Al bij de eerste oogopslag weet ik dat er iets veranderd is aan haar. Het lijkt wel of ze jonger is geworden, en veerkrachtiger. De matheid is uit haar ogen geweken. De afgelopen jaren zag ze er zo breekbaar uit als we elkaar ontmoetten, in dat café dat vroeger Stovebuzze heette en waar ik als tiener tafelvoetbal speelde.

Bij die vorige ontmoetingen leek het alsof ze het leed van de hele wereld te dragen had. Het leven had haar niet gespaard. Getrouwd met een man van wie ze twee kinderen kreeg, en die er rond zijn vijfendertigste pas achter kwam dat hij de herenliefde meer was toegenegen. Dat was slikken, maar ze vond dat je iemand zijn geaardheid niet kwalijk kon nemen, ook al kwam die pijnlijk laat boven water.

In haar zoektocht naar wat warmte ontmoette ze een nieuwe en veel jongere vriend. Hij was godsdienstleraar en de zoon van ultrakatholieke lieden. Dat verhinderde niet dat hij haar een heel andere vorm van liefde leerde kennen, die hoogst opwindend was. Al vlug zat ze met handen en voeten aan hem vast. Ze zou hem desnoods wel gevolgd zijn tot in de hel, of naar een optreden van Laura Lynn.

Haar beroezing leidde tot de verwekking van nog een kind, haar derde. Zodra de godsdienstleraar van deze zwangerschap vernam, liet hij haar zitten. Hij deed dat met dezelfde soort tact waarmee jonge honden aan bomen worden gebonden, als de eerste speelsheid eraf is. Toen het kind geboren werd, stuurde ze hem een kaartje. Antwoord kwam er niet. De vrome vader heeft zelfs nooit naar het bloedje geïnformeerd, laat staan dat hij ook maar de geringste stap zou hebben gedaan om in zijn levensonderhoud te helpen voorzien.

Dat er tegenwoordig middelen bestaan om het vaderschap glashelder aan het licht te brengen, drukte ik haar bij voortduring op het hart. Dat wist ze ook, natuurlijk. Maar ze wou hem het mes op de keel niet zetten, want (volgde telkens weer die verklaring die mij de haren te berge deed rijzen) ze zag hem nog altijd graag. Dus verbeet ze haar ellende. Gelaten aanvaardde ze de opvoeding van het kind alleen te dragen, ook toen dat later autistische trekjes bleek te vertonen. Intussen werd zij almaar brozer. Haar ogen verloren hun glans. Ik schrok toen ze mij een foto toonde van tien jaar eerder. Zo goed ze er nog uitzag, toen.

Het dieptepunt kwam er met dat postpakket waarin wierook zat en een fles oude porto. Helemaal onderin vond ik dat briefje van haar. Dat ze het niet langer kon verdragen, stond daarop te lezen, en dat ik haar waarschijnlijk niet meer levend zou zien. Toen ik haar belde, kreeg ik alleen de voicemail te horen. Drie dagen lang, overdag zowel als in het holst van de nacht. Daar baalde ik van.

Drie weken later pas zou ik haar terugzien, relatief ongeschonden. Zij had inmiddels half Europa doorgezworven. Ik toonde geen compassie, maar veegde haar de mantel uit. Emotionele chantage, vloekte ik. Dat ik mij best kon voorstellen dat het hard voor haar was, maar dat ze verdomme geen keuze had. Dat het krijgen van kinderen een mens het recht ontneemt om zelfmoord te plegen. Dat het vanzelf wel weer over zou gaan, als ze maar lang genoeg door de regen bleef lopen. Grote woorden. Peptalk van het meest schabouwelijke soort, waarvoor ze mij niettemin erkentelijk was.

Dat ze zich herpakt heeft, voel ik meteen als ik haar terugzie. Haar energie stroomt weer, zouden spirituelere lieden zeggen. Er is zelfs sprake van een nieuwe liefde in haar leven, en niet zomaar de eerste de beste. Een regisseur van bekende televisieprogramma’s, met wie het blijkbaar heel goed klikt.

“Op kerstmis lagen er twee pakjes voor mij onder de boom”, zegt ze meisjesachtig. “In het ene zat lingerie, in het andere een peignoir en muiltjes. Hij wil dat ik die nu altijd in zijn huis laat.”

Zó romantisch, moet ik denken, terwijl mijn volautomatische klootzakcalculator de kans op oprechtheid van dit gegeven berekent. Hij is een schat, is mijn conclusie, of een vent van het allergevaarlijkste soort. Mijn processor beschikt over onvoldoende informatie om het ultieme verdict te kunnen vellen.

“Ik vind het heel fijn voor je”, zeg ik met een vaderlijkheid die gezien haar leeftijd een beetje misplaatst is. “Maar blijf toch nog maar voorzichtig. Es gibt viele böse Leute auf der Welt.

reacties : jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content