De muziek op Innocenti is een en al sfeer. Daardoor lijkt het alsof de nummers soms geen duidelijk begin of einde hebben. Als een stemming neemt de muziek bezit van je. Innocenti roept associaties op met de woestijn, met Egypte en met de sprookjes van duizend-en-een-nacht en tegelijkertijd klinkt de muziek Europees en vertrouwd. Het is geen pop of folk, maar ook geen pure klassieke muziek. Behalve de harp is de basklarinet van Renaud Pion nadrukkelijk te horen op Innocenti. Het is een melancholiek geluid dat aan hout doet denken en aan zand. Op een van de liedjes, het instrumentale Chariots, is het of Pion een slang uit een mand wil lokken met zijn instrument, zo bezwerend en melodieus klinkt de muziek, bijna oosters, net als sommige andere composities op het album.

Elisabeth Valletti: “Mensen vertellen me dat de muziek nomadisch klinkt en dat past bij me. Ik heb altijd getrokken. Op mijn zestiende kreeg ik een beurs om te studeren in de Verenigde Staten en vanaf die tijd heb ik overal en nergens gewoond.”

Ze groeide op in Marseille. Haar moeder onderwees harp en piano aan het conservatorium in de stad en haar Italiaanse vader schreef hardboiled detectiveverhalen. Ze waren tamelijk arm. Met z’n vieren – Valletti heeft nog een broer – bewoonden ze een tweekamerflat en daar moesten ook nog een piano en een harp bij. Valletti: “Voor mij was het volkomen gewoon om harp te gaan spelen. Als kind dacht ik dat iedereen thuis een harp had.” Ze werd klassiek opgeleid aan het conservatorium van Marseille. Op haar dertiende won ze een grote prijs voor haar harpspel. Toch kwam het niet in haar op om van de muziek haar beroep te maken. Muziek was zoiets als ademhalen, het hoorde bij het leven, maar aan haar moeder zag ze hoe moeilijk het was ervan rond te komen. Bovendien wilde haar vader dat ze diploma’s haalde. Ze ging filmwetenschappen en psychologie studeren in Philadelphia en daar, zo ver van huis, waren nauwelijks harpen voorhanden.

Bovendien was reizen met zo’n enorm instrument onhandig. “Ik kocht een gitaar en speelde en zong. Zo maakte ik mijn eerste liedjes. Niks bijzonders. I love you, I miss you, drie akkoorden. Maar het was wel een bevrijding. Ik kon zingen, ontdekte ik. En ik speelde met mensen die soms geen noot lazen, maar die wel popmuziek maakten of underground jazz speelden. Het is voor iemand die klassiek is opgeleid heel vreemd dat je met twee of drie akkoorden een nummer kunt maken. Een openbaring eigenlijk. Al heb je maar één noot, dan nog kun je je muzikaal uitdrukken. Tot dan toe had ik Beethoven, Mozart, Bach als voorbeelden gehad en dan laat je het wel uit je hoofd om te willen componeren.”

Terug in Frankrijk werd ze zwanger en voor haar twintigste was ze moeder. Ze kocht een kleine Keltische harp en speelde in restaurants en cabarets in Parijs en München en op Ibiza. Haar dochter Jeanne nam ze altijd mee. Later reisde ze door Duitsland om samen met panfluitist Jean-Claude Mara in kerken op te treden. En ze gaf les aan het conservatorium in Parijs. Elisabeth Valletti: “Het woord carrière bestond niet voor mij. Ik zorgde in mijn eentje voor mijn dochter en moest werken om de huur te betalen en te eten. Maar ik bleef altijd muziek maken, componeren. Voor mezelf.”

Ze vond een baantje als assistente van de Franse muziekproducer Jean-Michel Reusser. Regelwerk was het, telefoneren, typen, faxen versturen. Toen Reusser werkte aan het album Nunc Music met Hector Zazou en Jean-Philippe Rykiel, vroeg hij Elisabeth een liedje te spelen. Het was Credis. Valletti: “De reacties waren zo goed, dat ik voor het eerst dacht aan een eigen album. Ik had uren muziek op band staan. Alleen had ik nooit gedacht dat het iemand zou interesseren.”

Het Bloomsbury Theatre, de avond daarvoor. Het podium heeft de kleuren van een mediterraan eiland. Helder blauw en geel, net als de twee harpen van Elisabeth Valletti. Ze lacht een beetje nerveus wanneer ze van haar kruk opstaat en de zaal inkijkt. Heel even raakt ze de gele Keltische harp aan. De hoge ronde noten trillen lang na in het grote theater. Ze zingt in het Italiaans. De tekst klinkt oud, van een andere tijd. Totdat haar vingers over de snaren van de blauwe harp glijden en een stormachtig, dreigend geluid veroorzaken dat niets te maken heeft met het engelachtige imago van een harp.

De blauwe harp is uniek, vertelt Valletti me. Er is er maar één van op de wereld. Speciaal voor haar gemaakt door de Franse harpbouwer Camac. Het instrument werkt als een elektrische gitaar. Het heeft geen klankkast. Valletti: “Ik hou ervan om met effectmachines te spelen. De mogelijkheden om geluiden te vervormen zijn eindeloos en het is mooi om dat te onderzoeken.” Ze aarzelt even. Denkt na. “Natuurlijk gaat er niets boven een akoestische klank. Maar juist omdat de harp zo’n romantisch instrument is, vind ik het spannend om nieuwe geluiden te verkennen en te gebruiken. Mijn muziek is een collage. Ik weet nooit precies waar het vandaan komt. Pas achteraf kan ik zeggen: dat liedje gaat daarover. Als het al ergens over gaat. Het zijn meer impressies. Ik gebruik beelden en verhalen, zoals de woestijn in Credis, maar niet wanneer ik begin te werken. Tien jaar geleden zat ik in een bizarre liefdessituatie en om orde te scheppen in de emotionele chaos, maakte ik muziek. Ik had net een viersporenrecorder gekocht en iedere ochtend zette ik hem aan en begon ik wat te zingen. De volgende dag zong ik er op een ander spoor iets overheen en de dag daarna weer. Een melodie, een refrein, achtergrondstemmen, van alles. Ook harp. Na een tijdje ontstonden vanzelf de composities die later op Innocenti terechtkwamen.”

Toch verwijst de muziek ergens naar. De teksten in ieder geval. Zoals het titelnummer. Het liedje klinkt lieflijk en romantisch. Maar de (weinige) tekst is een soort uitroep. Elisabeth Valletti: “Ik schrijf over dood, hoop, verlangen, liefde, over de verontwaardiging die ik voel als ik op televisie kinderen zinloos zie sterven. Vooral als moeder grijpt me dat aan. Heel gewoon allemaal. Clichés. Daarom dacht ik ook altijd dat geen mens erin geïnteresseerd kon zijn.”

Valletti zingt Innocenti in het Italiaans, niet in haar moedertaal Frans, ze zingt nooit in het Frans. Daardoor klinkt haar muziek niet larmoyant, maar juist spannend en mysterieus. Valletti: “Ik weet niet waarom ik niet in het Frans kan zingen. Iemand zei dat ik me beter kon verbergen achter het Italiaans en Engels en misschien is dat zo. Woorden zijn belangrijk. Ze hebben betekenis, maar ze verbergen vaak ook iets. Ik gebruik woorden op een muzikale manier. Dan let ik op de klank en de kleur en het ritme.” Ze zingt een paar zinnen voor en lacht verontschuldigend. “Ik ben hopeloos romantisch. Ik vertel nooit verhalen die af zijn. De beelden die ik gebruik zijn meer symbolisch. Zoals de woestijn steeds terugkomt. Voor mij staat de woestijn voor stilte en misschien ook wel voor een verlangen naar iets wat voorbij is en nooit meer terugkomt. Ik ben een paar keer in de woestijn geweest. Een enorme schok was dat. In die extreme stilte maakten mijn emoties een soort kettingreactie. Mijn muziek is emotioneel en dat moet ook, vind ik.”

Elisabeth Valletti, Innocenti, Colombe D’or, Universal Music.

Christine Otten / Foto’s Adrian Boot

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content