Twintig jaar geleden kwam de Canadese modestudente Tara naar Parijs om er haar studie te voltooien. Ze ontmoette er haar echtgenoot en samen startten ze de kledinglijn Tara Jarmon op. Ze gidst ons langs haar favoriete plekjes in de lichtstad.

Vrouwelijkheid, elegantie en romantiek. Dat zijn naar eigen zeggen de belangrijkste trefwoorden van haar kledinglijn. Zwierige rokjes en jurkjes in zijde en katoen, een melange van felle en zachte kleuren, kanten afwerkingen en bloemmotiefjes. “Ik ontwerp voor ‘la vraie Parisienne’, een moderne, zelfverzekerde en vooral elegante vrouw die er altijd en overal vlekkeloos wil uitzien”, vertelt Tara.

Nochtans was het op de eerste plaats de liefde voor haar man, de zakenman David Jarmon, die haar aan de stad kluisterde. In het kledingbedrijf vormen ze een perfecte tandem. Hij staat in voor het management, zij ontwerpt. Maar na meer dan twintig jaar in Parijs heeft ze ook met de stad een trouwe liefdesband opgebouwd. “Elke dag haal ik inspiratie uit de pure schoonheid van Parijs en zijn inwoners. Mensen, gebouwen, pleintjes en parken, overal neem ik beelden in mij op die ik in mijn ontwerpen kan gebruiken.” Het liefst zoekt ze plekjes op waar ze ongestoord de voorbijgangers kan observeren. “Ik wil stijlvolle, maar draagbare kleding maken”, verduidelijkt de ontwerpster. “Daarom is het belangrijk om een duidelijk beeld van mijn doelgroep te hebben.” Noem het een onschuldige vorm van voyeurisme.

“In LeBon Marché koop ik alles : van kleren en verzorgingsproducten, tot huishoudartikelen en zelfs eten. Zeer handig als je weinig tijd hebt. Het gebouw is van de architect Eiffel, op zich al een goede reden om er eens binnen te stappen. In diezelfde wijk, Saint Germain , vind je ook grotere merken zoals Prada en Miu Miu. Maar het liefst loop ik rond te neuzen op de vlooienmarkt van Saint Ouen. Vooral de dorpse sfeer trekt me er aan, de iedereen-kent-iedereen sfeer. Ik doe er ook veel inspiratie op. Onlangs zag ik er een typisch ouderwets slaapkleedje, in wit katoen met van die kanten boordjes. In de zomercollectie van 2006 zit een bijna identiek zomerjurkje.”

“Place Dauphine is een klein driehoekig pleintje waar in de zomer bijna altijd petanque wordt gespeeld. Er hangt een ontspannen sfeer. Place de Furstenberg is iets romantischer. Het is omgeven met prestigieuze design- en antiekwinkeltjes, het is een van de vaakst geschilderde pleintjes van de stad. En dan natuurlijk Jardin de Luxembourg. De tuin is niet enkel prachtig om te zien, hij leeft ook echt. Overal zijn mensen aan het sporten, lezen of gewoon aan het genieten van de omgeving. Een grote inspiratiebron voor mijn ontwerpen.”

“Koffie ga ik, het liefst alleen, drinken in Café de Flore. Het café bestaat bijna anderhalve eeuw en was het meeting point van veel artiesten, waaronder Picasso. Om lekker en gezellig te eten stap ik meestal de Buddha Bar binnen. Je vindt er de beste sushi uit de stad en de Aziatische gerechten zijn onweerstaanbaar. Het leuke aan het restaurant is dat je achteraf kunt blijven plakken en van de muziek genieten, want elke avond is er een live dj-set. Na het eten ga je gewoon boven in de bar zitten en bestel je een van hun zalige cocktails.”

Tekst Marjolijn Vanslembrouck

“Elke dag haal ik inspiratie uit de pure schoonheid van Parijs en zijn inwoners.”