Uitvinden, prutsen en knutselen, ik deed niets liever als kind. Van mijn achtste tot mijn tiende heb ik mij geconcentreerd op de uitvinding van een auto op water. Pas later ontdekte ik dat er zoiets bestaat als verlies van energie. Ik tekende en schilderde ook, schreef poëzie en speelde orgel.

Architectuur, geneeskunde en filosofie zijn de drie studierichtingen die ik overwogen heb. Als ik zou kunnen herbeginnen, ik volgde ze alledrie. Ik heb ooit een filosoof horen zeggen dat het een fantastische trilogie is : hoe mensen wonen en leven in hun omgeving, hoe mensen van binnen zijn en hoe ze denken over het metafysische.

Landschappen intrigeren mij minstens even hard als architectuur. Stage mogen lopen bij landschapsarchitect Jacques Wirtz was dan ook het grootste geluk van mijn leven. Hij is ondertussen over de tachtig, maar door zijn jeugdige, open geest heeft hij nog altijd een zeer sterke invloed op mij, zowel professioneel als menselijk.

Door in Tibet de inplanting van kloosters in een landschap te onderzoeken, heb ik die rode draad – architectuur versus natuur – verder doorgetrokken. Het zijn stuk voor stuk kloosters die niet zozeer door hun constructie maar door de versmelting van de natuur, het landschap en het architecturale een ‘wow !’-gevoel oproepen. Die symbiose is mijn studieobject geworden.

Zes jaar heb ik bij meditatiemonniken in boeddhistische kloosters gewoond, samen met mijn toenmalige vriendin. Het was ongelooflijk boeiend om te ervaren hoe die omgaan met hun rituele wereld, maar ook met zichzelf en hun architectuur. We hebben de unieke kans gekregen te kunnen delen in die overwegend mondelinge wetenschap. Tot ik opeens het gevoel had dat ik verzadigd was. Als een spons had ik alles opgezogen : genoeg impressies en materiaal, nu moest het eruit.

Ik startte mijn ontwerpbureau voor zeilsculpturen in Antwerpen op 1 januari 2000. Dat was letterlijk van de Himalaya naar de Bond van de Grote Gezinnen. Mijn nieuwe vriendin had al twee kinderen en samen hebben we ondertussen een zoontje. Een totaal ander leven, maar ook hiervan geniet ik intens. Mensen die mij van vroeger kennen, kunnen zich niet voorstellen dat ik gelukkig ben in het leven dat ik nu leid.

Als je onder een tent of zeil zit, voel je je heel duidelijk niet binnen. Je bent niet opgesloten, maar ook niet helemaal onbeschermd voor de natuur. Het is die zone daartussen die mij zo geweldig intrigeert.

Wonen is niets meer dan grenzen stellen. Een huis bouw je alleen om te kunnen zeggen : “Hier voel ik mij goed en scherm ik mij af van de buitenwereld.” Daar zijn honderdduizend architecturale mogelijkheden voor, maar waar het uiteindelijk allemaal om draait, is persoonlijke, eigen levenssfeer.

Pas in het mierennest Vlaanderen besef je hoe belangrijk een tuin is en waarom mensen er zoveel geld aan geven : ik heb in het dunst bevolkte gebied ter wereld gewoond én hier. Omdat de ruimte zo beperkt is, gaan we dat stukje natuur in een blikje conserveren en doen we er alles aan om dat zo paradijselijk mogelijk te maken.

De meeste architecten beperken zich tot het visuele, als het al niet tot de constructie alleen is. Door ook te spelen met geur, klank en materialen kan je bepaalde ervaringen oproepen. Het zijn precies de zintuiglijke ervaringen die de kern uitmaken van het leven.

“Dit laat je toch niet achter ?”vroegen mensen me telkens weer : toen ik mijn studies een jaar onderbrak om naar India te gaan reizen, toen ik bij Wirtz mijn eerste ontwerpen mocht maken maar toch naar Tibet vertrok, toen ik terugkwam naar Vlaanderen… Mijn grootvader zei : “Leef vandaag alsof de dag van morgen niet komen zal”, en dat probeer ik. Elke dag is uniek en intens.

Info : www.nomadconcept.com

Tekst Leen Creve I Foto Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content