Modernistisch sprookje: kijk binnen bij twee vintagedealers die een woning in de Antwerpse tentoonstellingswijk kochten met een liefdesbrief

Vanuit de seventies-sofa van Giovanni Ofredi voor Saporiti kijken Viki en Maxime uit op de authentieke open haard. De twee kunstwerken in het midden van de muur lenen ze via Kunst In Huis. © Thibault De Schepper

Meer dan een blik op de voorgevel hadden Viki en Maxime niet nodig om een liefdesbrief te richten aan de eigenaar van dit modernistische rijhuis in de Antwerpse Tentoonstellingswijk. Vandaag is het warme huis de achtergrond van hun leven en eeuwig wisselende interieurverzameling.

Je hebt mensen wier leven vorm krijgt volgens de strakke richtlijnen van de ratio: eerst (over)denken, dan pas doen. Daartegenover heb je de types die het inrichten volgens het kompas van hun intuïtie, wier verhaal je twee keer moet horen voor je het kan geloven. ‘Hoe het bij ons allemaal begon, past misschien meer in Flair dan in Knack Weekend’, grijnst Viki Vleugels. Ze plaatst Japans aandoende kopjes met koffie op de sixties- eettafel en gaat naast haar kersverse echt­genoot Maxime D’Hulst zitten.

Dat juist dit koppel in dit modernistische huis zou belanden, had enkele jaren geleden werkelijk niemand kunnen voorspellen. Zowel Viki als Maxime baatten tot 2019 elk hun eigen in mid-century design gespecialiseerde meubelzaak uit in het Antwerpse. Zij Die Firma, hij Studio Zoo. Nadat zij hem een zeldzame Ostuni-vloerlamp verkocht, werden ze kennissen, toen vrienden en na anderhalf jaar dolverliefd. Viki brak er een verloving voor af, Maxime een lange relatie en iedereen in hun omgeving zei: ‘Je bent gek.’

Een jaar later stootten ze als bij toeval op een vrijgekomen opslagruimte in de Antwerpse Kloosterstraat die te mooi was om alleen goederen in op te slaan. Het gevoel zat goed, dus gooiden de twee het roer om en versmolten hun bedrijven tot Modern Living. Hoe ze niet veel later vervolgens hun huis vonden, is al helemaal gek.

De natuurlijke lichtinval 
bereikt elk hoekje van het huis. © Thibault De Schepper

Coronageluk

Tijdens een van de vele coronawandelingen besloot het koppel de Tentoonstellingswijk aan te doen. Dit hoekje Antwerpen, tussen de Jan Van Rijswijcklaan, de Jan de Voslei en de ring was ooit de achtergrond van de Antwerpse Wereldexpo van 1930. Het transformeerde tot een showcase van Belgische architectuur van het interbellum tot de sixties, met woningen van Leon Stynen, Eduard Van Steenbergen en Marc Appel, om er enkelen te noemen.

Het getextureerde seventies-wandtapijt van Veerle Dupont wordt uitgebalanceerd door de minimalistische stoelen en een dressoir van Horst Brüning voor Behr. © Thibault De Schepper

Het rijhuis dat Viki en Maxime deed pauzeren was eenvoudig maar opvallend met zijn zuivere vormen, donkere bakstenen en zwarte raamwerk. ‘Ik stond op het punt om aan te bellen’, zegt Maxime, nooit rouwig om een kans te wagen: ‘Als bij toeval was er net iemand aan het vertrekken. Het bleek de vriendin van de eigenaar te zijn. Daar stonden we, met mondmaskertjes op, in de regen: of dit huis toevallig niet te koop was. We hadden geluk, zei ze, hij was er blijkbaar recent over beginnen nadenken.’

Die avond schreef het koppel de eigenaar een lange brief – ‘in alle talen die we kenden, omdat we totaal niet wisten tot wie we ons richtten’ – om hun liefde te betuigen voor dit huis, waarvan ze alleen nog maar de voorgevel hadden gezien. Wat bleek: niet alleen was de eigenaar van plan het te verkopen, hij was zelf vintageverzamelaar en ontzettend gecharmeerd. ‘Geef me vijf weken om erover na te denken en het wat in orde te maken’, zei hij nog geen vierentwintig uur later aan de telefoon. Het waren lange weken, herinnert Viki zich: ‘Ook al kenden we de binnenkant niet, toch zegde ik alle andere immoafspraken af.’ Een intuïtieve maar ook riskante zet als je weet dat de krant berichtte over hoe hot de Tentoonstellingswijk werd.

Door de oorspronkelijke tegelvloer van de keuken te vervangen door hetzelfde afzeliahout als in de leefruimte, lijkt het alsof er nooit iets anders gelegen heeft. © Thibault De Schepper

Kleine, grote details

De rest kun je al raden. ‘We hadden met een aantal dingen geluk: dat we het konden bezichtigen voordat de eigenaar het zelfs goed en wel aan zijn vrienden kon zeggen, dat het nooit online kwam en dat we niet hoefden mee te dingen in een biedingsslag waarin we overklast zouden worden’, zegt Viki vandaag opgelucht. Want wat bleek? Achter de gevel zat exact wat ze hoopten: een grote modernistische familiewoning in goede staat, nagenoeg onaangeraakt en betaalbaar.

De marmeren Mario Bellini-tafel staat onder wat misschien wel het enige nieuwe interieurobject van het koppel is: een Akari-lamp van de Amerikaans-Japanse kunstenaar Isamu Noguchi, die nog steeds in productie is bij Vitra. © Thibault De Schepper

Het pand uit 1961 bleek van Willem Michiels, een leerling van Léon Stynen. Net zoals bij de modernistische architect is ook hier een belangrijke rol weggelegd voor natuurlijk daglicht dankzij grote ramen en slimme interventies. De architect zorgde voor een verticale lichtstraat, en boven de deuren van de slaapvertrekken zorgen uitsparingen voor natuurlijk licht dat langs alle kanten binnenvalt. ‘Het lijken kleine, stomme details, maar ze doen veel voor de ruimte’, zegt Maxime.

Naadloos renoveren

‘Dat het pand niet van Stynen zelf is, was misschien nog het grootste geluk’, zegt Viki. ‘Daardoor is het niet beschermd en was verbouwen toegelaten.’ De vorige eigenaar deed minimale aanpassingen met respect voor de oorspronkelijke signatuur: de vroegere garage werd een kamer die nu het stoffeeratelier van Viki en een van haar dochters is, de gelijkvloerse badkamer kreeg een update in een blauwtintje dat terugkomt in de vrijstaande kasten in de slaapkamer die overloopt in de tuin.

Links: Viki’s dochter studeert aan een CM141-bureau van Pierre Paulin voor Thonet, op een vroege editie van de PK9 Tulip Chair van Poul Kjaerholm uit 1961. Rechts: de koperen kleuraccenten van het schilderij van de Deen Helge Ernst (uit 1952) komen terug in de fifties-hanglamp, een vroege versie van Poul Henningsens PH Langelinie. © Thibault De Schepper

Ook de aanpassingen door het koppel waren minimaal. ‘De originele keuken stond er nog, die was met een houten lattenmuur afgescheiden van de woonkamer’, zegt Maxime, die samen met Viki opteerde voor een moderner plan. ‘Belangrijk was dat het binnen de tijdgeest paste.’ Dat lukt door hetzelfde afzeliahout van het originele parket in de woonkamer naadloos door te trekken in de nieuwe keuken. ‘Het werkblad van Mortex refereert aan de gebruikte materialen in het gebouw, en voor de houten latjes op de keukenkasten verzaagden we de voormalige scheidingswand.’

Ook de vorige eigenaar respecteerde de originele sfeer van het pand. Bij de renovatie van de badkamer installeerde hij een wetroom waarbij appelblauwzeegroene tegeltjes de link naar de fifties bewaren. © Thibault De Schepper

‘Na jarenlang te gewoond te hebben in die typische Antwerpse herenhuizen in de binnenstad, had ik het wel gehad’, zegt Maxim, die blij is een huis gevonden te hebben dat aansluit bij de tijdsperiode van de meubels die ze verzamelen. Wel opmerkelijk: zo ongewijzigd als de structuur van het pand is, zo in constante flux is het interieur. ‘Het is hier altijd een gesjouw, als vintagedealer kun je niet te gehecht zijn aan je meubels. Ik was er nochtans van overtuigd dat deze Mario Bellini-tafel hier voor altijd zou staan’, lacht Viki. Maar hun intuïtie bracht alweer wat anders op hun pad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content