Landschapsarchitect Bas Smets wint een Ultima voor zijn klimaatvriendelijke stadsontwerpen: ‘Ik probeer met mijn werk hoop te geven’

© Studio Alma / Jade Quintin
Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

Hoe maken we onze steden weerbaar voor een veranderend klimaat? Als je het aan Bas Smets vraagt, ligt de oplossing in het creëren van groene micro-oases in onze steden. Deze visie maakt dat de landschapsarchitect volgende week de Ultima voor Algemene Culturele Verdienste ontvangt, een welgekomen erkenning voor zijn vak. ‘Zelfs kleine acties als Maai Mei Niet hebben een ongelooflijk effect.’

Terwijl wij onze werkdag stilaan afronden, moet de dag nog beginnen voor Bas Smets. Je zou dat een metafoor kunnen noemen voor de vooruitstrevende visie die de Belgische landschapsarchitect aan de dag legt, maar in de praktijk is het voornamelijk omdat hij ons opbelt vanuit Los Angeles. Hij is er voor een nieuw project waar hij verder nog niets over kan zeggen. 

Waar hij ons wel te woord over wil staan: de Ultima voor Algemene Culturele Verdienste die hij op dinsdag 30 april krijgt voor zijn vele projecten die onze steden leefbaarder moeten maken in een veranderend klimaat. Denk aan het park Thurn en Taxis in Brussel, de hangende tuinen van het Mandrake hotel in Londen, of de herdenkingsplek voor de aanslagen van 22 maart in het Brusselse Zoniënwoud. En niet te vergeten: de omgeving van de Notre-Dame in Parijs die hij opnieuw mag aanleggen met een vernieuwend plan, maar daarover later meer.

Eerst en vooral: proficiat met de Ultima die je volgende week zal ontvangen. Wat betekent die prijs voor jou?

‘Voor mij is dat een erkenning van de meerwaarde die wij als landschapsarchitecten kunnen bieden. Ik ben eigenlijk heel vereerd om die van Algemene Culturele Verdienste te winnen, omdat dat toch een kentering toont in de appreciatie voor wat wij doen. We proberen steden te benaderen vanuit een allesomvattende kijk zodat we ze klaar kunnen maken voor de onvermijdelijke klimaatsveranderingen. Met ons bureau strijden we daar al vijftien jaar voor.’

Sunken Garden in Londen

Om even de woorden van de jury te citeren: ‘Het werk van Bas Smets kan niet worden overschat. Zijn ontwerpen bieden niet alleen esthetische waarde, maar dragen ook bij aan de gezondheid en het welzijn van de bewoners, en verhogen de weerbaarheid van steden ten opzichte van klimaatverandering.’ Voel jij een merkbare kentering in de aandacht voor jouw vak?

‘Daar hebben de crisissen van de afgelopen jaren aan bijgedragen. Door de pandemie heeft iedereen het het belang ingezien van een leefbare omgeving rondom zijn woning. Die ene boom tegenover je ruit of het parkje vlakbij waren opeens veel belangrijker dan vroeger. Ook de klimaatcrisis valt echt niet meer te ontkennen, met de overstromingen die we gehad hebben, de droogtes… Dit is maar het begin van die crisis waar we ons echt op moeten voorbereiden. Vijftig procent van de wereldbevolking leeft in grootsteden, dus die steden moeten we zo goed mogelijk voorbereiden op die verandering. Ik vind het interessant dat dit zorgt voor een soort nieuwe esthetiek die vertrekt vanuit de vraag: hoe gaan we onze steden leefbaar houden?’

Is dit ook effectief al het ‘nieuwe normaal’ binnen de architectuurwereld? Zijn er al voldoende grote spelers op een op een dermate intensieve wijze mee bezig?

‘Ik denk dat dat begint, en ik denk dat wij daar ook een zekere voortrekkersrol in spelen van sinds het begin. Ik probeer het probleem van het klimaat te zien als een opportuniteit om meer microklimaten te maken. We proberen de stad te gaan lezen als een nieuwe natuur. Het is een artificiële plek, gemaakt door de mens, die we bestuderen om te kijken hoe we door de logica van planten een nieuw microklimaat kunnen introduceren. En ja, ik denk dat daar meer gehoor voor is. Parijs is veruit een van de meest vooruitstrevende steden die met klimaat bezig is, maar steeds meer steden willen volgen.’

Notre-Dame in ’t groen

In Parijs heb jij zelf enkele indrukwekkende projecten op jouw conto, met op kop de wedstrijd die je won om de omgeving van de Notre-Dame in te richten. Macron kondigde aan dat de kathedraal eind dit jaar opnieuw zou openen. Waar zitten jullie in het traject?

‘Nadat de Notre-Dame heropend is op 8 december, beginnen wij met de heraanleg errond. Een heel groot stuk van de buitenruimte is nu nog ingenomen door de werf voor de renovatie van de kathedraal. Begin 2025 zouden we eindelijk kunnen beginnen. Tegen 2028 zou het aangelegd moeten zijn.’

Is al het planmatige werk intussen klaar?

‘We zijn volop bezig om de bouwaanvraag af te werken.’ 

De plannen voor het nieuwe park rond de Notre-Dame (Studio Alma)

Heeft dit project jouw visie als landschapsarchitect nog meer in de kijker gezet?

‘Zeker. Iedereen kent de Notre-Dame, van Rotterdam tot in LA, van Hongkong tot Bahrein, en al zeker sinds het wereldnieuws van de brand. We zijn begonnen aan dit project met de vraag: hoe kunnen we een microklimaat creëren dat jaarlijks vijftien miljoen bezoekers toelaat? Om dat te doen moet je natuurlijk in de zomermaanden een aangename plek creëren. Voor de brand stonden mensen soms drie uur in de blakende zon voor ze binnen konden. Met ons plan willen we de omgevingskwaliteit van die plek verbeteren. Enerzijds voor de bezoekers, maar ook om de Parijzenaars terug naar die plek te krijgen die ze nu vaak vermijden door de aanwezigheid van de vele toeristen.’

Hoe willen jullie dat realiseren? 

‘Er komt een park langs het water waar je in het gras zal kunnen liggen met een geweldig zicht over de Seine. We hebben onderzocht hoe we de verfrissende wind langsheen de rivier kunnen gebruiken om deze plek te koelen. En ook hoe we meer bomen konden planten om zowel schaduw te krijgen als voldoende evapotranspiratie (verzamelterm voor de waterafgifte door de bodem en de vegetatie aan de atmosfeer, red.). Over de verharde vlakken willen we daarnaast een flinterdunne waterlaag laten lopen waarbij je door de verdamping een verkoelend effect krijgt.’ 

Iets wat mensen misschien onderschatten is hoeveel plaatselijke onderzoeken aan zo’n plan vooraf gaan. Het is niet dat je zomaar de blauwprint van een eerder project kan copy-pasten naar een andere bestemming. 

‘Het is nooit mijn bedoeling om een soort signatuur te maken, maar wel om iets te ontwerpen dat lijkt alsof het altijd al zo had moeten zijn. Wat is de beste verschijningsvorm van die plek? Hoe kan die omgaan met zijn ruimte, ondergrond en bezonning? We gaan al die parameters af. Het mooiste compliment is dan ook wanneer de bewoners effectief gebruik gaan maken van die plek.’

Park op een voormalige industriële site in Arles

Wat was het meest uitdagende project tot dusver?

‘Dat was in Arles, in Zuid-Frankrijk, waar ik gevraagd werd om een om een oude industriële site om te vormen tot een publiek park. Toen ik mijn eerste analyse deed, bleek dat die plek het klimaat had van een halfwoestijn. De betonnen plaat werd opgewarmd door de zon, wat voor een gevoelstemperatuur van vijftig graden zorgde – eigenlijk onhoudbaar. We hebben er tachtigduizend planten gezet en de gevoelstemperatuur teruggedrongen met meer dan twintig graden. In de zomer kan je er nu neerliggen in het gras, in de schaduw van bomen. Die uitdaging was zeer groot, want die eerste boom moesten we dus eigenlijk planten in een woestijn. We moesten heel snel die omvorming creëren.’

Hoop doet leven

Sinds vorig jaar ben je ook aangesteld aan de universiteit van Harvard. Waarom wilden zij graag dat je hun rangen versterkte? 

‘Ik denk dat de aanpak die we voorstelden heeft geleid tot mijn aanstelling. De enige manier om met klimaatverandering om te gaan is een soort nieuwe beweging starten die planetair werkt. Ik wilde de kennis die ik de voorbije vijftien jaar opbouwde verspreiden, in de hoop dat die jonge geesten erdoor geïnspireerd zouden zijn en mee voor verandering zorgen in de toekomst. In ons programma werken we elk jaar op een andere stad. Zo werkten we al met New York en Parijs, en volgt Athene dit najaar. We presenteren voorstellen aan de besturen die zij meenemen in hun stadsontwikkeling. In die zin kunnen we heel concreet en pragmatisch te werk gaan.’

Wat is de belangrijkste les die je aan je studenten wilt meegeven?

‘Ik probeer een soort hoop mee te geven: het is maakbaar. We kunnen niet het klimaat veranderen, maar we kunnen wel leefbare microklimaten creëren. Als elke stad zichzelf gaat heruitvinden, heb je een planetaire reactie op een planetair probleem. Als je ziet in Arles dat een plek die vroeger nooit gebruikt werd nu veel mensen lokt: dat is waar we naartoe moeten. Het is een boodschap van hoop en maakbaarheid.’

Was die boodschap hoognodig in de sector?

‘Zeker bij die jeugd merk je heel veel eco anxiety. We hebben hen opgezadeld met iets waar ze zelf niet veel mee te maken hebben. In die zin moeten we hen een piste geven die vooruitgang toont. Wat ik wil tonen is dat je eigenlijk heel pragmatisch dingen kunt aanpassen. Zelfs de kleinste actie heeft al een ongelooflijk effect.’

Memorial in het Zoniënwoud voor de slachtoffers van de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016

Dat is ook één van de redenen dat Knack dit jaar opnieuw Maai Mei Niet organiseert als ode aan de biodiversiteit. 

‘Ik heb vorig jaar mijn ouders eindelijk overtuigd om mee te doen. En je ouders overtuigd krijgen, dat is de lakmoesproef. (lacht) Kijk, de natuur weet het beter dan wij. Wij moeten haar gewoon de plaats geven om haar ding te doen. Ik heb in het buitenland al regelmatig gesproken over jullie actie als mooi initiatief waarbij je méér krijgt door minder te doen. We moeten op een andere mindset naar de dingen gaan kijken. De winst die we kunnen vinden in al die grasvlakten… Als we daar nog maar een derde van teruggeven aan de natuur, krijg je meer gedaan dan met alle bebossing-campagnes van de laatste jaren.’

Hoop je dat het winnen van deze Ultima nogmaals die boodschap bij een breder publiek gaat krijgen?

‘Ik ben alleszins van plan om het daarvoor te gebruiken. We kunnen er samen echt iets aan doen, want doemdenken is gewoon geen oplossing. Actie spreekt altijd luider dan woorden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content