Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Op het salon vielen twee constructeurs op door hun doorgedreven aanpak van het design: Renault en Audi. De Franse autobouwer heeft zich sinds de komst van Patrick Le Quément in 1988 ontpopt tot een doordachte vernieuwer m.b.t. de flexibiliteit van het interieur. Serge Van Hove van Renault Design benadrukte tijdens de Designers Day in Brussel dat Le Quément erop aandringt om elk jaar nieuwe designoefeningen uit te werken, van een remake van de Renault 4 CV tot de Pangea, de voorloper van de Kangoo. Het moet gezegd dat de lijn van deze concept cars duidelijk naar de productie wordt doorgetrokken met als hoogtepunten de Twingo, de Mégane Scenic en de recente Kangoo, waarmee Renault aantoonde dat een mix van functionaliteit en persoonlijkheid geen fortuin hoeft te kosten.

Nog sterker is de weg, die Audi heeft afgelegd. In pakweg 15 jaar evolueerde de Duitse constructeur van een onopvallende autobouwer tot een voorloper met een echte visie. Bij Audi werken zo’n 20 designers, verspreid over drie studio’s, waaronder de Concept Studio in München. Aan het hoofd daarvan staat Romulus Rost, die zijn taak omschrijft als Ich lebe Design, ik beleef design. Zijn rechterhand is onze landgenoot Luc Donckerwolke, die verantwoordelijk is voor het exterieur van de auto’s. De twee hebben bovendien een interactie opgebouwd die zeldzaam is, én zeer productief.

“Zo’n kleine studio met slechts vier designers en tien modelleurs is ideaal omdat de wederzijdse invloeden zo direct zijn en je makkelijker naar elkaar toe groeit”, vertelde Donckerwolke ons na het debat op de RTBF over La passion et la voiture. “Alhoewel zo’n tachtig procent van ons werk met de productie te maken heeft, blijft onze rol heel bijzonder, omdat we het praktische werk sterk laten beïnvloeden door onze conceptuele arbeid. We denken bij de vervanging van een model net iets verder dan men van ons verwacht omdat we een beetje verder van de dagelijkse realiteit afstaan. Vaak nodigen we ingenieurs uit om hen deelgenoot te maken van onze denkpistes zodat ook hun werk sneller evolueert. Het is een illusie om iedereen te willen behagen, en daarom mikt Audi op een cliënteel dat de combinatie van design en technologie weet te appreciëren. We creëren als het ware een elitistisch compromis voor connaisseurs met een duidelijke identiteit. Ze kopen geen product om zichzelf een meerwaarde aan te meten, maar juist omdat het product zo duidelijk aansluit bij de waarden die ze zelf voorstaan. Audi is bijvoorbeeld niet arrogant en agressief, maar wel sereen. Het is alsof de bezitters een bontmantel binnenste buiten dragen: ze kennen de waarde ervan, maar hoeven die niet zo nodig te demonstreren.”

“Het gaat om zovele aspecten,” zegt Rost, “en voor alles om kleine details in het interieur. Het handschoenenkastje is belangrijk, maar vooral ook de materialen: het gevoel dat die materialen geven bij aanraking, de klank van de schakelaars. We gebruiken echte en waardevolle materialen zoals leder en hout; het is ondenkbaar dat we hout zouden suggereren waar geen hout aan te pas kwam. Eigenlijk willen we alleen maar eerlijk blijven tegenover de klant. De sportieve TT, waarvan de definitieve versie in de herfst op het salon van Parijs wordt getoond, wil een zeer eerlijke sportwagen zijn die bewust eenvoudig werd gehouden, een hoge designstandaard huldigt en niet eens duur wil zijn. We stoppen onze ziel zowel in wielen en knoppen als in het uitzicht van de kleinste schroefjes. Onze klanten hebben daar oog voor, die willen geen sportwagen die vooral veel lawaai maakt, hoeven niet zo nodig een Porsche te kopen om zichzelf te zijn.”

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content