RUPERT SANDERSON Less is more, luidt zijn designfilosofie. Toch zijn de schoenen van Rupert Sanderson allesbehalve gewoontjes.

Less is more, luidt zijn designfilosofie. Toch zijn de schoenen van Rupert Sanderson allesbehalve gewoontjes.

Zijn naam heeft bij het grote publiek nog niet dezelfde weerklank als die van Manolo Blahnik, Jimmy Choo of Christian Louboutin. Toch weet elke fashionista die ooit een exemplaar van Vogue heeft vastgehad wie Rupert Sanderson is. De Britse schoenontwerper wordt samen met onder andere Nicholas Kirk-wood en Charlotte Olympia beschouwd als het talent van een nieuwe generatie. Op zijn palmares staan vier eigen winkels (twee in Londen, één in Parijs en één in Hongkong), meer dan 160 verkooppunten wereldwijd, de titel van Brits accessoiredesigner van het jaar in 2008, en tot 2010 schoenenleverancier voor de shows van Karl Lagerfeld. Sanderson heeft ook, net als zijn bekende concurrenten, een trouwe aanhang beroemdheden, zoals actrices Gwyneth Paltrow en Carey Mulligan, topmodel Kate Moss en de vrouw van de Britse premier, Samantha Cameron. Leuk detail : elk paar schoenen is genoemd naar een variant van de gele narcis.

Waarom zette u pas elf jaar geleden de stap van reclame naar schoenen ?

Rupert Sanderson : Er is geen overtuigend antwoord op die vraag, want ik had eigenlijk nooit in de reclame mogen werken. Ik ben in die richting geduwd na mijn studies aan de universiteit, omdat ik dacht dat ik daar nog dingen, advertenties, zou kunnen maken. Maar zo werkt het niet. Ik heb mijn ontslag gegeven en ben schoenontwerp gaan studeren. Ik heb altijd van schoenen gehouden en van wat ze teweegbrengen bij sommige mensen. Dus dacht ik, waarom probeer ik er zelf geen te maken ? Zo eenvoudig was het.

U bent er zelfs voor naar Italië verhuisd.

Na mijn eerste jaar aan Cordwainers College ben ik met de motor naar Italië gereden, om zo veel mogelijk schoenfabrieken en leerlooiers te bezoeken. Het was alsof ik mijn lot tegemoet reed. Ik heb uiteindelijk een jaar in Bologna gewoond. Een fantastische stad, het is nog geen toeristenval zoals Venetië of Firenze. Ik heb er een kleine fabriek gezocht om mee samen te werken, en nu reis ik regelmatig over en weer. Enkele jaren geleden heb ik die fabriek ook gekocht, omdat ze met sluiting werd bedreigd. Ik vind het belangrijk dat onze schoenen nog op de ‘ouderwetse’ manier met de hand worden gemaakt, zoals alle grote Italiaanse huizen dat vroeger deden.

U ging in de leer bij Sergio Rossi, maar begon snel een eigen label. Was dat geen risico ?

Omdat ik er laat ben ingestapt, was ik me er goed van bewust dat ik zocht naar zelfexpressie. Ik wilde het hele verhaal vertellen en niet schoenen maken voor een ander. Het geeft me ook voldoening om naar klanten te stappen, hen de collectie voor te stellen en te wachten op hun respons. Ik ben nu bezig met zoveel andere dingen, namelijk het runnen van een bedrijf, dat de dagen die ik heb om te ontwerpen aanvoelen als ‘een vrij moment’.

De concurrentie op de markt is groot. Hoe probeert u op te vallen ?

Door te doen wat de anderen niet doen : niet opvallen. Als je vasthoudt aan te veel stijlelementen, zit je na een tijdje vast. Mijn designprincipe is less is more. Ik zal een schoen nooit overstylen. Al bestaat het gevaar dat je ook daarop vastgepind wordt. Vooral de pers denkt graag in vakjes : voor vrouwelijke schoenen gaan we naar Manolo ( Blahnik), voor blingbling naar Jimmy Choo, en voor eenvoudige, gestroomlijnde schoenen naar Rupert Sanderson.

Hoe weet u wat vrouwen willen ?

Dat is een goede vraag, maar niet één die ik me stel als ik schoenen ontwerp. Ik volg gewoon mijn instinct. Ik ben niet echt bezig met vragen als ‘zijn ze sexy genoeg ?’ of ‘kan een vrouw er een hele dag mee lopen ?’ Zolang er in elke collectie genoeg variatie zit : hoge en lage hakken, verschillende kleuren en materialen, kan je met het design doen wat je wilt. Het is toch onmogelijk om te weten wat elke vrouw wil. En bovendien maak ik iets dat ik zelf nooit zal dragen. Mijn relatie met schoenen is eerder abstract dan praktisch.

Nochtans zijn uw schoenen heel ‘draagbaar’ in vergelijking met die van uw concurrenten.

Functionaliteit is een elementair onderdeel van goed design. Ik kan ook schoenen ontwerpen waar niemand mee kan lopen, maar dat wil ik niet. Er zijn nochtans genoeg vrouwen die de pijn erbij nemen, enkel en alleen omdat het fashion is. Misschien zou ik wat meedogenlozer moeten zijn, want je krijgt geen erkenning in de modewereld voor het maken van comfortabele schoenen. Het lijkt wel of afzien erbij hoort. No pain, no gain, zeker ?

Vraagt u de mening van uw vrouw ?

Ja, maar zij wordt er doorgaans pas in een laat stadium bij betrokken. En dan zegt ze : ‘Die vind ik leuk en die niet.’ (lacht)

Kunt u voorspellen welke ontwerpen zullen aanslaan ?

Nee, eigenlijk niet. Al denk ik graag van wel. Veel hangt af van de trends tijdens de modeweken, maar tegen dan zijn onze schoenen al lang geproduceerd. Soms overlappen ze met wat wij hebben ontworpen, en dan heb je onverwachts een paar bestsellers beet. Vorige zomer hebben we aan het begin van het seizoen een tweede order moeten plaatsten voor een paar sandalen, het soort waarvan je nooit denkt dat die zal aanslaan. En net die schoen blijkt dan een grote trend te zijn.

Wat vindt u het leukste aan uw job ?

Drie tot vier keer per jaar kan ik opnieuw beginnen, met een blanco papier en een potlood. Er is niemand die me zegt wat ik moet doen, of wat ik doe goed genoeg is. Er is geen vangnet, zowel creatief als financieel. Dat is beangstigend, maar het creëert tegelijk ook een gevoel van vrijheid. Het is niet zo dat ik na een slecht seizoen kan zeggen : ‘Dat is mijn probleem niet, ik word toch betaald.’ Of dat ik de kleur van een model kan aanpassen op vraag van de klant, zoals in een reclamebureau.

Is dat geen nadeel ?

Neen, het geeft me een kick. Er is een soort van ’totaalheid’ verbonden met wat ik doe. Ik ben verantwoordelijk als een schoen verkoopt of niet. Minder leuk is het gevoel dat je iets moet doen, omdat het verwacht wordt. Of omdat het zogezegd commer- cieel wenselijk is. Er wordt als designer van alle kanten aan je getrokken, en je kunt niet verantwoorden waarom je doet wat je doet. Je kunt het niet staven met een onderzoek of een enquête die bewijst dat jouw designkeuze de juiste is. Ik heb gisteren een hele dag vergaderd met onze partner in Hongkong, omdat ik niet kan maken wat zij willen. Want anders zou er in de winkels een overaanbod zijn van schoenen met mijn naam op die eigenlijk niet de mijne zijn. Het is een voortdurende strijd voor wat jij denkt dat goed is.

In 2008 hebt u Fashion Fringe Shoes opgericht. Wat houdt dat juist in ?

Het is een afgeleide van Fashion Fringe, een organisatie in Londen die jonge modeontwerpers een duwtje in de rug geeft. Voor schoenontwerpers bestond die omkadering nog niet, terwijl zij net meer hulp nodig hebben om binnen te geraken bij de juiste fabrikanten. Een jurk kun je gewoon in Londen laten maken, maar voor schoenen moet je naar Italië. En daar raak je niet binnen zonder de juiste connectie. Fashion Fringe Shoes moest voor die connectie zorgen.

Bestaat de organisatie nog ?

Ja, maar ik ben er niet meer bij betrokken. Ik heb twee jaar intensief designers begeleid, daarna heb ik de fakkel even doorgegeven. Ik had nood aan wat ademruimte. En zij zagen de kans om me te vervangen door een grotere naam (lacht). Ik denk dat het nu Roger Vivier is. Soit, ik heb de boel op gang geduwd en het heeft zijn doel gediend.

U houdt al enkele jaren een blog bij voor Vogue. Waarover schrijft u zoal ?

Over alles en niets. Soms heeft het iets te maken met het merk, de lancering van een campagnefilmpje bijvoorbeeld, maar meestal zijn het observaties, expo’s die ik heb gezien, interessante mensen die ik heb ontmoet. Je moet het niet te serieus nemen.

Haalt u er ook ideeën uit voor uw collecties ?

Zo werkt het niet, althans niet voor mij. Vorige week was ik in Parijs, in een prachtige vintage shop met bergen retroschoenen. Een schatkamer aan ideeën dus, maar ik heb er niet één paar gekocht. Ik heb lang gezocht en uiteindelijk wilde ik er alleen maar weg. Eerlijk gezegd, mijn beste ideeën komen van dingen die niets met mode te maken hebben, en waarvan ik niet kan zeggen waar ik ze heb gezien. Ze ontwikkelen zich plots.

Werkt u dan niet rond thema’s ?

Met schoenen werkt het doorgaans niet zo. Het zijn allemaal kleine verhaaltjes binnen een groter geheel. Het thema komt pas na het design. Dan plak ik termen op wat ik heb getekend, zodat de pers kan schrijven dat het geïnspireerd is op de zonnegod, of het oude Egypte (lacht). Ik heb ook nooit geleerd om mijn inspiraties te verwerken. Ik sleur ze uit mijn onderbewustzijn en zet ze op papier. Daar maak ik dan verschillende versies van : met een hoge of lage hak, een laars en een pump, of in glanzende materialen voor ’s avonds. Zo creëer je ‘een thema’. Om een lang verhaal kort te maken : het is wat het is. Less is more. We zijn al veertig minuten aan het praten en eigenlijk is alles terug te brengen tot die ene zin.

Anders dan uw concurrenten houdt u het bij schoenen.

Ik wil me concentreren op wat ik echt graag doe, schoenen maken. En zoals je zei, de concurrentie is al groot genoeg. Nu een juwelencollectie of parfum uitbrengen, zou alleen maar voor verwarring zorgen. We blijven wel schoen-gerelateerde projecten aannemen, zoals voor de opera Aïda of voor het defilé van een modeontwerper.

Waar wilt u staan binnen tien jaar ?

Op een strand. Nee, ik wil het bedrijf verder uitbreiden, misschien wat extra investeerders zoeken, zonder gulzig te worden. Er zijn merken die een ganse generatie nodig hebben gehad om te bereiken waar ik nu al sta. En binnen tien jaar bestaan we nog altijd maar twintig jaar. Ik wil dus niets forceren, en blijven doen waar ik me goed bij voel. Want voor je het weet, daagt je eigen moeder je voor de rechtbank of ben je de rechten op je naam kwijt. Je ziet het vaak genoeg gebeuren in dit vak.

Het grootste aanbod schoenen van Rupert Sanderson vindt u in België bij Smets, Leuvensesteenweg 650-652 in Brussel. Of online via www.rupertsanderson.com.

DOOR ELLEN DE WOLF

“Je krijgt geen erkenning in de modewereld voor het maken van comfortabele schoenen. Het lijkt wel of afzien erbij hoort”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content