Richard Meier: ‘Over smaak valt niet te twisten’
De beroemde Amerikaanse architect Richard Meier deelt zijn inzichten over zijn productontwerpen en zijn dromen.
Richard Meier (77) is een van de belangrijkste Amerikaanse architecten. Hij ontwierp recentelijk een aantal producten voor het Belgische designbedrijf When Objects Work. Zijn inzichten op een rijtje. Een gebouw neemt al snel tien, twaalf jaar van je leven. Een voorwerp ontwerpen, dat is één. Een gebouw, dat is iets helemaal anders. Als je een schotel ontwerpt hoef je niet na te denken over elektriciteitskabels of waterleidingen. Dan gaat het over een millimeter meer of minder. Een gram lichter, een gram zwaarder. Een voorwerp ontwikkel je in tien, hooguit twaalf maanden.
Met iemand die zulke voorwerpen uitbracht als Béatrice Delafontaine wilde ik in zee. Op een dag zat ik rustig in mijn kantoor, toen de telefoon ging. Een vrouw stelde zich voor als Béatrice Delafontaine. Ik zei ‘That’s nice, maar wat wilt u van mij?’ En zij: ‘Ik denk dat u en ik kunnen samenwerken.’ Wat later zijn we samen gaan eten en toonde ze me enkele producten die ze met When Objects Work had gemaakt. Ik vond die absoluut prachtig. Zo simpel was dat.
Ik ben architect, maar ik heb tientallen producten ontworpen. Pennen, horloges, koffiekannen. Vaatwerk voor Arabia, erg mooi gedaan. Maar jammer genoeg bestaat dat bedrijf niet meer. Ik heb meer dan veertig zilveren voorwerpen getekend voor Swid Powell in Amerika. Lijsten, kandelaars, kommen. Dat bedrijf is failliet gegaan. Béatrice is de enige die overblijft.
Mijn tweede product voor Béatrice was een schotel. Mijn dochter stond op het punt te trouwen. Ik vroeg me af waar ik haar een plezier mee zou doen, en toen heb ik die schotel ontworpen – het beste huwelijkscadeau dat je iemand kunt geven, zonder meer. Daarna volgde een tweede schotel, in steen. Die eerste is bijzonder elegant, de andere is massiever. De ene is veeleer bestemd voor een vrouw, de andere voor een man.
Ik kijk voortdurend rond. Ik neem soms iets vast, en constateer dan vaak dat het echt wel beter kan. Er zijn volgens mij te weinig voorwerpen die je elke dag kunt aanraken en gebruiken. Die een deel worden van je leven. Ik ontwerp dat soort spullen met veel plezier. Maar vooral: ik gebruik ze ook graag.
Over smaak valt niet te twisten. Ziet u die lamp aan de muur achter u? Ik ben er zeker van dat nogal wat mensen dat een beeldige lamp vinden.
Ik werk aan veel projecten tegelijk. Drie gebouwen in Mexico City, een hotel, een appartementsgebouw en een kantoorgebouw. We bouwen kantoren in Praag en Tokio. Ik ben bezig aan een hotel in Shenzhen, China: een open, transparant gebouw naast een golfterrein, aan een meer. Volgens de ontwikkelaars wordt het een achtsterrenhotel. Dit is een vijfsterrenhotel (het interview vindt plaats in het Four Seasons hotel in Milaan). Wat kun je voor die drie extra sterren nog meer krijgen? Misschien iemand die de hele tijd achter je stoel staat te wachten voor het geval je iets nodig hebt?
Er gebeurt veel in China. Goede dingen, maar ook slechte. Dat is normaal, precies omdat er zoveel gebeurt. Mijn hotel heeft niets van een Chinees hotel. Het lijkt op een westers hotel. Maar ik hoop dat je er wel goed Chinees zult kunnen eten.
In de VS werken we aan betaalbare woningen in Newark (een van de armste steden van Amerika). We proberen zoveel mogelijk te bereiken met een kleine budget. De kwaliteit moet zo goed mogelijk zijn. Dat is een uitdaging. Dromen? Ik zou graag opnieuw een museum ontwerpen en een auto. Ik rijd zelf niet. Het zou een elektrische auto kunnen zijn. Een witte.
Wit is een zeer toepasselijke kleur voor architectuur. We worden omringd door kleur. Wit reflecteert kleur. Wit laat ons kleur meer naar waarde schatten.
Jesse Brouns
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier