Oud pand combineert slijtage en vintagedesign
Frederic Hooft is op twee fronten actief, als vintageantiquair en als inrichter van hedendaagse woningen. In zijn eigen woning komen beide facetten aan bod. Hij richt vaak nieuwe panden in met een hedendaagse vormgeving en stoffeert ze met moderne en vintage design. Eigenlijk verwacht je niet dat hij zelf in een oud pand zou wonen.
“Als Gentenaar houd ik enorm veel van de oude stadskern die zo gezellig, mooi en comfortabel is. ’s Avonds kunnen we te voet naar de opera of cinema, of een pint gaan pakken. Bovendien heb ik lang in deze buurt gewoond, het Prinsenhof, een mooie wijk met verrassende, oude gebouwen. Toen een vriend me vertelde dat er hier een leuk pand te koop stond, zijn we meteen gaan kijken. Na een kwartier hebben we het gekocht”, vertelt Frederic Hooft.
Hij apprecieert niet alleen de ziel van de stad, maar is ook tuk op oude huizen. “Ik heb ooit in een loft gewoond, maar nu hoef ik zelf zo’n modieuze woonruimte niet, geef mij maar een oud pand met een ziel, daar zit meer verrassing in.”
Zijn woning heeft een zeventiende-eeuwse trapgevel, maar de oudere moerbalken met renaissanceornamenten verraden dat de kern ruim een eeuw ouder is. Binnen merk je overal oude vloeren, balken en deuren.
Piet Swimberghe (bew. Elien Haentjens)
Dat achterhuis staat trouwens via een passerelle met het hoofdhuis in verbinding.
“We hebben allebei onze werkruimte, Eva werkt als grafisch vormgever in het achterhuis en ik werk voorin. We benutten vrijwel alle kamers en circuleren dus de gehele tijd rond. Dat geeft een enorm ruimtegevoel.”
Ze leven er rond de zonnige binnenplaats. “Een tuin hebben we niet nodig, wel een plekje om buiten koffie te drinken of iets te eten. In de stad is dat een heerlijke luxe.”
Frederic en Eva houden van wat artistieke nonchalance. “We wisten ongeveer meteen hoe we de renovatie gingen aanpakken. We wilden er immers geen nieuw pand van maken. Een fout die nogal wat mensen maken, ze kopen een oud huis, maar willen eigenlijk in een nieuwbouw wonen. Zo gaat de ziel verloren.”
“Je moet het huis accepteren zoals het is, met inbegrip van de hobbelige vloerplanken, die ik overigens zeer mooi vind. Je moet er zelfs enkele nadelen bijnemen. Dit huis is wat tochtig en moeilijk te verwarmen, maar dat vinden we geen enkel probleem. Ik wilde ook aan mijn klanten tonen dat je op deze manier een huis kunt renoveren en bewonen”, aldus Frederic Hooft.
De renovatie was niet overdreven grondig. Al wat overtollig leek werd eruit gegooid, van latjes en lijstjes tot enkele binnenwanden.
De muren werden effen gepleisterd, maar niet glad. Dat gebeurde op een artisanale wijze met afgeronde hoeken, zoals vroeger.
Frederic Hooft staat voor een van de deuren, die hun afgebladderde verf bewaard hebben. Er werd bijna niet geschilderd, ook het plafond van de eetkamer bleef gewoon bewaard. Maar dat stoort niet, integendeel, je krijgt de indruk dat het pand amper werd vernieuwd.
Frederic zocht zelfs oude verwarmingsradiators die in hun oorspronkelijke kleurtjes het huis de allure schenken van een atelier.
“Je kunt veel met weinig,” legt Frederic uit, “voor mij is een keuken weinig meer dan een kookplek waar je wat kunt afwassen en opbergen. Ik geef liever wat uit voor een oude kast van Jean Prouvé dan voor een hypermoderne keuken.
Vanuit de kookhoek heb je een zicht over de leefkamer op de gelijkvloerse verdieping.
Op de voorgrond zie je de door Frederic ontworpen keuken waarop twee kommen van Herbert Krenchel staan.
“Ook in de badkamer kan je veel met weinig: we lieten ze helemaal bekleden met polyestermatten die handig en licht zijn.”
Zijn eigen slaaphoek bevindt zich onder het eeuwenoude dakspant.
Voor de gastenkamer ontwierp hij een polyester douchecel.
De gastenkamer ligt aan de tuinzijde
“Antiek met wat slijtage past perfect bij vintagedesign. Dat wordt trouwens een trend”, merkt Frederic op.
Ze bewonen dus elke plek van het huis, behalve de eerste kamer aan de straatkant. Er zijn verscheidene zithoeken, onder meer net naast het bureau van Frederic, met mooi vintagemeubilair en een prachtig antiek Perzisch tapijt.
In de living bouwde hij ook een open haardje, want zonder haardvuur vindt hij een huis gewoon onbewoonbaar.
Er is ook veel te zien, zoals de eettafel van Maarten Van Severen in de keuken of het houten art-nouveaubankje van Richard Riemerschmid.
Frederic houdt van authentieke vintage met een patina en een verhaal. Zo heeft hij de tafel van Maarten nog bij hem op het atelier gekocht.
De gele kast is een vooroorlogse creatie van Marcel Baugniet, een zeldzame modernistische kast.
De metalen zetel in de benedenkamer is van Ron Arad.
Het is gek, maar echt stilzitten doe je hier niet. Komt het door de circulatie die je meteen meeneemt van kamer naar kamer of door de talrijke objecten, feit is dat je in dit huis graag rondkijkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier