Het begrip eenvoud verkleurt, afhankelijk van de mens die het woord uitspreekt of neerschrijft. Als Philips (pag. 105) op zoek gaat naar nieuwe, eenvoudiger producten “die ertoe doen in het leven van de mensen” en onder meer uitkomt bij een intelligente kruidenserre voor in de vensterbank, dan kun je daar de wenkbrauwen bij fronsen. Wat overbodig is, heeft dat iets met eenvoud te maken ?

Wanneer ze bij het Massachusetts Institute of Technology (pag. 105) een simpele en relatief goedkope laptop ontwikkelen waarmee ze onderwijs kunnen en willen democratiseren in ontwikkelingslanden, dan is er een mooie brug geslagen tussen de technologie en de behoefte van mensen die leven in povere omstandigheden.

Het leven was vroeger veel eenvoudiger, zeggen we wel eens zuchtend onder vrienden, het liefst aan tafel met een mooi glas gloedvolle bordeaux in de hand. Vraag het eens aan de bobonne van Jan Haeverans (pag. 70), of het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog zoveel eenvoudiger was ? Er was bitter weinig en het was allesbehalve simpel om daarmee te proberen overleven. Onze zucht naar de eenvoud die rust verschaft, mag niet te zeer worden verkleurd door een hang naar nostalgie die onze blik vervormt en oude foto’s zoals die van Walter De Mulder (pag. 108) inkleurt tot een soort romantiek die nergens op slaat. Het eenvoudige leven van vroeger was ook hard en vaak erg bedompt, alsof er een enorme glazen stolp over de wereld stond.

Het is ook niet eenvoudig om je een weekend over te geven aan uren mediteren in lotushouding, met de boeddhisten, en dan stram onder een paardenharen deken te gaan slapen, in de hoop dat je geest licht en bevrijd wordt (pag. 52). Het complexe leven haalt je sneller in dan je het wilt.

Voor architect Juliaan Lampens (pag. 84) en voor auteur-vormgever Dick Bruna (pag. 46) is eenvoud schrappen, weglaten, alleen het essentiële overhouden om tot uitgepuurde schoonheid te komen. Een principe dat beiden al een leven lang trouw aankleven.

Eenvoud ligt niet ver weg van het leven. We worden overdonderd door de angstaanjagende complexiteit van de huidige technologische wereld en door de informatieoverbelasting. Wie het razendsnelle tempo van de ontwikkelingen op dat gebied niet kan bijhouden, krijgt de neiging om zich er gefrustreerd van af te keren. Maar ook in dat veld zijn wetenschappers als John Maeda (pag. 98) van het MIT op zoek naar vereenvoudiging. Het paard holt soms sneller dan de ruiter wil, het heeft intelligente teugels nodig om weer voor iedereen berijdbaar te worden. Vereenvoudigen is een middel tot democratisering.

De roep om eenvoud wordt te licht verward met de nostalgische hang naar simpel lijkende consumptiegoederen, waarvoor wel veel geld moet worden betaald. Of zoals Jos Geysels (pag. 74) het verder in dit nummer zegt : “Eenvoud is tegenwoordig een goed product in de lifestylesfeer.” Ware eenvoud is een schaars goed geworden, iets waar velen naar snakken als tegenwicht voor het ingewikkelde en gestreste leven dat we leiden. Schaarste doet de prijs stijgen. De reële prijs in euro’s of dollars, maar ook de gevoelsmatige prijs, die bepaald wordt door tijd en moeite die moeten worden geïnvesteerd, om iets te verwerven wat in se de basis van alle dingen zou kunnen zijn.

Dat eenvoud een simpele zaak is, zul je in dit eindejaarsnummer niet lezen. Maar wel dat het een fel begeerd goed is. Wie op Google ‘eenvoud’, ‘simplicity’, ‘simplicité’ intikt, is voor een tijdje zoet. In de States organiseert het Simplicity Forum jaarlijks zelfs een congres over de zoektocht naar een simpeler en dus zinvoller leven. Niet toevallig wordt deze wetenschappelijke hoogmis van de eenvoud opgevoerd in het land waar het hardst wordt gewerkt en het meest wordt geconsumeerd.

Eenvoud in het leven, begint met eenvoud in het hoofd. Hoofdlijnen of vrijplaatsen, waar je je kunt onttrekken aan het jachtige leven en aan de agenda die anderen voor je bepalen. Het is een kwestie van tijd en van prioriteiten. Van zelfmanagement, of noem het zelfbeschikkingsrecht. Een kwestie dus van leren neen te zeggen. Of zoals managementsgoeroe Bill Jensen zegt in zijn Simplicity Survival Handbook : “Negeer de drukte en de zinloze taken die op je af komen, loop met een boogje om de zogenaamde beroepsverplichtingen heen, je verdient beter…”

Er is een simpele test om te checken of het ook bij u eenvoudiger kan. Maak twee eerlijke lijstjes, één met uw tien favoriete activiteiten en eentje met de tien die de grootste hap nemen uit uw tijd. Bij het vergelijken van die twee, zou zich wel eens de noodzaak aan ingrijpende consequenties kunnen aandienen. Of u tot de actie overgaat, is een persoonlijke keuze. Het komt er in de eerste plaats natuurlijk op aan hoe u uw leven wilt leiden. Al blijft het vaak een luxe om dat daadwerkelijk te gaan doen, je moet immers in je levensonderhoud kunnen voorzien. Op dat moment is de cruciale vraag of je steeds meer wilt vergaren, of de aangename grens weet te vinden, die je tijd en ruimte geeft en je toch goed laat leven.

Werken is, voor wie een job heeft die voldoening schenkt, een factor die een mens gelukkig maakt. Maar wel degene die meestal de grootste hap uit onze tijd neemt. De meesten onder ons werken hard omdat ze hun gezin een ‘goed leven’ willen bezorgen. Maar wie bepaalt wat dat is, een goed leven ? Wat heb je daartoe nodig ? Synoniem met ‘overleven’ is het zeker niet, hier in onze wereld. Is een goed leven wat je ziet in advertenties, televisieseries, romantische films en andere geïdealiseerde beeldvorming ? In dat soort plaatjes zitten altijd een aantal perverse tekenen van succes en waardering of van warmte en geborgenheid. Verbonden aan producten, aan consumptie. Ons eigen leven steekt er soms wat povertjes bij af, in zijn gejaagdheid en zijn onvolmaaktheid. Ieder mens heeft bij tijd en wijle de behoefte om zichzelf te verwennen of te sussen met zo’n fata morgana. Zolang je maar blijft beseffen dat het een fata morgana is. Eigen aan zo’n droombeeld is immers dat het verdwijnt of verkleurt zodra het binnen je bereik is. En dat de jacht naar de volgende fata morgana vrijwel onvermijdelijk meteen wordt aangevat. Wat van een leven een vermoeiende en onbevredigende expeditie kan maken.

Wat werkelijk een goed leven maakt, glipt ongemerkt tussen de vingers door, omdat het zo simpel is, zo vloeiend, zo ongrijpbaar. Het goede leven zit in de eenvoud van tijd hebben, tijd maken. Tijd kopen. Daar bestaan twee manieren voor : zwelgen in het geld, maar dat is slechts weinigen gegeven van huis uit, dus zul je een lange periode keihard moeten werken om daar te komen. Of tijd kopen door minder te werken en dus minder te verdienen. Zo eenvoudig is het. Niets zegt echter dat een heel leven lang volgens dezelfde lijnen moet verlopen.

We zijn niet gelukkig, volgens de Londense econoom Richard Layard (pag. 74), als de balans tussen werk en leven zoek is. Maar die balans kan afhankelijk van het moment in een mensenleven naar de ene of de andere kant doorslaan. Flexibili- tijd wordt een luxeproduct op het moment dat alleen nog over ‘langer’ werken wordt gepraat.

Toch zijn heel wat jonge mensen, jonge gezinnen bereid om status op te geven voor tijd. Om dus te kiezen voor de eenvoud. Om niet afhankelijk te worden van consumptie en status. Of zoals Montaigne al schreef : “De onderste trede is de veiligste. Daar zetelt de bestendigheid. Daar heb je alleen jezelf nodig. Zij vormt haar eigen fundament en steunt volledig op zichzelf.”Volgende week

Tijd om te feesten. Volgende week slaan we over. Op 4 januari, na de feesten, verschijnt nummer 1 van 2006, onder meer met de geluksprofessor.

tessa vermeiren – reacties : TESSA.VERMEIREN@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content