We krijgen er allemaal mee te maken en ze vormen onze frustratie nummer één: bazen. Wie ze echt zijn, is een raadsel. Volgens Tineke Aarts en Carien Verhoeff, die er een onderhoudend boek over schreven, weten ze dat zelf niet eens: “Bazen willen niet over zichzelf leren.”

T he Grand Hotel, Amsterdam. Behalve Ricky Martin en Mick Jagger logeert ook de top van de internationale zakenwereld hier. Tineke Aarts (40) en Carien Verhoeff (37), twee Nederlandse bedrijfsadviseurs, weten er alles over. In Leven met een baas leggen ze haarfijn uit hoe bazen in elkaar zitten, wat voor bazen en collega’s u zo al kunt ontmoeten en hoe u er gepast op reageert. Om het boek leesbaar te houden kregen de bazentypes namen mee en wordt er gewerkt met vele herkenbare praktijkvoorbeelden. Aarts en Verhoeff vertellen niet alleen met welke baas u het best functioneert, ze leren u ook omgaan met problemen en leren u het type baas al tijdens het sollicitatiegesprek herkennen.

De oer-Hollandse covertekst, “Maakt vele dure cursussen overbodig”, is voor één keer niets te veel gezegd. Ook bazen kunnen immers inzicht verwerven in hun leidinggevende rol en hun werknemers. Er is zelfs een test om uit te zoeken wat voor baas u nu eigenlijk bent. Een verkrampte baas die niet kan organiseren en de stapels werk maar laat groeien, of een optuigende baas die werknemers voortdurend om de oren slaat met nieuwe ideeën en projecten?

Aarts en Verhoeff leerden elkaar begin jaren ’90 kennen, toen ze collega’s waren. “Onze bazen dachten alsmaar dat ze alles onder controle hadden”, zegt Aarts. “Wíj zagen dat heel anders: wij vonden helemaal niet dat we goed geleid werden. De doelstellingen waren onduidelijk en als sommige collega’s een andere koers volgden, liet men dat gewoon gebeuren. Dat drong niet door, zelfs niet na satirische stukken in het personeelsblad. Urenlang hadden we het erover, het fameuze coffee corner-verzet. Uiteindelijk was onze afkeer zo groot dat we al om halfvijf in het café zaten. Later, toen we elk onze eigen weg gingen, bleef bazengedrag ons verbazen. Dus hebben we er maar een boek over geschreven, over hun typische karaktertrekken en gedrag en wat daar nu zo vervelend aan is.”

Stellen bazen zichzelf dan niet in vraag?

Carien Verhoeff: Bazen willen zelden over zichzelf leren. Het boek kan voor hen een spiegel zijn en het toont dat bazengedrag vaak niets te maken heeft met leidinggeven. Zo zijn heel wat bazen dol op geld, macht en statussymbolen. Toch is het boek vooral geschreven voor werknemers. Wie inzicht heeft in het gedrag van zijn baas, kan zelf stappen ondernemen om zijn werksfeer en productiviteit te verbeteren.

Tineke Aarts: Vaak is de situatie echt hopeloos: een verzuurde werksfeer, onduidelijke taken, demotivering, geroddel. Het is heel moeilijk om dat te doorbreken. Als je weet welke rollen er in een bedrijf of een organisatie gespeeld worden en hoe mensen reageren, krijg je meer greep op de situatie. Veel werknemers vinden het boek dan ook een handig instrument. Bazen daarentegen reageren doorgaans afwijzend: zíj hebben zo’n boek toch niet nodig?

Verhoeff: Een van mijn voormalige bazen had het boek met rode oren gelezen. Hij schaamde zich. Tja, als je weet dat sommigen zelfs bonnen van medewerkers op hun onkostennota zetten. Het punt is dat baas zijn een spiraal is: er wordt van je verwacht dat je je profileert en onderscheidt. Je gaat met een grotere wagen rijden, duurdere pakken dragen, op een andere toon praten, je aan andere bazen spiegelen. Daar rol je haast vanzelf in.

Het bazenboek is gebaseerd op persoonlijke ervaringen, van Aarts en Verhoeff zelf en tientallen werknemers. “We kregen voortdurend verhalen te horen, van ex-collega’s, mensen in de kroeg, vakantiegangers op de camping. Iedereen heeft immers wel een verhaal over zijn baas. Het scherpte de profielen telkens aan”, zegt Verhoeff.

Aarts: We wilden niet het zoveelste saaie en afstandelijke managementboek schrijven. Cursussen leren bazen het bedrijf situationeel of coachend te leiden, maar niet wat er echt gebeurt op de werkvloer: hoe werknemers zich gedragen en reageren. Het blijft allemaal heel conceptueel. Bazen verstoppen zich er zelfs achter. Wij stellen de zaken heel duidelijk voor, zodat je snapt waar het fout loopt.

Waaraan herken je een bazentype?

Verhoeff: Bazen hebben allemaal macht: ze delen de taken uit, controleren je werk en beoordelen je. Wat telt, is hoe ze omgaan met die macht. Zo is een onberekenbare baas een typische power player: hij verdeelt en heerst om zelf machtig te blijven. De ene keer geeft hij je onverwacht een cadeau, zoals een zakenreis of een avondje uit, een week later pakt hij je op details die hij opspaart in zijn hoofd. Hij is onbetrouwbaar, want je weet nooit wat hij precies van je verwacht. Bij hem nemen medewerkers het niet voor elkaar op, want wie weet ben jij morgen het slachtoffer.

Aarts: Een baas moet ook samenwerken. Een verkrampte baas is voortdurend in overleg, terwijl een efficiënte baas instructies uitdeelt zonder meer. Hij delegeert op hoofdlijnen terwijl een samenwerkende baas voortdurend naast je staat. Eigenlijk zou die jouw werk nog het liefst zelf doen. Een onberekenbare baas is een einzelgänger: voor hem is overleg gewoon een middel om zijn visie door te drukken. Verder verschillen bazen in hun reactie op tegenvallers: zoeken ze oplossingen of een zondebok? Ook inzake het bepalen van doelstellingen is de ene baas de andere niet: een efficiënte baas ziet alleen het doel terwijl een verkrampte baas zich laat verstoren door andere zaken. Zelfs in details als partnerkeuze of gevoel voor humor heeft elk bazentype zijn eigen trekjes.

Een samenwerkende baas loopt weg van conflicten, een efficiënte baas heeft geen geduld, een verkrampte baas kan geen prioriteiten stellen. Zijn er eigenlijk wel goede bazen?

Aarts: Ja, ze zijn moeilijk te vinden (lacht). Een baas moet zijn sterke en zwakke punten kennen. Een efficiënte baas is best leuk om mee te werken, maar ook enorm afstandelijk. Bij hem moet je geen sfeer zoeken. Aan e-mails met eindeloze privé-verhalen heeft hij geen behoefte. Gezelligheid moet je dan maar zoeken in de koffiepauze, bij je collega’s. Het komt erop aan zijn afstandelijkheid te compenseren binnen het team, want een cursus coaching is aan zo’n baas niet besteed. Je kunt hem niet leren zich in medewerkers te verdiepen, want dat boeit hem niet. Wel kun je een werknemer aanstellen om beginners te begeleiden of teamsessies te organiseren. Ondertussen kan de baas zich dan bezighouden met wat hij kan: de strategie bepalen.

Verhoeff: Het dilemma is dat een baas zelden productief én populair is. Een productieve baas stelt immers eisen: je moet deadlines respecteren, stipt op tijd zijn. Omgekeerd is een onverschillige baas héél populair, want bij hem mag je onder de werktijd je nagels lakken, de voetbalkas bijhouden en over je privé-leven kletsen. Daar is het bedrijf één grote soap.

Spanningen op de werkvloer zijn niet ongewoon en hoeven niet zorgwekkend te zijn. Tenzij je, zo meent Verhoeff, er ’s avonds van wakker ligt, voortdurend stoom aflaat bij je partner en elke werkdag er één te veel is. “Normaal gezien geeft werken energie. Als je niet meer van succes kunt genieten, moet je je afvragen of je wel goed bezig bent. Misschien heb je de verkeerde baan gekozen, maar vaak is het probleem gewoon je baas.”

Volstaat mensenkennis niet om conflicten op te lossen? Je kunt toch signalen uitzenden dat het je te veel wordt?

Aarts: Kijk, iemand met een autonoom beroep als jij kan goed zijn werk organiseren. Wat je doet, is afwisselend, zichtbaar en je krijgt feedback. In grote organisaties als ziekenhuizen, overheidsinstellingen of scholen is het werk minder gevarieerd en heeft ieder zijn specifieke taken. Daar is de oorzaak van problemen soms moeilijk te vinden.

Verhoeff: In dat geval kweken werknemers vaak schuldgevoelens en gaan ze aan zichzelf twijfelen. Ze gaan alleen maar harder werken, terwijl sommige bazen nooit tevreden zijn. Een onberekenbare baas vindt altijd wel een reden om te vitten. Daar word je hondsmoe van, want ondanks je boosheid ga je toch harder zwoegen, wachtend op een complimentje dat nooit komt. Die spiraal zuigt alle energie uit je weg, vooral als je een gangmaker bent: een heel talentvolle en ambitieuze werknemer die zijn werk goed organiseert, gemakkelijk contact legt en risico’s durft nemen. Als je als zo’n gedreven persoon een baas krijgt die je op details pakt, geraak je al snel overspannen.

Hoe overleef je zo’n onberekenbare baas?

Verhoeff: Door weg te gaan. Hij is het enige type bij wie we dat suggereren, want van hem kun je gewoon niet winnen. Nooit een minuut te laat komen, geen seconde te lang in de kantine hangen, er altijd piekfijn uitzien, nooit fouten maken, nooit even geïrriteerd reageren, dat houdt toch geen mens vol. Je kunt nooit plezier hebben aan je werk. En blijf je desondanks toch, dan moet je wel de strijd aangaan. Je moet zijn valse beschuldigingen dan doorprikken, hem op zijn fouten wijzen en desnoods een procedure opstarten. Leuk hoor.

Zijn er nog zulke dodelijke combinaties?

Aarts: De efficiënte baas en de spons! Zo’n baas geeft je voortdurend klussen en wil dat die op tijd klaar zijn, terwijl een spons niet nee kan zeggen en dus achterop geraakt met zijn eigen werk. Zo’n werknemer is heel zorgvuldig en zoomt in op inhoud en details. Je kunt hem best een gespecialiseerde job geven als het uitvlooien van jurisprudentie, maar hij is geen goede organisator. Bovendien praat hij niet over zijn problemen, wat je natuurlijk niet moet doen bij een efficiënte baas. Die slaat dan meteen tilt en neemt gelijk de hele boel over, vaak op de meest chagrijnige manier. Zo’n baas hoeft maar één signaal te krijgen dat het fout gaat. Bovendien kan hij niet coachen zoals een samenwerkende baas, wat een spons wel nodig heeft. Die wil dat je hem zegt wat de prioriteiten zijn, een werkschema opstelt en ’s ochtends even vraagt hoe het ermee staat.

Verhoeff: Wat ook niet goed werkt, is een onverschillige baas met een tweede man. Stel dat jouw baas geen leiding geeft, terwijl een van je collega’s graag zelf de tent zou runnen. Hij laat ook horen dat hij het allemaal zoveel beter zou doen. Zo iemand grijpt meteen zijn kans en gaat anderen beoordelen. Dat kan natuurlijk niet: ten eerste heeft hij die verantwoordelijkheid niet, ten tweede is hij niet erg integer. Hij geeft niet om het welzijn van het bedrijf, hij wil gewoon macht. Zo’n tweede man gaat collega’s kleineren, met alle gevolgen van dien.

Leven met een baas toont dat zowel onder mannen als vrouwen allerlei bazentypes te vinden zijn, al zijn er wel seksegebonden stijlverschillen, zegt Aarts. “Neem nu Quote, het blad voor de Nederlandse zaakvoerder. Dat gaat voortdurend over geldzaken en statussymbolen. De vrouwelijke tegenhanger, Avanta, is bijna een opleidingsgids: hoe ga je om met conflicten en medewerkers, welke cursussen kun je volgen? Weinig over de leuke kanten van het baas zijn, het gaat vooral over relationele aspecten.”

Verhoeff: Vrouwen hebben al snel het gevoel dat ze een kreng zijn als ze over geld en macht spreken. Dat durven ze niet. Ze storten zich op de inhoud in plaats van daarboven te staan en leiding te geven. Ze gaan lijken op een verkrampte baas, een die de zaken eigenlijk niet de baas kan. Je ziet die reactie ook bij mensen die te hoog gepromoveerd werden.

Aarts: Medewerkers hebben vaak medelijden met zo’n baas, al legt die de schuld toch altijd bij een ander. Hij stuurt voortdurend memo’s rond, vaak op zure toon. Het enige wat je kunt doen, is hem zoveel mogelijk op de hoogte houden van wat je doet. Eigenlijk heeft zo’n baas zelf coaching nodig, al moet je voorzichtig zijn. Ook een verkrampte baas wil niet dat je aan zijn macht knibbelt, vooral omdat hij zelf ook wel weet dat het hem te veel wordt. Dat is een kunst, en als je ambitieus bent, ga je op termijn beter weg.

Zijn minder hiërarchische bedrijven een goede zaak?

Aarts: Werknemers zijn steeds hoger opgeleid en werken dus steeds autonomer. Dat vereist uiteraard een andere stijl van leidinggeven. Toch denk ik niet dat hiërarchie minder belangrijk is, integendeel. Er is juist behoefte aan duidelijkheid. Het lijkt best gezellig, een horizontaal georganiseerd bedrijf, maar je mag niet te ver gaan. Mensen hebben behoefte aan een baas die de taken uitdeelt.

Verhoeff: Een ‘plat’ model waarin iedereen gelijk is, kan werken op voorwaarde dat iedereen zijn verantwoordelijkheden kent. In heel veel sectoren is dat echter niet het geval. Niet iedereen zit trouwens te wachten op horizontale structuren, zelfontplooiing en taakrotatie. Sommigen zien dat helemaal niet zitten.

Wat met diensten voor werknemers als kinderopvang of een fitnesszaal?

Aarts: Prima, op voorwaarde dat de baas de doelstellingen voor ogen houdt. Bij een onverschillige baas die denkt dat de tent zichzelf wel runt, is dat gevaarlijk. Ook prestatiebeloningen, die nu ingevoerd worden bij de overheid (het systeem wordt ook in België onderzocht, WD), kunnen tot jaloezie en wrevel leiden. Kan een baas zijn medewerkers wel beoordelen? Vaak is zijn beeld van hen heel oppervlakkig, want hij leeft in zijn eigen wereld. Stel je voor dat een onverschillige baas dat instrument in handen krijgt, dan gaat een tweede man dat geld uitdelen! Omgekeerd zullen sommige werknemerstypes nooit beloond worden. Een stabilisator, iemand die bruggen bouwt en problemen oplost voor anderen, zal zichzelf nooit op de voorgrond plaatsen.

Pleiten jullie voor een strikte scheiding tussen baas en werknemer?

Verhoeff: Absoluut, dat zijn twee verschillende werelden. Samenwerking en communicatie zijn nodig, maar uiteindelijk is het de baas die de beslissingen moet nemen. Hij kan werknemers consulteren maar hij moet de knoop doorhakken. De leiding van het bedrijf komt alleen hem toe.

Aarts: Bazen grijpen vaak te laat in als afspraken niet nagekomen worden. Vergeet niet dat werknemers kampioenen zijn in smoezen. Maar als hij medewerkers niet afstraft als ze te laat komen of zich niet collegiaal gedragen, doet een collega dat vroeg of laat wel. Dan is het hek van de dam, want dan verdwijnt alle orde. Er kan er maar één de baas zijn.

Tineke Aarts & Carien Verhoeff, Leven met een baas, Forum/Standaard Uitgeverij, 240 blz., 550 frank. Website: www.levenmeteenbaas.nl.

Streamers:

“Het boek is vooral geschreven voor werknemers. Wie inzicht heeft in het gedrag van zijn baas, kan zelf stappen ondernemen om zijn werksfeer en productiviteit te verbeteren.”

“Het dilemma is dat een baas zelden productief én populair is. Een productieve baas stelt immers eisen: je moet deadlines respecteren, stipt op tijd zijn.”

“Prestatiebeloningen kunnen tot jaloezie en wrevel leiden. Kan een baas zijn medewerkers wel beoordelen? Vaak is zijn beeld van hen heel oppervlakkig.”

Wim Denolf / Foto’s Lies Willaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content