Goed bewaard: verloederde fabriek in Elsene wordt lichtrijk huis

In de woonkamer kronkelt rond de open haard een bank in Mortex. De verlichting is afkomstig van een Italiaans hotel uit de jaren 50 en werd gekocht in de Blaesstraat in Brussel. De deuren met glas-in-loodramen komen uit de oude werkplaats. © Tim van de Velde

In Brussel werd een voormalige fabriek omgetoverd tot een lichtrijk huis voor een groot gezin. De materialen die ter plaatse werden gevonden vormden een vruchtbare bodem voor de ideeën van Bertrand, Eloïse en hun architectenbureau K2A.

Wanneer je door de stad dwaalt kun je makkelijk architecturale parels spotten. Je hoeft je neus maar in de lucht te steken om hedendaagse en historische gevels te kunnen bewonderen. Maar ook in het hart van de dichtbebouwde kom, goed weggestoken achter de omliggende huizen, kun je op ontdekking.

Toen Bertrand in opdracht van zijn schoonouders een bezoek bracht aan een pand in Elsene, stuitte hij op deze voormalige lijstenmakerij. De eeuwenoude machines stonden er nog steeds onder een dikke laag stof. “We bezochten het aangrenzende gebouw”, herinnert hij zich. “Vanuit de tuin zagen we een verlaten werkplaats. Een dame op leeftijd die er had gewerkt, woonde nog steeds aan de voorkant van het pand. Op een dag zag ik haar voor het raam staan en besloot ik aan te kloppen. In eerste instantie kreeg ik te horen dat het pand niet te koop was. Even later werd ik dan toch gecontacteerd.”

In de eetkamer komt de groene kast uit de oude werkplaats. Boven de tafel hangt een vintage spoetnik-lamp. Op de achtergrond zie ke gebogen trap, één van de pronkstukken van het huis. © Tim Van de Velde
De hal leidt naar twee lounges, wat een loftgevoel geeft. © Tim Van de Velde

Bertrand en zijn vrouw Eloïse waren al vertrouwd met dergelijke herbestemmingen. Op dat moment woonden ze zelf in een voormalige parfumerie, verscholen in het hart van de Brusselse binnenstad. Ze grepen de kans met beide handen aan. “We houden van dit soort locaties omdat ze een eiland vormen in de stad. Het is er erg rustig, je hoort er de auto’s niet, je bent beschermd tegen de drukte. En de verloedering? Die heeft ons meer geprikkeld dan afgeschrikt. We houden van dit soort uitdagingen”, legt hij uit.

Op de bovenverdiepingen zijn de oude vloeren bewaard gebleven. Ze contrasteren mooi met het witte schilderwerk dat licht in het interieur brengt. © Tim Van de Velde
De Maatkeuken is geïnspireerd op Cubex. Het tinnen werkblad heeft een mooi patina. © Tim Van de Velde

Verleden verbouwd

Na de aankoop bliezen ze het industriële gebouw nieuw leven in, zonder het verleden uit te wissen. De houtzagerij in de tuin en een oud elektrisch paneel zijn daar de getuigen van. Vervolgens inventariseerde en fotografeerde Bertrand alle materialen op het braakliggende terrein die nog gebruikt konden worden, waarna hij ze liet ontmantelen en ter plaatse opslaan. De meeste ramen en deuren werden bewaard en binnen weer teruggeplaatst om de kamers van elkaar te scheiden. De originele toonbank van de fabriekswinkel doet nu dienst als dressoir in de woonkamer en een oude houten plank is geüpcycled om de bar aan de keukenzijde te creëren. Ook lampen werden hergebruikt, net als de prachtige glas-in-loodramen. De lijstenmaker die er ooit werkte, erfde die zelf van zijn grootvader die gespecialiseerd was in het ambacht. Hij maakte destijds de glas-in-loodramen voor de kerk van Dendermonde.

De ruimte onder de oude dakstructuur is gereserveerd voor de ouders. © Tim Van de Velde

“We hebben een hekel aan dingen weggooien. Mooie materialen zullen we nooit in een container gooien”, benadrukt Bertrand. “Ik zie graag een patina, een verhaal”, treedt zijn vrouw Eloïse hem bij. Ze is dol op tweedehands spullen en brengt een groot deel van haar vrije tijd door op de vlooienmarkt van het Vossenplein. “Als ik dingen meebreng van de rommelmarkt, laat ik ze het liefst in hun oorspronkelijke staat. Ik ben niet bepaald een handige Harry, dus als ik de kleuren van een schilderij mooi vind maar het canvas is gescheurd, dan koop ik het zonder het op te lappen. Het is een kwestie van esthetiek. Van nieuwe spullen in een decoratiewinkel krijg ik geen kick.” Maar wel van een dozijn afgedankte, mooi ingelijste houten deuren die ze in een afbraakcontainer in de buurt vond. Ze dienen nu als slaapkamerdeuren van de kinderen op de eerste verdieping.

De woning bevindt zich midden in het Brusselse Elsene maar toch waan je je in de natuur. © Tim Van de Velde

Om het vintage plaatje compleet te maken voegde het koppel, met de hulp van Federico Alegria van architectenbureau K2A, een paar nieuwe elementen toe. “Vanaf het begin was het de ambitie om de ziel van deze plek te behouden, het levenswerk van de ambachtelijke lijstenmaker”, legt de architect uit. “We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk te werken met wat er al was. Maar we hebben ook nieuwe materialen toegevoegd, steeds vanuit het idee ‘de kleine fabriek, als eiland te midden van Brussel’ te behouden.” Hoe? Met granitovloeren van Maison Bernardin, een Luikse specialist die nog op de ouderwetse manier werkt. Maar ook met de op maat gemaakte keuken met afgeronde hoeken, geïnspireerd op Cubex, en het tinnen werkblad. “In tegenstelling tot roestvrij staal dat krast, patineert tin op heel natuurlijke wijze. Langzaamaan verschijnen er een soort wolken”, zegt Bertrand enthousiast.

© Tim Van de Velde

Licht binnenlaten

De begane grond van de voormalige werkplaats is omringd door een tuin. “We kozen voor een loft-sfeer om zoveel mogelijk daglicht binnen te halen, en ook om een vlotte doorstroming van de ene naar de andere ruimte te creëeren. Maar er zijn evengoed kleine hoekjes”, vat Bertrand het samen. Eloïse gaat verder: “We leven rond de keuken. Terwijl de een iets eet in de gezellige, afgeronde ontbijthoek, maakt de ander zijn huiswerk aan de eetkamertafel, of nestelt een derde zich in de sofa terwijl we intussen in de kookpotten roeren…” In de woonkamer kunnen de bewoners kiezen tussen de gastenlounge, met de zacht gebogen Mortex-bank, of de gezellige tv-hoek.

© Tim Van de Velde

De eerste verdieping is gereserveerd voor de drie kinderen. De bovenste verdieping, onder de zichtbare dakstructuur, is die van de ouders. De trap die deze verschillende niveaus verbindt is opmerkelijk, met zijn organische balustrade – geen gemakkelijke taak voor de timmerman die hem heeft gemaakt – en zijn dakraam dat de zon tot diep in het midden van het interieur brengt. Federico Alegria legt uit: “De uitdaging van een huis dat zo omringd is door andere woningen, is om licht binnen te halen zonder in te boeten op privacy.” Binnen versterken de witte muren het invallende zonlicht. De meubelen en kunstwerken zorgen voor een vleugje vrolijkheid en kleur. Kortom, een mooie renaissance.

© Tim Van de Velde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content