De oudste monumentenvereniging van ons land, de Koninklijke Vereniging voor Natuur en Stedenschoon vreest dat het interieur van het prachtige stadshotel Osterrieth in Antwerpen wordt gesloopt.
De oudste monumentenvereniging van ons land, de Koninklijke Vereniging voor Natuur en Stedenschoon vreest dat het interieur van het prachtige stadshotel Osterrieth in Antwerpen wordt gesloopt.
Het riante stadshotel Osterrieth aan de Meir in hartje Antwerpen, onlangs door Belfius verkocht aan vastgoedmaatschappij Athelean voor 24 miljoen euro, wordt bedreigd, aldus de KVNS. Het monument wordt in alle publicaties als een van de mooiste en meest belangrijke rococoparels van ons land beschouwd, en toch zijn er sloopplannen. Van dit gebouw zijn enkel de gevels als monument beschermd, niet het interieur. Dat maakt het dossier natuurlijk bijzonder delicaat. Om er een winkelcentrum in onder te brengen zal het interieur volledig veranderen.
De Koninklijke Vereniging voor Natuur en Stedenschoon vreest dat het interieur volledig wordt gesloopt en dat enkel de gevels blijven staan. Alles zou worden verkocht, tot en met de natuurstenen vloeren. Daardoor zouden tal van belangrijke interieurelementen verdwijnen, zoals het rococosalon uit de tijd van de ontwerper, architect Jan-Pieter van Baurscheit die het hotel in 1749 verbouwde voor Régine-Thérèse du Bois, weduwe van Mechior Jozef van Susteren.
Het gebouw werd in 1874 gekocht door Ernest Osterrieth die er meteen de huidige naam aan schonk. Het stadshotel werd al vroeger met sloop bedreigd, in 1937, en werd door Camille Huysmans van de sloop gered. Maar jammer genoeg werden toen enkel de gevels beschermd. Historische interieurs zijn immers erg broos en worden al te dikwijls verknoeid, stuk gerestaureerd of gewoon gesloopt. In het beste geval worden hier enkele oude elementen hergebruikt, maar gaat er heel veel verloren gaan. Voor de KVNS is deze ingreep ondenkbaar voor een dergelijk pand met een iconische en kunsthistorische waarde.
Piet Swimberghe
